blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Haas Fred de

Trommelgeesten (9)

door Fred de Haas

Centraal Amerika

Aan de Caribische kust van Honduras, Belice, Guatemala en Nicaragua woont een volk van ongeveer 600.000 mensen dat zichzelf in de eigen inheemse taal ‘Garífuna’ noemen (met de klemtoon op de i) en door het Britse koloniale bestuur werden aangeduid als ‘Black Caribs’.

read on…

Trommelgeesten (8)

door Fred de Haas

 
Brazilië en de Umbanda
Alleen al vanwege de grote oppervlakte van Brazilië is het niet verwonderlijk dat er grote verschillen zijn ontstaan in de vorm en uitvoering van de uit Afrika meegenomen religies. We zullen ons vanwege de grote verscheidenheid van godsdiensten beperken tot een paar.
Er zijn in Brazilië Afrikaanse religies die weinig van hun oorspronkelijke karakteristieken hebben verloren. Dat is bijvoorbeeld het geval met de religie van de Fon uit Bénin/Dahomey die aanhangers heeft in São Luiz de Maranhão (Noord-Oost Brazilië) en de Candomblé uit Bahia (You Tube / SALVADOR DA BAHIA, Candomblé ceremonials). Andere godsdiensten, die losser zijn komen te staan van de Afrikaanse traditie zijn de Batuque en de Chango uit Recife. Het zou te ver voeren om bij de kenmerken van al die religies stil te staan. Bovendien is er een grote mate van overeenkomst in rituelen waarvan we er al vele hebben besproken. In plaats daarvan zullen we onze aandacht richten op een vorm van religie die uitermate populair is geworden en die talrijke elementen uit andere culturen in zich bergt: de Afro-achtige godsdienst die ‘Umbanda’ wordt genoemd.
Het woord komt uit het Kimbundu (taal uit Angola) waarin het ‘geneeskunst’ betekent. In Brazilië is de naam gebruikt om de godsdienst aan te duiden. De Braziliaanse Umbanda is een godsdienst die zich plooit naar de behoeften van de gelovigen die op zoek zijn naar zingeving en verklaring. Umbanda ‘priesters’ zijn op zijn minst uitstekende psychologen die hun gelovigen zo goed mogelijk van advies dienen. De Umbanda is kennelijk beter in staat om te voldoen aan de geestelijke en sociale behoeften van – vaak arme – mensen dan de katholieke kerk met haar wat stijve erediensten.
De Umbanda ‘priesters’ doen ook aan geneeskunst en houden er (zwart) magische praktijken op na. Er zijn ook talrijke Umbanda centra in Argentinië (You Tube/Sesion de Ogum llegada del Ogum da Lua)  en Uruguay (You Tube/Ceremonia de Yemanyá. Montevideo Uruguay 02/2011). De Umbanda heeft ook veel blanke volgelingen, net als de Santería in Cuba.

Het is vrij ingewikkeld om na te gaan uit wat voor culturele elementen de Umbanda bestaat. Er zitten Afrikaanse, inheems Indiaanse, christelijke en spiritistische elementen in. De verbinding met het spiritisme kon makkelijk worden gelegd omdat de Bantu uit Angola en Congo een sterke voorouderverering hadden. Wat was er dus prettiger dan te geloven in het spiritisme dat beweerde (beweert) een verbinding te kunnen leggen met de overledenen? Ook voegde het spiritisme er nog wat magische dingen aan toe zoals astrologie, een scheutje Zen Boeddhisme, sjamanisme, enz. Vaak halen de halfgeletterde Umbanda priesters hun wijsheid uit pseudo-wetenschappelijke boeken die in grote hoeveelheden te koop zijn. Ze proberen zelfs aan te tonen dat de wortels van de Umbanda ook in de Bijbel zijn te vinden, hoewel het evident is dat die wortels liggen in de oude Yoruba en Bantu godsdiensten waarvan de kennis diep is weggezakt en daarom moet worden aangevuld met allerlei bruikbaars uit andere religies.

