blog | werkgroep caraïbische letteren

Trommelgeesten (1)

door Fred de Haas

In het jaar 2013 wordt het feit herdacht dat in 1863 door Nederland de slavernij werd ‘afgeschaft’ in Suriname, op Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. In de volgende artikelenreeks herdenkt onze medewerker Fred de Haas in zijn bijdrage hoe de van huis en haard verdreven Afrikaanse mannen en vrouwen die in gevangenschap naar de ‘Nieuwe Wereld’ werden gevoerd gedwongen waren om zichzelf opnieuw uit te vinden en een eigen identiteit op te bouwen uit de elementen die zij meebrachten en aantroffen: elementen uit christelijke en inheemse culturen, aangevuld met wat zij zich herinnerden uit hun eigen Afrikaanse tradities. Voor hun geestelijk welzijn was het in die moeilijke tijden voor hen van belang dat zij weer een spirituele leer opbouwden als leidraad in een moeizaam bestaan. Wat is hiervan terechtgekomen en wat is de toekomst van al die ‘Afro-Amerikaanse religies’ die zij opnieuw hebben moeten ‘uitvinden’? In de laatste aflevering zal nader worden ingegaan op de situatie in Curaçao. Daarbij zullen ook de opvattingen van Curaçaose wetenschappers en ervaringsdeskundigen worden meegewogen.
Inleiding
Iedereen heeft wel eens afbeeldingen gezien van monniken in trance die, naar de uitdrukking op hun gezicht te oordelen, in contact zouden staan met het bovenaardse, het goddelijke, het mystieke. Ook bij de oude Grieken en Romeinen werd er al contact gezocht met de goden en waren er priesteressen die, al of niet in trance en onder invloed van bedwelmende dampen, onduidelijke orakeltaal uitsloegen waaruit vervolgens allerlei voorspellingen werden afgeleid.
Trancetoestanden en orakeltaal vinden we ook terug in de Afrikaanse religieuze tradities.

Toen er Afrikaanse mannen en vrouwen als koopwaar werden overgebracht naar het Caribisch gebied en Latijns-Amerika namen ze vanzelfsprekend ook een aantal godsdienstige gebruiken en denkbeelden met zich mee die in sommige landen (Cuba, Brazilië) in betrekkelijk authentieke vorm bewaard zijn gebleven. We moeten hierbij wel bedenken dat deze mannen en vrouwen uit verschillende gebieden in Afrika afkomstig waren waardoor hun godsdienstige tradities erg van elkaar konden verschillen.Vaak hebben deze Afrikaanse godsdiensten zich na aankomst in de Nieuwe Wereld vermengd met christelijke en/of inheemse gebruiken en rituelen.

Honderden jaren lang werden de godsdienstige Afrikaanse tradities in de Europese koloniën beschouwd als evenzoveel uitingen van primitief en afkeurenswaardig volksgeloof. Pas in de 20e eeuw begonnen wetenschappers de verbanden te bestuderen tussen de verschillende ‘zwarte’ godsdiensten en zich af te vragen wat deze in geestelijk en sociaal opzicht aan positiefs te bieden hadden.
Het is niet verwonderlijk dat Afrikaans getinte religieuze tradities hebben standgehouden. Hoewel de ‘slaven’ vaak al in Afrika door katholieke priesters werden gedoopt, betekende dat nog niet dat ze zich echt hadden bekeerd tot de katholieke godsdienst. Bovendien werden zij na de doop in feite aan hun lot overgelaten. Op Curaçao, bijvoorbeeld, kwamen er pas aan het einde van de 18eeeuw min of meer regelmatig Spaanse priesters vanuit Venezuela naar Curaçao. In Haïti waren er in de eerste helft van de 19e eeuw zelfs helemaal geen officiële priesters vanwege een conflict met het Vaticaan. Toch was er behoefte aan spirituele troost en steun en daarin werd toen voorzien door ‘prêtres de savanne’ (lokale blotevoetenpriesters) die geen opleiding hadden, een paar formules kenden en wat rituelen konden uitvoeren rond doop en begrafenis. Het spreekt vanzelf dat de mensen, bij gebrek aan een goed georganiseerde religie, zich toen massaal wendden tot hun oude Afrikaanse goden en deze op smaak brachten met restanten van katholicisme. Deze situatie heeft ertoe geleid dat de Vodou (zo wordt het meestal gespeld in wetenschappelijke tijdschriften) in Haïti kon gaan opbloeien en in 2003 zelfs tot officiële godsdienst werd verheven.
[vervolg klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter