Elis Juliana bewondert het driedimensionale ‘portret’ dat kunstenaar Tirzo Martha van hem gemaakt heeft in... Lees verder →
Curaçaose dichter Elis Juliana overleden
Elis Juliana bewondert het driedimensionale ‘portret’ dat kunstenaar Tirzo Martha van hem gemaakt heeft in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren, november 2009. Foto @ Michiel van Kempen |
Het 5000ste bericht op deze blogspot!
![]() |
Clark Accord; Werkgroepportret door Nicolaas Porter |
![]() |
Hoogwaardige fotografie: Friends van Nicolaas Porter |
Elis Juliana viert 85ste verjaardag
Elis Juliana, portret door Nicolaas Porter, gemaakt in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren. |
Vandaag, 8 augustus 2012, viert de Curaçaose dichter, beeldend kunstenaar en cultuurvorser Elis Juliana, zijn 85ste verjaardag. Hij wordt beschouwd als misschien wel de grootste levende dichter in het Papiamentu.
Op de foto hierboven is de dichter aan het werk met dichter en vertaalster Lucille Berry-Haseth (rechts) en vertaalster Ini Statia (links) bij de voorbereiding van Juliana’s bundel Wazo riba ròndu, verschenen in 2008. Foto: Jenny Coffi-Alberto.
Hieronder het portret dat de eveneens Curaçaose beeldend kunstenaar Tirzo Martha maakte van Elis Juliana, in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren. Het driedimensionale werk (op deze foto gezien op de achterzijde) bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum & Documentatiecentrum in Den Haag.
Mashá pabien Elis! Pabien tambe na su señora Nilda i tur su yunan.
Schrijversportretten naar Letterkundig Museum
Op vrijdag 20 januari 2012 overhandigde Michiel van Kempen namens de Werkgroep Caraïbische Letteren de eerste twee Caraïbische schrijversportretten gemaakt in opdracht van de Werkgroep, aan het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag. De werken zijn in permanente bruikleen afgestaan. Deze eerste twee werken waren het driedimensionale beeld van Tirzo Martha van de dichter Elis Juliana en het kunstwerk in groot formaat boekvorm van Dhiraj Ramsamoedj waarmee hij de dichter Michael Slory portretteerde. Een fotoreportage van het Letterkundig Museum.
Caraïbische schrijversportretten overgedragen aan Letterkundig Museum
De eerste twee Caraïbische schrijversportretten gemaakt in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren zijn op vrijdag 20 januari 2012 in Den Haag overgedragen in permanente bruikleen aan het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. Reportage volgt, klik hier.
Een derde portret, van de Surinaamse dichter Shrinivasi wordt op dit moment gemaakt door de Antilliaanse kunstenaar Carl Ariza.
Kunst in het Caraïbisch gebied
door Annelous Neven
Fundashon di Artista is zeer verheugd over de publicatie Curating in the Caribbean. Het boek bevat essays van twaalf curatoren die in de Caribbean verantwoordelijk zijn voor de selectie van Caribische kunst. De Curaçaose kunsthistorica en curator Jennifer Smit vertelt over Curaçao.
Uit de bijdrage die Smit en andere curatoren leverden, bleek dat de kunst die in de regio gemaakt is, heel divers is en per eiland verschilt. Curatoren in de regio houden zich met veel meer taken bezig dan hun collega’s in andere delen van de wereld. Dit komt vaak door een gebrek aan fondsen voor de stimulering van kunst.
De publicatie van Curating in the Caribbean zal een belangrijke bijdrage leveren aan de bekendheid en waardering van de Curaçaose kunst. Veel belangstellenden zijn erg enthousiast over de kwaliteit van de door Smit getoonde selectie van werken die eerder op de overzichtstentoonstelling Antepasado di Futuro in het Curaçaosch Museum was te zien. “Men wist niet dat er op Curaçao zulke interessante kunst van zo’n hoog niveau wordt gemaakt.”
[van Versgeperst]
Opdrachtwerken Werkgroep te zien op Caraibische Letterendag
De schrijversportretten die in opdracht van de Werkgroep Caraibische Letteren vorig jaar en dit jaar vervaardigd zijn door de beeldend kunstenaars Tirzo Martha en Dhiradj Ramsamoedj, zullen op de Derde Caraibische Letterendag op zaterdag 25 september 2010 in het Amsterdamse Bijlmerparktheater te zien zijn voor het publiek. Hieronder afbeeldingen van de eigenzinnige portretten van Elis Juliana en Michael Slory.
Slory verrast met eerbetoon in boekvorm
Dat de verjaardag van Michaël Slory klein gevierd werd kwam door samenloop van omstandigheden. De Schrijversgroep ‘77 werd in de derde week van juli benaderd door Michiel van Kempen, biografieschrijver van de dichter, om een feest te organiseren om de geboortedag van Slory te vieren [MvK is niet de biograaf van Slory, maar stelde een bloemlezing uit zijn werk samen – red.]. Ismene Krishnadath van de schrijversgroep: ”Het zat niet in ons systeem om iets te doen voor zijn verjaardag. Wij zien het niet als reguliere taak om zoiets te doen. En toen wij benaderd werden hadden we geen tijd en geld om dat op ons te nemen”. Ook Johan Roozer van Henri Frans de Ziel Stichting [en het directoraat Cultuur – red.] zag het niet als zijn taak. Zo kwam Van Kempen zondag bij Neus terecht en zij hield gisteren een klein bescheiden maar erg gezellige bijeenkomst met vrienden voor de 75ste verjaardag van de dichter des vaderlands.
[Overgenomen uit De Ware Tijd, 5 augustus 2010]
Michaël Slory viert zijn 75ste verjaardag
Michaël Arnoldus Slory werd op 4 augustus 1935 geboren te Totness, Coronie. Zijn ouders waren eenvoudige landbouwers die hun kinderen katholiek opvoedden. Niettemin proefde Slory veel van de echte negercultuur.
In november 1947 verhuisde hij naar Paramaribo, waar hij na een verblijf van een jaar bij een tante, werd opgenomen in het internaat van de fraters van Tilburg. Hij doorliep het MULO op de Paulusschool en ging in 1952 naar de AMS. Hij schreef al poëzie in het Nederlands, maar begint door toedoen van zijn leraar René de Rooy ook te schrijven in het Sranan en het Spaans; De Rooy opende voor hem het venster op de wereldliteratuur (Góngora, Quevedo) en droeg zorg voor zijn debuut in 1958 in het tijdschrift Tongoni met drie gedichten in het Nederlands.
Slory slaagde in 1955 voor de AMS, werkte in enkele administratieve baantjes en koos eind 1957 zee om in Nederland Spaans te gaan studeren. In Amsterdam verkeerde hij veel in kringen van Ons Suriname en Wie Eegie Sanie. Zijn politieke vorming en historisch-culturele bewustzijn kregen er geweldige impulsen. Hij liet een gefotokopieerd bundeltje circuleren met vijftien gedichten over de bevrijder van Zaïre, Patrice Loemoemba, onder de titel Wakadron [Marcheer¬trom]. Hij zocht aansluiting bij verschillende facties binnen communistisch Nederland en in 1961 verscheen onder het pseudoniem Asjantenoe Sangodare bij de communistische uitgeverij Pegasus zijn bundel Sarka/Bittere strijd, met een voorwoord van Theun de Vries. Spoedig distantieerde hij zich van het communisme, omdat Wie Eegie Sanie hem waarschuwde dat de communistische ideologie niet verenigbaar was met de nationalistische strijd voor eenheid in Suriname. Toch bracht Pegasus later nog twee van zijn bundels. Slory droeg in de jaren ’60 geregeld bij aan De Gids, verder aan onder meer Mamjo, Contour, Tirade, het marxistische Kontrast en van 1965 tot 1969 aan de jaarboeken die Ons Suriname uitbracht onder de titel Fri.
In 1966 werd Slory’s studiebeurs ingetrokken en vanaf dat moment moest hij als werkstudent zien rond te komen. Zonder zijn studie te hebben afgemaakt keerde hij in 1970 naar Suriname terug, vast bereid om zijn land naar de onafhankelijkheid te helpen. Hij zou zich geheel gaan toeleggen op het schrijven in het Sranan. Aan de Lerarenopleiding in Paramaribo haalde hij in 1974 de MO-A-akte Spaans. Hij voorzag in zijn onderhoud als leraar Spaans, maar zou later grotendeels worden vrijgesteld van het lesgeven.
Teleurgesteld over de politieke ontwikkelingen in zijn land en over militairen met bloed aan hun handen, die brallende toespraken hielden in het Sranan, schreef hij na 1982 nog bijna uitsluitend in het Nederlands en het Spaans. Poemas contra la agonía [Ge¬dichten tegen de doods¬strijd/angst] uit 1988 was de eerste geheel Spaanstalige bundel uit de Surinaamse literatuurhistorie. Vanaf 1987 werd hij vast medewerker van De Ware Tijd. Zijn werk werd opgenomen in alle bloemlezingen en tijdschriftspecials van Surinaamse literatuur en verscheen in onder meer de Poëziekrant (2001).
Aan literaire erkenning heeft het Slory niet ontbroken. Het Prins Bernhardfonds onderscheidde hem in 1961 voor zijn gedicht `Koroni Kawina’. In 1966 ontving hij de ESSO-literatuurprijs (een financiële tegemoetkoming die de multinational aan veelbelovende schrijvers toekende). Samen met Shrinivási werd hem in 1974 de Gouverneur Currie-prijs toegekend. Het jaar daarop kreeg hij de Sticusa-prijs voor niet-Nederlandstalig Surinaams werk, in 1986 de Literatuurprijs van Suriname over de jaren 1983-1985. Toen hem in 1989 het Ridderschap in de Ereorde van de Palm werd toegekend, was zijn wantrouwen in de autoriteiten inmiddels zo gegroeid, dat hij niet kwam opdagen bij de decoratieplechtigheid. In 1999 werd door de Rijswijkse stichting Friendship samen met de stichting Afro-Surinaams Cultureel Centrum ter stimulering van jonge dichters de Michaël Slory Literatuurprijs ingesteld, maar daarvan werd later niets meer vernomen.
Schilder René Tosari maakte een reeks aquarellen bij Slory’s werk en Slory schreef poëzie bij Tosari’s werk, zoals hij dat ook bij schilderijen van Rinaldo Klas deed. De Nederlandse componiste Gerda Geertens toonzette in 1993 enkele van zijn gedichten tot de compositie Sarka voor sopraan en piano. John Albert Jansen maakte in 1996 over Slory de film En nu de droom over is…
Tot en met 2000 publiceerde Michaël Slory één tweetalige dichtbundel, achttien bundels in het Sranan, zes in het Nederlands en drie in het Spaans. Voorts liet hij verschillende vouwbladen met poëzie drukken en publiceerde hij tal van verspreide gedichten. Een grote bloemlezing uit zijn werk verscheen in 1991 onder de titel Ik zal zingen om de zon te laten opkomen, samengesteld door Michiel van Kempen en met vertalingen van Michel Berchem (uitgeverij In de Knipscheer, nog altijd leverbaar). Bij In de Knipscheer verschijnt eind 2010 een nieuwe bundel van Slory om dit jubileumjaar feestelijk cachet te geven.
De Werkgroep Caraïbische Letteren feliciteert Michaël Slory hartelijk met zijn 75ste verjaardag. In opdracht van de Werkgroep heeft Dhiradj Ramsamoedj een portret van Slory gemaakt dat vandaag zal worden onthuld op een feestelijke bijeenkomst in het Surinaams Museum in Fort Zeelandia (klik hier om het portret te zien).
Dhiradj Ramsamoedj’ portret van Slory
In opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren heeft Dhiradj Ramsamoedj een kunstwerk vervaardigd bij wijze van portret van Michael Slory, die op 4 augustus 75 wordt. De kunstenaar stuurde ons deze portretbeschrijving:
Michaël Arnoldus Slory (Totness (district Coronie in Suriname), 4 augustus 1935) geldt als de belangrijkste dichter in het Sranan. Hij heeft het Sranan, een taal die door vrijwel alle Surinamers wordt gebezigd zijn hele leven lang ondersteund en ontwikkeld. Hij geldt als een bron van kennis voor vele Surinamers.
De keuze voor het portret in boekvorm is op het bovenstaande gebaseerd. Een boek wordt ook wel aangezien als te zijn een Guru = Slory. Een boek heeft een informatief karakter, het boek verstrekt informatie en eist niets terug. Slory geeft ons zijn gedichten in het Sranan en eis niets terug met uitzondering van respect. Als klein kind heb ik altijd geleerd om respect te hebben voor boeken en ze nooit met de voeten trappen. Een boek heeft ook een onschuldig karakter, dat Slory ook uitstraalt.
De zwarte kaft verwijst naar eenzaamheid en sober gevoel van Slory. Pangi-stoffen worden geassocieerd met de cultuur van de Negers in Suriname. De in pangi-stof uitgevoerde strip(rugband) refereert aan Slory’s trots, de trots om Surinamer te zijn. De eerste pagina in het boek is ook van pangi-stof, die refereert aan de cultuur van Slory.
Michaël Slory: ‘Ik heb alle moed verloren’ (klik hier voor interview)
Het boek bestaat uit pagina’s van canvas. Hiervoor heb ik een groot doek waarop er een schilderij met twee koppen was afgebeeld, in 12 gelijke stukken gesneden. De keuze voor dit schilderij, omdat het ging over twee figuren die elkaar aanstaren en de verf brokkelde af van dit doek, dit associeer ik vervolgens met Slory die veel hoop had op zijn toekomst en helaas deze zag uit elkaar vallen.
De canvaspagina’s zijn aan de zijde waar het schilderij was, verwerkt met witte olieverf. Deze zijn gevlekt en symboliseren de status van Slory.
In het boek zijn 5 pagina’s volledig zwart, deze verwijzen naar de 5 waarnemingszintuigen. Middels de 5 waarnemingszintuigen kan Slory waarnemen dat hij eenzaam en berooid is. Dat hij niet bestaat voor de eigen mensen, dat hij niet in tel is bij de mensen. Dat zijn familie geen waardering heeft voor hem en zijn werk. Dat hij weliswaar beter was indien hij bij een politieke partij was aangesloten.
Slory schrijft zijn gedichten in 4 talen beginnende met Sranan, Nederlands, Spaans en vervolgens Engels.
In het boek zijn ze volgens deze volgorde opgenomen. De gedichten zijn zelf door Slory geschreven, hij kent alleen ‘fraga mi wortu’ uit het hoofd, vandaar dat dit volledig is uitgeschreven.
Verder zijn er pagina’s in het boek die weergeven een zwart-witportret, een pose waarin Slory zijn gedicht ‘fraga mi wortu’ voordraagt aan het publiek, twee pagina’s die weergeven de dichter aan het schrijven. Ook is er een pagina die weergeeft een proost op Slory’s 75ste jaardag.
Een pagina waar de dichter zijn voeten zijn weergegeven, versleten door het hier en daar te slenteren om zijn gedicht aan de man te brengen.
Ik heb bij het bepalen van het formaat van het boek een bepaalde logica gehanteerd. Ik heb een passie voor ingewikkelde berekeningen. Het formaat van het boek is bepaald aan de hand van de volgende gegevens:
14 / 05 / 2010 is de dag waarop ik Slory heb ontmoet en de basis gelegd voor 2 boeken voor het portret van Slory
1e klein boekje
2e groot boek
Klein boekje is bedoeld als ideeën boek en het grootboek is het portret van Slory.
Formaat van het boekje wordt bepaald aan de hand van de lengte van Slory’s handpalm = 20 cm (hand waarmee Slory gedichten schrijft)
2.145
2 boekjes 14e dag v/d maand mei
Lengte boek is 20 x 2.145= 42.9 cm
Lengte is langer dan de breedte dus wordt het jaar 2010 (=0.2010) afgetrokken van 2.145. 2.145 – 0.2010= 1.944 x 20 = 38.88, dus breedte is 38.88
Voor meer foto’s van het kunstwerk en ander werk van de kunstenaar, klik hier
De foto van het kunstwerk is van Dhiradj Ramsamoedj
Foto rechts: Slory en Ramsamoedj, @ Michiel van Kempen