De Umbanda vereert zowel de Afrikaanse Orisha (goden) van de Yoruba als de ‘oude zwarte voorouders’ uit de religie van de Bantu en de geesten van de overledenen via het Spiritisme. In de Umbanda worden de geesten alleen maar verzocht om hun krachten aan te wenden voor een bepaald doel, bijvoorbeeld voor de genezing van een ziekte. Via de Umbanda mediums (meestal vrouwen) manifesteren zich ook Aziatische godheden.
Het is niet mogelijk om de Umbanda in zijn algemeenheid te beschrijven. Elke religieuze ‘afdeling’ heeft zijn eigen rituelen. Er zijn centra die meer naar de Afrikaanse traditie neigen en andere die sterk tegen het spiritisme aanleunen. Ook zijn er centra die zijn gespecialiseerd in magische rituelen. Alle Umbanda centra worden geleid door mannen. De mediums (‘filhas do santo’ = dochters van de heiligen) hebben helpsters die niet in trance vallen en ‘samba’ worden genoemd. De mediums dragen witte gewaden. De ‘priesters’ dragen ‘magische’ kettingen en veelkleurige gewaden.
Ook maakt men in de Umbanda gebruik van het IFA Orakel om voorspellingen te doen. We spraken al over dit orakel bij de behandeling van de Afro-Cubaanse godsdienst van de Santería.
[vervolg, afl. 9, klik hier]

Poema na papiamentu di Lucille Berry-Haseth

Invitashon

Algun famia i amigu di Lucille ta invitá bo pa un programa kultural festive ku presentashon di Enkuentro Ontmoeting, un selekshon di poema na papiamentu di Lucille Berry-Haseth i nan tradukshon na hulandes di Fred de Haas, ku ilustrashon na koló di José Maria Capricorne,
djadumingu mainta 18 di ougùstùs 2013,  10.00 or – 11.30 or,

den sala grandi di Cultureel Centrum Curaçao, Koninginnelaan, Emmastad
letra: Bernadette Heiligers, Sidney Joubert,
Eliane Haseth i Lucille
baile: Rudsel D’Antonia
muzik: Wim Statius Muller
buki na benta na preis spesial

Trommelgeesten (7)

door Fred de Haas
Venezuela
In Venezuela is de Afrikaanse religieuze overlevering niet sterk. De reden hiervan is dat er in Venezuela, in tegenstelling tot wat het geval is geweest in andere landen, weinig Afrikanen als slaven zijn ingevoerd en de slavenhandel rond 1800 al verboden was. Ook werden de Afrikanen die uit dezelfde gebieden kwamen over het hele land verdeeld om samenzweringen en opstanden te voorkomen. Dit beleid heeft er ook toe geleid dat er nauwelijks meer sprake kon zijn van het voortzetten van Afrikaanse tradities, behalve in zeer geïsoleerde gebieden als Barlovento. De Afrikaanse minderheden zijn zonder probleem opgegaan in de rest van de bevolking.
Zoals gebruikelijk werden de Afrikaanse slaven bij aankomst in het nieuwe land (of reeds eerder) katholiek gedoopt. Zij gingen langzamerhand deel uitmaken van door de missionarissengestichte broederschappen (Cofradías) die de heiligenverering propageerden onder de slaven. Zo werd Sint Jan (San Juan) de patroonheilige van de slaven in het Oosten en het midden van Venezuela en werd Sint Benedictus (San Benito. Zie You Tube / The Festival of San Benito) de beschermheilige in het Westen van het land, in Zulia en Coro.
Het Sint Jansfeest wordt in juni gevierd en het feest van San Benito rond Kerstmis. Wel bleef de typisch Afrikaanse (maar ook wel ‘volkskatholieke’) gewoonte bestaan om de heiligen menselijke eigenschappen toe te dichten. De heiligen hadden zo hun sterke en zwakke kanten. De band met de gewone mens was zodanig dat je de heiligen om gunsten kon vragen en in ruil daarvoor beloftes kon doen.
Op feestdagen worden de heiligen onder dans en trommelmuziek het dorp rondgedragen, een gewoonte die men ook in Spanje en Zuid-Amerika nog overal kan aantreffen. De trommelaars en dragers worden soms met  de heiligenbeelden thuis uitgenodigd en krijgen daar te eten en te drinken. Af en toe gooit men wat brandewijn op het hoofd van de heilige als bekend is dat deze wel van een slokje houdt.

In Barlovento gebruikt men speciale trommels op het feest van San Juan (You Tube/ Tambores de San Juan en Curiepe). De ronde trommels waarop wordt gespeeld zijn Congolees van oorsprong en de reuzentrommel, de ‘Mina’, is afkomstig uit Togo en wordt door de Ewe gebruikt. In San Francisco de Yare verschijnen er op Sacramentsdag (tweede donderdag na Pinksteren) dansers op straat die rode of bonte kleding dragen. De maskers die de dansers dragen in Chuao (You Tube / Diablos Danzantes de Chuao Estado Aragua)  lijken op die van de Bapende in Congo (You Tube – Pende Dance – Congo 1974.mp4).

