blog | werkgroep caraïbische letteren

Bolo ta di pueblo (5)

Fred de Haas over Frantz Fanon

Schuldgevoel: niet nodig
Bijna niemand onder de weldenkende mensen in de zwarte/gekleurde gemeenschappen binnen en buiten Afrika zit erop te wachten dat degenen die zich in het verleden schuldig hebben gemaakt aan kolonisatie en slavenhandel snikkend op de knieën vallen en berouwvol om vergiffenis smeken. Van belang is alleen dat nu en in de toekomst iedereen met hetzelfde respect wordt behandeld, dat de historische waarheid niet wordt verdoezeld en dat nieuwe generaties zich bewust blijven van wat er in het verleden is gebeurd.
Op bladzij 185 van Peau noire, masques blancs zegt Fanon zelf: ‘Ik, gekleurde mens, heb niet het recht om de blanke man een schuldgevoel tegenover mijn ras op te dringen. Ik, gekleurde mens, heb niet het recht om na te denken over middelen die het mij mogelijk zouden maken om het gevoel van eigenwaarde van de oude Baas te vertrappen […]. Moet ik soms van de blanke man van vandaag vragen zich schuldig te voelen over de slavenhandel van de 17eeeuw?’
Oorlogsmisdaden in Algerije

 

In hetzelfde essay waarschuwt hij blank en zwart (‘Peau noire…’ p. 187) ‘à s’écarter des voies inhumaines qui furent celles de leurs ancêtres afin que naisse une communication authentique’ ( = om de onmenselijke wegen van hun voorouders te verlaten zodat er echte communicatie kan ontstaan).
Het is een groot misverstand om uit het werk van Fanon te willen begrijpen dat hij de blanke zou haten. Nee, het enige dat Fanon verafschuwde was het kolonialisme, de onderdrukking, de onrechtvaardigheid en de uitbuiting. In het begin van zijn boek zegt hij al op bladzij 10: ‘ik wil mijn broeder, Zwarte of Blanke, ertoe brengen om op krachtige wijze het betreurenswaardige kleed af te schudden dat is geweven door eeuwen van onbegrip’.
Voor alle duidelijkheid: Fanon had nooit een hekel aan de Fransen, maar wel aan het Frankrijk dat, bevrijd van het nazidom, na de Tweede Wereldoorlog bloedbaden aanrichtte in Sétif (1945) of Madagascar (1974) en dat, na bewezen diensten, de Senegalese en Marokkaanse soldaten in de kou liet staan.
Fanon was een humanist. Fanon was een halve eeuw geleden wijzer dan vele anderen nu. En hij was pas 36 jaar toen hij stierf!
Generaal De Gaulle spreekt met Senegalse soldaten

 

Geweld in de oude koloniën na de onafhankelijkheid
Na het vertrek van de koloniale machthebbers zijn er vreselijke dingen gebeurd in Afrika. In Mauritanië heeft de slavernij zijn kop opgestoken, in Zuid-Afrika zijn Zimbabwaanse migranten levend verbrand en aan stukken gehakt, migranten uit Bénin zijn uit Guinea verdreven, in Ruanda heeft er genocide plaatsgevonden, in Mali staan Christenen en Moslims elkaar naar het leven, in Egypte worden de Kopten vervolgd, in Centraal Afrika wordt er gemoord, in Zuid-Soedan dreigt er een burgeroorlog, in Libië discrimineert men zwarten uit Centraal- en West-Afrika.
Een paar krantenkoppen en berichten uit de Volkskrant van het afgelopen jaar:
11/01/2013: Frankrijk begint militaire interventie in Mali.
28/03/2013: Veiligheidsraad sanctioneert militaire interventiemacht in Congo.
22/04/2013: 185 doden bij gevechten in Baga, Nigeria.
15/12/2013: etnisch geweld in Zuid-Soedan.
27/12/2013: Massagraven in Zuid-Soedan
28/12/2013: Chaos in Centraal Afrikaanse Republiek. Land balanceert op de rand van burgeroorlog.
Al dat geweld en die intolerantie die zijn losgebarsten na de onafhankelijkheid, zijn te wijten aan de heersende inheemse klasse die de koloniale bestuurders is opgevolgd. Fanon heeft in zijn tijd herhaaldelijk gewaarschuwd voor de machtswellust, het egoïsme, de inhaligheid en de schijnheiligheid van die regerende klasse.
In vergelijking met wat er in Afrika gebeurt is Curaçao een beschaafd land, maar het ontbreekt het merendeel van de bevolking nog steeds aan de juiste scholing en aan politiek inzicht. Daardoor laten de mensen zich voorlopig helaas nog makkelijk meeslepen door loze beloftes van schijnheilige politici.
Behoud van de eigen cultuur: Afrika en Curaçao
In de Afrikaanse gebieden werden de stamculturen ter plekke door de koloniale onderdrukkers ontkend, verstikt of vernietigd.
De Afrikanen die via de slavenhandel op Curaçao en elders in het Caribisch gebied arriveerden behielden slechts flarden van eigen culturen, omdat het heterogene groepen mensen betrof die uit verschillende Afrikaanse gebieden afkomstig waren. En zelfs die paar restanten van eigen (taal en) cultuur werden door de kolonisator zoveel mogelijk ontkend en vernederd. De Curaçaose cultuur werd op die manier een dubbele slag toegebracht.
McDonald’s Curaçao
De intellectuelen die door studie aan de Nederlandse Universiteiten voortkwamen uit de groep kleurlingen werden – noodgedwongen – beklagenswaardige imitators van de Westerse cultuur waarvan ze niet schroomden zelfs de leugens over te nemen. Maar gedane zaken nemen geen keer en Fanon heeft in Les damnés de la terre hiervoor de waarschuwende vinger opgeheven: ‘laten we geen tijd verdoen met […] weerzinwekkend kopieergedrag’. En om de weg te wijzen naar een authentiek cultureel leven voegt hij eraan toe (p. 163): ‘vechten voor de nationale cultuur betekent op de eerste plaats vechten voor de bevrijding van het land, de fysieke baarmoeder waaruit de cultuur kan ontstaan. Er is geen culturele strijd die zich zou kunnen ontwikkelen los van de strijd van het volk’.
Dat betekent dus dat er geen culturele strijd kan zijn die losstaat van de politieke strijd. Pas als er geen sprake meer is van achterstelling kan er sprake zijn van een van een nationale cultuur en van nieuwe perspectieven. De verwezenlijking van dit alles is echter een langdurig proces. Deelname aan dit proces is daarom vaak ontmoedigend.
[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter