blog | werkgroep caraïbische letteren

Trommelgeesten (5)

door Fred de Haas

De Franse Antillen

Op Martinique en Guadeloupe zijn de oude Afrikaanse godsdienstige tradities verwaterd tot magie en bijgeloof. Er wordt geloof gehecht aan de macht van de zogeheten ‘quimboiseurs’ of zwarte magiërs. De ‘quimboiseurs’ maken ‘quimbois’ (kenbwa). Dat zijn ‘magische’ pakketjes van, bijvoorbeeld, aarde van een kerkhof, beenderen van een geraamte, kruiden en andere rommel, waaraan een bepaalde kracht wordt toegekend. Het volk van de Franse Antillen is vaak in de weer met baden, kruiden, kaarsen, magisch geladen watertjes, enzovoorts.

Er zijn uitgebreide uitvaartriten waarbij verhalen worden verteld over de spin Anansi en Broer Konijn, figuren uit de West-Afrikaanse folklore. In de nacht van Allerheiligen zet men kaarsen en eten op de graven van de overledenen.

Haïti

Sinds 2003 is ‘Vodou’, naast het katholicisme, een officiële godsdienst op Haïti.

In de eerste helft van de 19e eeuw is er een curieuze mengeling ontstaan van Afrikaanse en katholieke praktijken. Zoals boven reeds aangegeven waren er in die tijd, vanwege een conflict met het Vaticaan, geen katholieke priesters in Haïti. Hun taken werden min of meer overgenomen door de zogeheten ‘prêtres de savanne’, een soort lekenpriesters die geen enkele opleiding hadden genoten maar toch wat katholieke ceremoniën verrichtten zoals dopen en begraven. De ‘Vodou’ kon zich toen in alle vrijheid ontwikkelen. Leegstaande kerken konden worden gebruikt voor op Afrikaanse leest geschoeide diensten en de Vodou werd stevig verankerd in het volk. Politici maakten gebruik van de Afrikaanse godsdienst voor hun eigen politieke doelen. De sinistere dictator ‘Papa Doc’ Duvalier werd zelfs beschouwd als een opper Vodou priester.

Vodou is is een mengsel van Afrikaanse (Fon en Yoruba) en katholieke erediensten. Het woord ‘Vodou’ (‘Vodun’) zelf komt uit de taal van de Ewe-Fon uit Bénin (Dahomey) en betekent ‘godheid’. De Haïtiaanse goden komen voornamelijk uit Bénin en Nigeria. Sommige zijn van eigen – Haïtiaanse – bodem. De godennamen verraden vaak het Afrikaanse gebied waaruit ze afkomstig zijn: Vodun Singa (uit Senegal), Erzulie Freda (uit Whydah, Benin/Dahomey), Ogun Badagri (uit Badagri / Nigeria). De Afrikaanse tradities worden mondeling doorgegeven. Veel ‘priesters’ zijn analfabeet, maar er zijn ook academisch gevormden bij die hun geestelijke bestemming  in de Vodou hebben gevonden. Er zijn ook verschillende Vodou sektes met hun eigen Creools-Afrikaanse interpretaties.

Zoals gezegd zijn er ook katholieke elementen in de Vodou te vinden. Op de altaartjes van de Vodou priesters prijken ook allerlei katholieke heiligen.

De geesten worden, behalve met het woord ‘Vodun’ ook aangeduid met de term ‘Loa’. De priester, de ‘houngan’, heet ook ‘Papaloa’ (vergelijk de ‘babalao’ uit Cuba). Priesteressen heten ‘mamaloa’ of ‘mambo’.

De priester die de ceremonie verricht leidt ook de koorzang. In de gezangen komen ook woorden voor uit het Yoruba, Fon en andere Afrikaanse talen die met de vorming van het Franse Creools in Haïti verloren zijn gegaan (het Haïtiaanse Creools is een taal met fonologische en grammaticale elementen uit Afrikaanse talen en een vocabulaire dat zich heeft ontwikkeld op basis van het 17e en 18e eeuwse Frans uit West-Frankrijk).

Vodou priesters zijn ook kruidendokters, waarzeggers en duiveluitdrijvers.

De geesten spreken door de mond van de mediums, meestal vrouwen, die ‘hounsi’ heten, naar het woord ‘vodunsi’ (= echtgenote van de godheid) uit Bénin. Ze dansen om een paal die midden in de ‘kerk’ staat, de zogenoemde ‘poteau mitan’ (letterlijk: de paal in het midden). De mediums dragen ook zorg voor de ‘heilige’ voorwerpen en houden de tempel schoon.

Vlak voordat de eigenlijke dienst begint maakt de priester met maïsmeelpoeder prachtige tekeningen (vèvès) op de grond die bij bepaalde godheden horen. Dat gebeurt ook in Brazilië en in het Afrikaanse Bénin.