Hoewel Venezuela een katholiek land is zie je ook daar een vermenging van magie, bijgeloof en eenvoudige volksreligie. Net als in Suriname gelooft men dat de mens twee zielen heeft die na de dood geesten worden. Na de dodenwake gaat er een naar God en de andere naar het Rijk der Doden. Sommige geesten kunnen last veroorzaken. In Barlovento zet men eten en drinken op de graven van de overledenen op Allerheiligen.
In een vorig artikel heb ik het al eens geschreven over de cultus van Maria Lionza die is ontstaan in de bergen van Sorte in Yaracuy en hoe langer hoe meer aanhangers krijgt. Enkele woorden over deze cultus kunnen hier voor de volledigheid niet ontbreken. De cultus heeft zijn wortels in de Indiaanse, Europese en Afrikaanse cultuur. Het is, kort gezegd, een geloof in natuurkrachten. Later vermengde het zich, o.a. onder invloed van uit Cuba afkomstige Santería ‘priesters’, met elementen uit de Santería.
Een van de legendes die Maria Lionza betreffen is het verhaal dat zij een dochter was van een Caiquetío Indiaan die zijn dochter in een grot verborgen hield omdat ze was geboren met lichte ogen, wat als een slecht voorteken werd beschouwd. Op een dag kreeg zij bezoek van een tapir die haar woudvruchten gaf en meevoerde op zijn rug. Zij kreeg veel verstand van kruiden en genas veel mensen. Men begon haar te vereren als een godin en gaf haar de naam ‘María La Onza’ omdat een Onza (= tapir) haar begeleidde. Die naam veranderde later in María Lionza. Ze kreeg ook een blauwe mantel die doet denken aan de mantel van de Maagd María met wie ze ook wordt vereenzelvigd. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd María Lionza erg populair en de dictator Pérez Jiménez liet zelfs een standbeeld voor haar oprichten (Google ‘estátua de María Lionza’).
Vooral mensen uit de lagere sociale klasse zijn aanhangers van de Maria Lionza cultus (You Tube MARÍA LIONZA “Más Allá de los Espiritual” PARTE 1/5). De rituelen worden geleid door een ‘banco’ een lekenpriester die zichzelf het vak heeft geleerd. Om de geesten op te roepen en in trance te raken worden er sigaren gerookt, liefst op een lege maag, alcoholische dranken genuttigd en met het hoofd gedraaid. De best ingevoerde mediums (meestal weer vrouwen) ontvangen de geesten en spreken soms in (war)talen die niemand begrijpt. In de Semana Santa, de Lijdensweek, trekken er duizenden pelgrims naar Sorte ter ere van Maria Lionza.
De cultus van María Lionza vormt dus een allegaartje van elementen uit Afrikaanse culturen (kenmerken: de persoonlijke betrekking tussen mensen en geesten, geesten die door mediums spreken, genezingspraktijken, witte en zwarte magie, dierenoffers), Indiaanse tradities (kenmerken: de inheemse legende, het gebruik van tabak om in een andere bewustzijnstoestand te raken, typisch inheemse geneeswijzen zoals het zogenaamd verwijderen van kwaadaardige weefsels uit het lichaam van de zieke), Christelijke elementen (kenmerken: de associatie van María Lionza met de Maagd van Coromoto, het gebruik van kaarsen, het gebruik van plaatjes, afbeeldingen, rozenkransen, wierook en het symbool van het Kruis) en een vleugje spiritisme ( kenmerken: contact met de doden, trance en mediums). Er is dus van alles te doen in de cultus en dat verklaart de geweldige populariteit ervan.
Merkwaardig genoeg was de cultus van María Lionza aanvankelijk niet populair bij de zwarte boeren van Barlovento, maar door de komst van reizende ‘bancos’ zijn ook zij aanhangers van de cultus geworden.
[vervolg afl. 8, klik hier]

Trommelgeesten (6)

door Fred de Haas

Suriname

In Suriname zijn nog vele herinneringen bewaard gebleven aan het Afrikaanse verleden. Dat heeft een duidelijke reden. In de 17e en 18e eeuw zijn er in Suriname bloeiende gemeenschappen geweest van gevluchte slaven die lange tijd werden aangeduid met de naam ‘Bosnegers’, een naam die in de late 20e eeuw is vervangen door de term ‘Boslandcreolen’ of ‘Marrons’. Twee bekende Boslandstammen zijn de Saramakkaners (zie You Tube: Suriname, Saramaccanen, Marrons, bosnegers, dansen, zingen, oerwoud + Harry) en de Aukaners of Dyuka (Zie You Tube Dutch Guiana – Land of the Djuka 1933).

De gemeenschappen van Boslandcreolen, die diep in de tropische bossen leefden, werden op den duur met rust gelaten door de kolonisten omdat het onmogelijk bleek ze te onderwerpen. De Boslandcreolen vermengden zich niet met de inheemse Cariben en Arowakken en behielden hun eigen uit Afrika meegenomen tradities waarvan we hieronder enkele facetten zullen behandelen.

read on…

Trommelgeesten (5)

door Fred de Haas

De Franse Antillen

Op Martinique en Guadeloupe zijn de oude Afrikaanse godsdienstige tradities verwaterd tot magie en bijgeloof. Er wordt geloof gehecht aan de macht van de zogeheten ‘quimboiseurs’ of zwarte magiërs. De ‘quimboiseurs’ maken ‘quimbois’ (kenbwa). Dat zijn ‘magische’ pakketjes van, bijvoorbeeld, aarde van een kerkhof, beenderen van een geraamte, kruiden en andere rommel, waaraan een bepaalde kracht wordt toegekend. Het volk van de Franse Antillen is vaak in de weer met baden, kruiden, kaarsen, magisch geladen watertjes, enzovoorts.

read on…

Heeft Elis Curaçao verlaten?

door Fred de Haas

Het antwoord op deze vraag kan en mag niet anders dan ontkennend luiden.

Elis Juliana heeft zoveel moois nagelaten dat de mensen van zijn land nog lang, nog héél lang zullen kunnen putten uit datgene wat er aan zijn geest ontsproten is.

read on…

Trommelgeesten (4)

door Fred de Haas

De Yoruba

De godsdienst van de Yoruba uit Nigeria behoort tot de meest ontwikkelde van West-Afrika. Omdat de Yoruba vrij laat in, bijvoorbeeld, Cuba en Brazilië zijn aangekomen, hebben hun tradities zich goed weten te handhaven in hun nieuwe ‘vaderlanden’.

read on…

Trommelgeesten (3)

door Fred de Haas
 
Kenmerken van Afro-Amerikaanse godsdiensten
In de loop der afgelopen eeuwen zijn er miljoenen Afrikanen naar de Spaanse, Portugese, Franse, Engelse, Deense en Hollandse koloniën gebracht. Deze Afrikanen behoorden allemaal tot verschillende stammen, taalgebieden en culturen. Maar soms kan het zijn dat in bepaalde gebieden etnische groepen vrij homogeen van samenstelling zijn gebleven. Zo vinden we in Suriname veel overeenkomsten met de godsdienstige tradities van de Ashanti en Fanti uit Ghana. In Brazilië en Cuba zijn er bepaalde gebieden met een uitgesproken Yoruba (Nigeria) en Bantu (Angola/Congo) traditie.
Bij het bestuderen van Afrikaanse godsdiensten valt één ding op: ze nemen makkelijk goden en rituelen uit andere culturen over. Afrikanen zijn praktische mensen en als iets bevalt dan wordt het overgenomen. Hun godheden blijken al net zo praktisch te zijn als zijzelf en over menselijke eigenschappen te beschikken. Ze hebben hun deugden en hun gebreken, ze kunnen goed of slecht zijn, afhankelijk van hoe je met hen omgaat. Goden kunnen worden gemanipuleerd en dat verklaart meteen al de grote populariteit van de magie in Afrikaanse godsdiensten. Goden stellen er prijs op dat de rituelen goed worden uitgevoerd. Anders kunnen ze erg boos worden en moeten dan door offers weer gunstig worden gestemd.
Ook valt het op dat moraal en religie in Afrikaanse godsdiensten geen verband met elkaar houden. Er bestaat niet zoiets als de Tien Geboden zoals we die kennen van de katholieke kerk. Het begrip ‘zonde’ is een onbekend verschijnsel. Over een ‘hiernamaals’ maken ze zich ook geen zorgen. Als je wordt gestraft of beloont dan gebeurt dat in deze wereld en nergens anders. Wel geloven de Afrikanen in een Opperwezen, maar ze houden zich daar verder niet mee bezig. Dat Opperwezen bemoeit zich ook niet met aardse zaken. Dat laat hij/zij aan de lagere godheden over. Het begrip ‘ziel’ was wel bekend. Men geloofde zelfs dat een mens meerdere zielen had en dat een ziel na de dood in een ander lichaam opnieuw geboren kon worden.
Voorouderverering was wijdverbreid in de Afrikaanse godsdiensten. De Yoruba hadden de traditie om in de maand juni in de straten te dansen waarbij gemaskerde dansers de voorouders voorstelden en gehuld waren in lange veelkleurige gewaden. De dansers werden vergezeld door trommelaars en mensen die het publiek op afstand hielden. Ook waren er acrobaten, clowns en goochelaars die meeliepen in de stoet en het geheel een luchtige toon gaven.
In Afrika kende men ook ‘priesteressen’ die een vrij lange en kostbare opleiding kregen. Aan het eind van de opleiding kregen de priesteressen een bepaalde godheid toegewezen met wie ze in trance zouden kunnen spreken. Dit verklaart het bestaan van ‘priesteressen’ in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika.
Fetisjisme
Een wijdverbreid misverstand is dat Afrikanen ‘fetisjisten’ zouden zijn, mensen die in ‘voorwerpen’ geloven. Wel kunnen zij aannemen dat er een bepaalde geest in een voorwerp (een stuk hout, een steen) huist. Zo’n voorwerp wordt dan een bescherming biedend ‘amulet’. Maar die geest kan er ook weer uitgaan en dan wordt de amulet weer een gewoon stuk steen of hout.
Het woord ‘fetisj’ komt van het Portugese ‘feitiço’ dat letterlijk ‘maaksel’ betekent. Met dat woord duidden de Portugezen dingen als rozenkransen, afbeeldingen van heiligen enz. aan. Met andere woorden, Christenen waren in die zin van het woord net zulke ‘fetisjisten’ als de Afrikanen.
Europeanen stelden de Afrikanen altijd graag voor als een stel barbaren die blij mochten zijn dat de Europeanen de moeitenamen om hen wat beschaving – in de vorm van het Christendom, natuurlijk – bij te brengen.
Inmiddels weten we allang dat er al ten tijde van de ontdekkingen politiek goed georganiseerde Afrikaanse landen waren waar de beoefening van kunsten en ambachten op een zeer hoog peil stond (Nigeria, Dahomey/Bénin, Ghana). Een deel van die vaardigheden hebben de Afrikanen meegenomen naar de Nieuwe Wereld. Het tekenen met maïsmeelpoeder van prachtige symbolen op de vloer van de tempel bij Vodou rituelen is daar een klein voorbeeld van. Ook hadden bepaalde Afrikaanse volken, zoals de Yoruba, een ontwikkelde vorm van godsdienst.
[vervolg, afl. 4, klik hier]

Trommelgeesten (2)

door Fred de Haas

Pater Spaans en de Vodou

In de jaren ’60 van de vorige eeuw heb ik in Haïti eens een bezoek gebracht aan een Nederlandse pater, ‘le Père Spaans’. Pater Spaans zat hoog in de bergen zijn priesterlijke roeping zo goed en zo kwaad als dat ging uit te oefenen. De Haïtiaanse bevolking mocht hem graag maar dat nam niet weg dat de Vodou-trommels zich altijd luid lieten horen. Pater Spaans schudde dan glimlachend zijn hoofd en zei: ‘ze kunnen het tóch niet laten’.

read on…

Trommelgeesten (1)

door Fred de Haas

In het jaar 2013 wordt het feit herdacht dat in 1863 door Nederland de slavernij werd ‘afgeschaft’ in Suriname, op Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. In de volgende artikelenreeks herdenkt onze medewerker Fred de Haas in zijn bijdrage hoe de van huis en haard verdreven Afrikaanse mannen en vrouwen die in gevangenschap naar de ‘Nieuwe Wereld’ werden gevoerd gedwongen waren om zichzelf opnieuw uit te vinden en een eigen identiteit op te bouwen uit de elementen die zij meebrachten en aantroffen: elementen uit christelijke en inheemse culturen, aangevuld met wat zij zich herinnerden uit hun eigen Afrikaanse tradities. Voor hun geestelijk welzijn was het in die moeilijke tijden voor hen van belang dat zij weer een spirituele leer opbouwden als leidraad in een moeizaam bestaan. Wat is hiervan terechtgekomen en wat is de toekomst van al die ‘Afro-Amerikaanse religies’ die zij opnieuw hebben moeten ‘uitvinden’? In de laatste aflevering zal nader worden ingegaan op de situatie in Curaçao. Daarbij zullen ook de opvattingen van Curaçaose wetenschappers en ervaringsdeskundigen worden meegewogen.
Inleiding
Iedereen heeft wel eens afbeeldingen gezien van monniken in trance die, naar de uitdrukking op hun gezicht te oordelen, in contact zouden staan met het bovenaardse, het goddelijke, het mystieke. Ook bij de oude Grieken en Romeinen werd er al contact gezocht met de goden en waren er priesteressen die, al of niet in trance en onder invloed van bedwelmende dampen, onduidelijke orakeltaal uitsloegen waaruit vervolgens allerlei voorspellingen werden afgeleid.
Trancetoestanden en orakeltaal vinden we ook terug in de Afrikaanse religieuze tradities.

Toen er Afrikaanse mannen en vrouwen als koopwaar werden overgebracht naar het Caribisch gebied en Latijns-Amerika namen ze vanzelfsprekend ook een aantal godsdienstige gebruiken en denkbeelden met zich mee die in sommige landen (Cuba, Brazilië) in betrekkelijk authentieke vorm bewaard zijn gebleven. We moeten hierbij wel bedenken dat deze mannen en vrouwen uit verschillende gebieden in Afrika afkomstig waren waardoor hun godsdienstige tradities erg van elkaar konden verschillen.Vaak hebben deze Afrikaanse godsdiensten zich na aankomst in de Nieuwe Wereld vermengd met christelijke en/of inheemse gebruiken en rituelen.

Honderden jaren lang werden de godsdienstige Afrikaanse tradities in de Europese koloniën beschouwd als evenzoveel uitingen van primitief en afkeurenswaardig volksgeloof. Pas in de 20e eeuw begonnen wetenschappers de verbanden te bestuderen tussen de verschillende ‘zwarte’ godsdiensten en zich af te vragen wat deze in geestelijk en sociaal opzicht aan positiefs te bieden hadden.
Het is niet verwonderlijk dat Afrikaans getinte religieuze tradities hebben standgehouden. Hoewel de ‘slaven’ vaak al in Afrika door katholieke priesters werden gedoopt, betekende dat nog niet dat ze zich echt hadden bekeerd tot de katholieke godsdienst. Bovendien werden zij na de doop in feite aan hun lot overgelaten. Op Curaçao, bijvoorbeeld, kwamen er pas aan het einde van de 18eeeuw min of meer regelmatig Spaanse priesters vanuit Venezuela naar Curaçao. In Haïti waren er in de eerste helft van de 19e eeuw zelfs helemaal geen officiële priesters vanwege een conflict met het Vaticaan. Toch was er behoefte aan spirituele troost en steun en daarin werd toen voorzien door ‘prêtres de savanne’ (lokale blotevoetenpriesters) die geen opleiding hadden, een paar formules kenden en wat rituelen konden uitvoeren rond doop en begrafenis. Het spreekt vanzelf dat de mensen, bij gebrek aan een goed georganiseerde religie, zich toen massaal wendden tot hun oude Afrikaanse goden en deze op smaak brachten met restanten van katholicisme. Deze situatie heeft ertoe geleid dat de Vodou (zo wordt het meestal gespeld in wetenschappelijke tijdschriften) in Haïti kon gaan opbloeien en in 2003 zelfs tot officiële godsdienst werd verheven.
[vervolg klik hier]

Elis Juliana ontvangt eredoctoraat UNA

Curaçao – De Universiteit van Curaçao (UNA) heeft bekendgemaakt dat Elis Juliana een eredoctoraat krijgt. Juliana ontvangt de onderscheiding voor zijn bijzondere verdiensten voor de Curaçaose gemeenschap, aldus de directie van de UNA.

“Juliana heeft een cultureel-maatschappelijk zeer actief en dienstbaar bestaan geleid. Zijn uitgebreide verzamelingen van oudheidkundige objecten zijn in diverse collecties van lokale musea opgenomen. Juliana is een veelzijdig kunstenaar. Hij stond bekend om zijn meesterlijke voordrachten. Hij is een zeer productief auteur en heeft vele publicaties op zijn naam staan”, zo laat de directie van de universiteit weten.


Toespraak van Fred de Haas bij Elis Juliana’s 85ste verjaardag.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter