Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Tula’s droom (1)
door Fred de Haas
Op 24 oktober 1956 schreef Aimé Césaire een brief aan de toenmalige voorzitter van de Franse Communistische Partij, Maurice Thorez, waarin hij zijn lidmaatschap van de Partij officieel opzei. Hij was toen al burgemeester van Fort-de-France, Martinique.
Bij die gelegenheid boog hij zich ook over het lot van de ‘zwarte volken in hun strijd voor vandaag en voor morgen: strijd voor rechtvaardigheid, strijd voor de cultuur, strijd voor waardigheid en vrijheid’. read on…
‘Ich bin kein Terrorist’
door Fred de Haas
Het klopt inderdaad, zoals de Amigoe di Curaçao schreef, dat het Curaçaose Statenlid Jaime Córdoba afgelopen zaterdag heeft gezegd dat ‘de laatste honderd jaar de enige terroristen op Curaçao de Hollanders zijn geweest’.
Ik dacht dat het grove gescheld op de Nederlanders eindelijk afgelopen was sinds de uitzending van TELESIVIL waarin mevrouw Raveneau nadrukkelijk had gezegd dat men niets tegen de Hollanders had, maar wél tegen de politiek van Nederland. Zij werd hierin van harte ondersteund door andere, weldenkende, leden van de Partido Soberano. Want die zijn er. Eerlijk is eerlijk. read on…
Basisarts in Venezuela
door Fred de Haas
Met welk doel was de Curaçaose minister van Gezondheidszorg, Milieu en Natuur bij zijn collega in Caracas? De immer kalm ogende Minister: ‘om over van alles en nog wat te praten’. En, kennelijk, om ‘en passant’ een paar beurzen aangeboden te krijgen voor Curaçaose studenten die een opleiding tot basisarts (‘médico integral’) in Venezuela zouden ambiëren. Aldus het Antilliaans Dagblad van dinsdag 23 september jl. De voorzitter van de Curaçaose medisch specialisten, Nena Abbad, voelt niets voor dit plan. Terecht. read on…
Identiteit in een Caribisch perspectief
door Fred de Haas
Geen begrip is zo ongrijpbaar als het begrip ‘identiteit’. Menigeen weet wat je ermee bedoelt, maar niemand kan het nauwkeurig omschrijven. En vroeger was het al net zo ongrijpbaar als nu, getuige het verhaal van de twee Perzen van Montesquieu. read on…
Tussen Nederland en Curaçao
door Fred de Haas
Het zijn de grote dingen die de loop van de geschiedenis bepalen: de invoering van de euro, de invallen in het Midden-Oosten, de economische crisis etc. Maar het zijn vaak de kleine dingen die onze achtergrondruis veroorzaken. read on…
Moedige Venezolaanse Aartsbisschop neemt stelling tegen de regering
door Fred de Haas
In de Venezolaanse krant El Universal is op 12 september jl een bericht verschenen van de hand van Baltazar Enrique Porras Cardozo, Aartsbisschop van het Rooms-Katholieke Diocees van Mérida, Voorzitter van de Venezolaanse bisschoppenconferentie en Vice-voorzitter van CELAM, de Latijns-Amerikaanse Bisschoppelijke Raad. Niet iemand die je zomaar kan censureren of uit de krant kan houden. read on…
Meindert Fennema en Tula
door Fred de Haas
Onlangs – 17 maart jl – luisterde ik naar een reportage van de journalist Dick Drayer. Hij sprak in Museum Tula met Meindert Fennema over Toussaint Louverture en Tula. Dat wil zeggen, Meindert doceerde en Dick luisterde. Samen met die sympathieke Mildred Rafaela die het tweetal rondleidde en te aardig was om Meindert tegen te spreken.
Tegenspreken was ook een beetje moeilijk, hoewel Meindert maar wat uit zijn nek liep te kletsen. Zijn geruststellend stemgeluid en – terechte – autoriteit als emeritus hoogleraar hadden zo’n impact dat het tweetal geneigd was om eerbiedig te luisteren.
Fennema was op dreef. Hij had die ochtend of middag zijn wetenschappelijke akribie maar even in de ijskast gezet en trok onverdroten de conclusie dat Curaçao hetzelfde ellendige lot beschoren zou zijn geweest als Haïti, indien Tula, net als Toussaint en Dessalines, had gewonnen van de Nederlanders.
Die Meindert!
Dick Drayer bood nog zwakjes wat weerstand en vroeg hoe hij die lijn zo kon doortrekken.
Nou, zei Meindert, dat zie je toch aan wat er is gebeurd na de Sovjet revolutie en de Cubaanse revolutie? Van al die gewelddadigheid komt niks goeds.
Volgens Meindert, maar dat zei ie niet, hadden de Tsaar en dictator Batista dus nog lekker een tijdje moeten blijven zitten en hun eigen gewelddadigheid op hun gemak moeten kunnen uitleven…
Wat Meindert in feite ook impliceerde was dat Curaçao blij mocht zijn dat de Nederlanders hun heilzame kolonisatie nog zo’n tweehonderd jaar hadden voortgezet. Zaten ze immers nu niet gezellig en ontspannen te praten? Nee, die Hollanders hadden het maar goed gedaan. Duizenden Afrikanen geïmporteerd en er flink de wind onder gehouden!
Nou, Meindert, misschien kan je een volgende keer wat voorzichtiger en wetenschappelijker zijn in je uitspraken. Professorale kletskoek hebben we niet nodig. Dat moet je haast wel met me eens zijn. Sterker nog: je bént het met me eens!
Bolo ta di pueblo (6 en slot)
Fred de Haas over Frantz Fanon
Geweld en ‘Nation Building’
Frantz Fanon was geen gewelddadig persoon, geen voorstander van geweld. De toon in Les damnés de la terre kan soms oorlogszuchtig klinken, maar we moeten begrijpen dat Fanon de eerste was die begreep dat een vorm van geweld genezend kan werken voor mensen die onderdrukt zijn.
De Franse filosoof Jean-Paul Sartre, die het Voorwoord schreef van Les damnés de la Terre in de uitgave van 1961, drukte zich in dit opzicht wel heel fel uit:
‘Je moet doden: met het elimineren van een Europeaan sla je twee vliegen in één klap’.
read on…Bolo ta di pueblo (5)
Fred de Haas over Frantz Fanon
Bolo ta di pueblo (4)
Fred de Haas over Frantz Fanon
Op een Nederlands forum voor Creolen vond ik de volgende twee uitspraken uit 2011: – ‘Ik vindt het triest dat sommige creoolse of hindoestaanse vrouwen hun gezicht bleken. Soms zie ik dames die ik nog ken uit mijn schooltijd en ik weet dat ze van nature donker waren. Maar plotseling zie je ze na jaren met een lichtere tint in hun gezicht terwijl de rest van hun lichaam nog donker is. Of ze bleken hun hele lichaam. Hebben deze mensen een complex of zo? Waarom kan je niet mooi zijn als je donker bent? Weten ze niet dat het bleken van je huid heel gevaarlijk is? Nep om te zien man!’ – ‘de media maakt ons nog steeds wijs dat je niet mooi ben als je donker ben’ Fanon was het hiermee eens en vond dit soort gedrag (zoals het gladmaken van kroeshaar en bleken van de zwarte huid) ook ongelofelijk dom.
Julian Coco en Helmin Wiels
Ik herinner mij in dit verband (nooit ontkennen dat je zwart bent) de gewoonte van Julian Coco, de onlangs overleden zwarte meestergitarist uit Curaçao, om een kamer vol blanken binnen te komen met de woorden: ‘wie wil er een kus van deze zwarte lippen?’ Julian wist dat de mensen hem erg zwart vonden en, geestig als hij was, nam hij altijd de vlucht naar voren. Hij was iedereen vóór door de aandacht te vestigen op zijn kleur en kreeg altijd de lachers op zijn hand. Dat had, vond ik, altijd iets tragisch. Maar zo deed Coco het nu eenmaal en, in zekere zin, was dat een effectieve zelfbescherming. Julian Coco had trouwens helemaal geen hekel aan de Hollanders. ‘Ik heb een zwak voor die Makamba’s, ’ zei ie altijd. Hij was trouwens met een getrouwd.
Iemand die ook zijn kleur niet onder stoelen of banken stak was Helmin Magno Wiels, de leider van de Curaçaose volkspartij, de Partido Soberano. Herinnert u zich nog dat Helmin een video-opname had laten maken waarin hij achter tralies een banaan zat te eten? Hij deed dit om op een meedogenloze – maar geestige – manier te laten zien hoe blanken over zwarten konden denken. Dat tafereel (ik heb er verschrikkelijk om moeten lachen) was duidelijk geïnspireerd door wat Fanon schreef op bladzij 90 van Peau noire, masques blancs (een boek dat Helmin Wiels waarschijnlijk in een Nederlandse of Engelse vertaling onder zijn hoofdkussen had liggen):
‘Ik wierp een objectieve blik op mezelf, ontdekte mijn zwartheid, mijn etnische eigenschappen en op mijn schedel voelde ik woorden beuken als: kannibalisme, achterlijkheid, fetisjisme, raciale gebreken, slavenhalers en vooral, vooral de reclameboodschap ‘Y’a bon Banania!’
Y’a bon Banania
Toen ik in mijn jonge jaren veelvuldig gebruik maakte van de Parijse metro viel me altijd één affiche op dat op elk station minstens één keer voorbijflitste. Dat affiche was banaangeel en er stond een forse, zwarte soldaat op die lachend de boodschap ‘Y’a bon Banania’ ( = wat is die Banania toch lekker!) verkondigde. Het feit dat ik me dat nu nog steeds herinner betekent dat de reclamejongens van 1912 – zo oud is het merk Banania al – voortreffelijk werk hadden gedaan. Drie jaar lang heeft er op het Banania affiche uit 1912 een Antilliaanse vrouw gestaan, maar in 1915 werd ze vervangen door een zwarte Senegalese soldaat. Dat was de man die ik steeds had gezien in de ondergrondse. De slogan ‘Y’a bon Banania’ was een verzonnen soort pidgin-Frans dat Afrikanen en Antillianen geacht werden te spreken als ze hun Creoolse taal gebruikten. Het product Banania was een chocoladedrank in poedervorm van cacao, bananenmeel, tarwe, honing en suiker. Wel lekker. Je kon het met melk koken en het was in tien minuten klaar. Het was voedzaam en prima geschikt voor het leger.
De soldaat op de affiche beantwoordde volledig aan het beeld dat de gemiddelde blanke zich toen maakte van de ‘neger’: een vriendelijke maar domme Afrikaan met dikke lippen en een grote mond die nogal onnozel lachte en eruitzag als een groot soort kind. En hij sprak natuurlijk (!) geen algemeen beschaafd Frans. Kortom, hij was het perfecte symbool van de Creools sprekende onderdaan uit de Franse koloniën. De tekening wekte de lachlust op en zorgde ervoor dat het product Banania gretig aftrek vond bij het grote publiek. De firma heeft die reclame lang weten te handhaven en pas in 2011 vaardigde de rechtbank van Versailles op verzoek van de ‘Beweging tegen het racisme en voor de vriendschap tussen de volken’ het verbod uit om het product Banania nog langer te verkopen met de slogan ‘Y’a bon’. Op straffe van 20.000 euro per overtreding per dag.
Fanon merkte al op dat de zwarte man op die affiche eigenlijk gereduceerd was tot een voorwerp temidden van andere voorwerpen. Wie het Banania-effect wil vergelijken met de Zwarte Piet discussie in Nederland is ver van huis. Zolang er nog niet op elk treinstation in Nederland 24 uur per dag een Zwarte Piet en een Sinterklaas te zien is valt het allemaal nogal mee in onze gebieden.
Racisme en intolerantie
Vreemdelingenhaat, racisme en intolerantie zijn verwante zaken die meestal moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden. Tegenwoordig schuilen ze nog wel eens onder de vlag van ‘strijd tegen het terrorisme’. Die camouflage werkt goed, want niemand wil natuurlijk terrorisme, behalve de terroristen zelf. In Nederland zijn velen bang voor ‘geestelijke terreur’ van de kant van fanatieke Moslims en zijn daarom gauw bereid beledigende opmerkingen aan het adres van moslims te vergoelijken. De Nederlandse PVV politicus Wilders heeft ooit voorgesteld belasting te heffen op het dragen van Islamitische hoofddoekjes onder de naam ‘Kopvoddentax’. Met dit verbaal nogal beledigende voorstel heeft hij de vrije meningsuiting wel erg hoog in het vaandel geheven. Vanwege dit soort uitspraken wordt hij dag en nacht bewaakt. Obsessie, ijdelheid en moed gaan bij hem hand in hand. Opvallend is ook zijn laatste politieke streek: een anti-islamsticker die je bij hem kan bestellen. De sticker stelt de vlag van Saoedi-Arabië voor met daarop een Arabische tekst die o.a. de volgende inhoud heeft: “De Islam is een leugen. Mohammed is een boef’.
Dit lijkt me niet de juiste manier om geesten rijp te maken voor een open discussie. Wat zou hij ervan zeggen als ze in Saoedi-Arabië gingen rondlopen met de Nederlandse vlag waarop stond: ‘Jezus is een oplichter en de Paus is zijn profeet’? Het vervelende bij Wilders is dat ie ook wel eens gelijk heeft met zijn uitspraken. Zo is hij van opvatting dat je niet zó tolerant moet zijn dat je anderen de volledige vrijheid moet geven om intolerant gedrag te vertonen. Geen speld tussen te krijgen…
Frantz Fanon stelde in zijn tijd dus al vast dat racisme, intolerantie en geweld overal aanwezig waren. In zijn tijd kreeg de Franse schrijfster Simone de Beauvoir nog een officiële waarschuwing omdat ze gearmd met de zwarte schrijver Richard Wright over straat liep. Europa en Amerika blijven ook heden ten dage gewelddadig en racistisch. Denk aan de massamoord in het voormalige Joegoslavië. Denk aan de Verenigde Staten waar nog altijd stadswijken zijn waar alleen zwarten, Spaanssprekende Latijns-Amerikanen of Aziaten wonen. En nog niet zo lang geleden, in 1991, speelde de zaak Rodney King, de zwarte jongeman die op sadistische wijze werd afgeranseld door blanke politieagenten die hiervoor niet werden veroordeeld…
Een donkere president Obama helpt wel een beetje en de woorden die hij in 2008 als presidentskandidaat richtte tot de Afro-Amerikaanse gemeenschap waren ongetwijfeld oprecht gemeend: ‘[…] in feite hebben we geen keus als we willen voortgaan op de weg van een betere saamhorigheid. Voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap betekent dit dat we de last van ons verleden moeten accepteren zonder er slachtoffer van te worden, dat wil zeggen dat we echte rechtvaardigheid moeten blijven eisen in alle aspecten van het Amerikaanse leven’.
Meer dan vijftig jaar geleden zei Frantz Fanon hetzelfde en de omstandigheden waarin hij toen verkeerde waren heel wat slechter. Nog steeds heeft zijn boodschap niets aan kracht ingeboet en die boodschap geldt ook voor Latijns-Amerika waar de zwarte, gekleurde en Indiaanse gemeenschappen nog altijd zwaar worden gediscrimineerd (o.a. in Brazilië, Colombia, Peru enz.).
[wordt vervolgd]
Bolo ta di pueblo (3)
Bolo ta di pueblo (2)
Fred de Haas over Frantz Fanon
De racist is erop uit om de Ander te vernederen en, soms, zelfs te doden. We hebben dit gezien bij het geweld van de neo-nazistische en neo-fascistische groeperingen in Duitsland en Rusland dat onwillekeurig doet denken aan de dagen van de Ku-Klux-Klan in de Verenigde Staten.
read on…