Het Opperwezen, wiens naam je ook wel op een stadsbus tegenkomt, heet – in het Frans – ‘Le Bon Dieu Bon’ (Onzelieveheer) of, in het Creools, ‘Bondye’. Maar die bemoeit zich, evenmin als in Afrika, niet met aardse zaken. De god Legba speelt ook in de Vodou een belangrijke rol. Hij is de baas van de kruispunten en wordt in Haïti dan ook “Maître Carrefour’ ( = Baas Kruispunt) genoemd. Voordat er andere geesten kunnen worden opgeroepen moet eerst Legba worden aangeroepen omdat Legba de weg opent naar de geestenwereld. Andere godheden zijn LOKO (die we ook in Suriname tegenkomen) en de godin van de liefde Erzulie Freda die ook wel samenvalt met de Maagd Maria, hoewel de ‘hounsi’ die in trance raakt van Erzulie vanwege haar manifeste sensualiteit niet direct voor die kwalificatie in aanmerking komt. Tijdens de dans benaderen de mediums de mannelijke gelovigen met seksuele bedoelingen. Ze zijn daar niet verantwoordelijk voor omdat dit allemaal tijdens de trance gebeurt en zij zich na het ontwaken uit de trance niets meer kunnen herinneren.

In Haïti is men als de dood voor de Guede, de geesten van de doden. Een beroemde Guede is de geest van het kerkhof ‘Baron Samedi’ (= Baron Zaterdag), die altijd gekleed is in rok en een hoge hoed draagt. De ‘hounsi’ van de Guede dansen met Allerzielen in de straten. Ze zijn dan gekleed in rok, dragen een hoge hoed en zijn verkleed als lijk. Bij die gelegenheid drinken ze veel rum, dansen sensueel en vermaken het volk met obscene grappen.

Elk jaar is er een groot feest ter ere van de Maagd Maria in Ville Bonheur. Duizenden pelgrims trekken naar de waterval van Saut d’Eau, raken soms in trance en steken kaarsen aan voor de kerk. Zie You Tube Saut D’eau Haiti Vodou TT (Ville-Bonheur).

Tot slot is er een processie waarbij het beeld van de Maagd Maria wordt rondgedragen.

Zombiesin Haïti

Men gelooft dat heksenmeesters iemand kunnen doden met vergif en de doden weer met een ander soort gif tot leven kunnen wekken. Deze tot leven gewekte doden, ‘zombi’ geheten, zijn willoze werktuigen in de handen van hun meester. Haïtianen zijn als de dood dat hun overledenen als zombis worden gebruikt en waken daarom drie dagen op het graf zodat niemand het lijk kan stelen.

Om zich te beschermen tegen kwade machten en hekserij maken Haïtianen gebruik van magische voorwerpen (amuletten, talismans) die, zoals we hierboven al vertelden, met een Congolees woord ‘wanga’ worden genoemd.

Haïtiaanse emigranten hebben hun godsdienst verspreid in het Caribisch gebied (ook op Curaçao) en daarmee ook hun geloof en hun magie. In Santo Domingo raadpleegt men bij voorkeur Haïtiaanse Vodou priesters.

Formele Vodou organisatiesen pogingen tot Afrikanisering

Een van de eerste formele Vodou organisaties was ‘ZANTRAY’, opgericht in 1986 inde streek rond Gonaïves. Zantray is de afkorting van ‘Zanfan Tradisyon Ayisyen’ (Kinderen van de Haïtiaanse Traditie). ‘Zantray’ is ook een afleiding van het Franse ‘les entrailles’, een woord dat ‘ingewanden’ betekent en dus symbolisch duidt op de ‘essentie’ van iets. ZANTRAY legt de nadruk op de Afrikaanse erfenis, net als CONAVO (Commission Nationale pour la Structuration du Vodou, gesticht door Wesner Morency).

De meeste Vodou aanhangers zijn ook Rooms-Katholiek. De katholieke kerk heeft nog steeds groot gezag in Haïti en een katholiek doopbewijs is een document dat helpt bij het verkrijgen van een identiteitsbewijs of anderszins. Haïtianen zijn er trots op dat hun kinderen communie doen en in de kerk trouwen.

Vodou ceremonies beginnen vaak met het aanroepen van God (Bondye), het slaan van een kruisteken en het reciteren van een katholiek gebed. Pogingen om de katholieke heiligen uit de Vodou religie te bannen hebben niet veel resultaat opgeleverd. De Haïtianen zijn aan de Franse en Spaanse heiligen verknocht en zonder die heiligen komen de traditionele, Afrikaanse geesten óók niet.

Men heeft geprobeerd de Vodou te Afrikaniseren o.a. door het introduceren van het Yoruba Opperwezen Olorun (in Haïtiaans Creools ‘Olowoum’). Dat is gedeeltelijk gelukt, omdat

zo’n Afrikaans Opperwezen zich niet bemoeit met aardse zaken en een Vodou dienst niet is gericht op God, maar op de geesten. Last hebben ze er dus niet van.

Er zijn ook toonaangevende Vodou priesters die de afrikanisering van de Vodou grote onzin vinden. Juist het multiculturele karakter, die mengeling van katholieke rituelen en Creoolse rituelen maken de Vodou voor velen aantrekkelijk.

[vervolg, afl. 6, klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter