blog | werkgroep caraïbische letteren

Opgelet Onderwijs! Een nieuwe Stille plantage

door Hilde Neus

Voor het onderwijs in Suriname is een belangrijke uitgave verschenen: De stille plantage van Albert Helman is uitgebracht in de serie Tekst in Context. Deze serie presenteert de Nederlandse Klassieken in een vorm die aantrekkelijk is voor middelbare scholieren: met veel beeldmateriaal, toelichting en opdrachten.

Historische teksten zijn ook voor hedendaagse scholieren boeiend, als ze de juiste handreiking krijgen. Met behulp van aanpassingen in ‘de dosering en de docering’ zijn de boeken inzetbaar voor klassikale behandeling en voor zelfstudie. De tekst is toegelicht en waar nodig ingekort, maar vooral op boeiende wijze in de historische context geplaatst. De delen zijn rijkelijk geïllustreerd en geven uitgebreide en gedetailleerde informatie over de historische, sociologische en literaire context.

In 1997 verscheen het eerste deel, nu onder redactie van Yra van Dijk en Hubert Slings en de delen worden enthousiast onthaald door docenten en leerlingen.

Voor deze uitgave is de redactie gevoerd door Henna Goudzand-Nahar (docente Nederlands en schrijfster van romans en jeugdboeken) en Michiel van Kempen (hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren en auteur van o.a. Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur en een biografie van Albert Helman).

De inhoud van de nieuwe uitgave

De serie Tekst in context is gericht op het literatuuronderwijs in Nederland. Ook daar slaat de ontlezing hard toe. Een manier om dit enigszins te ondervangen, is een toegankelijke uitgave van klassiekers, zeg maar boeken uit de canon van de literatuur, boeken die vaak op de leeslijsten prijken omdat ze belangrijk zijn. Dit is de eerste keer dat er een roman van een Surinaamse auteur is opgenomen. We gaan hier kort door de inhoud.

P. 76 van de nieuwe uitgave

Voor je begint… Hier wordt achtergrond gegeven over de roman uit 1931, De stille plantage, de eerste Surinaamse roman met als thema de slavernij. Toegegeven, er is eerder veel geschreven, maar niet door een Surinamer. Later wel. Toch jammer dat Oroonoko van Aphra Behn (1688) niet wordt genoemd, overigens naar het Nederlands vertaald door Helman. Een probleem voor de hedendaagse lezer zijn de lange natuurbeschrijvingen en de langzame verteltrend. Voor jongeren moet het nu allemaal snel en flitsend gaan. Voor deze uitgave zijn fragmenten gekozen, en is dus de leestijd erg ingekort. Ook komt hier de discussie over de terminologie (bv. neger, tot slaaf gemaakten, slaven etc.) aan bod.    

In de Inleiding krijgt de lezer informatie over Albert Helman, zijn leven en andere werken. Over het geboorteland van de schrijver presenteert kort achtergrondinfo over Suriname. Het ontstaan van De stille plantage en een samenvatting van het verhaal laat zien dat Helman al in 1926 was begonnen aan deze roman, die uitkwam bij de belangrijke uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Uit het eerste hoofdstuk is een korte inleidende en verbindende tekst over de loop van het verhaal, waarna een fragment volgt en is uitgelegd wie de Hugenoten waren. Uit het tweede hoofdstuk volgt een fragment over de aankomst van de familie De Morhang in Amsterdam, vanuit Frankrijk. Uit het derde hoofdstuk een fragment, en daarna de trek naar Suriname als goudland (El Dorado), en het ontstaan van de slavernij.

Uit alle volgende hoofdstukken zijn relevante delen gehaald die dwingend zijn voor de loop van het verhaal, maar tegelijkertijd ook stof bieden tot verdieping. De fragmenten zijn in een ander lettertype weergegeven dan de achtergrondinformatie. In het bijgevoegde schema heeft Van Kempen aangegeven welke onderwerpen zijn gekozen. Ook is er gedacht aan het heden. Hoe is de slavernijdiscussie momenteel relevant, en hoe kan die op een actuele manier gevoerd worden op middelbare scholen. In deze uitgave worden in het kort elementaire zaken aangestipt (zoals religie, scheepvaart, bestuur van de kolonie, slavencultuur, de talige diversiteit in Suriname) en is ook aangegeven welke literatuur er verder geraadpleegd kan worden.

Plattegrond van een koffieplantage, uit Stedmans beroemde Narrative…, 1796

De laaiende stilte is een herschreven versie van De stille plantage, uit 1952. Dat een auteur de moeite neemt om eenzelfde verhaal te presenteren vanuit een ander perspectief, is heel bijzonder. Maar in de postkoloniale context absoluut relevant, omdat het laat zien hoe ook de visie van binnenuit kan evolueren. Aanvankelijk was er een alwetende verteller, die vanuit het perspectief van een Franse Hugenotenfamilie het verhaal weergaf, in tweede instantie was het een gevonden dagboek van Agnes d’Esternay, schoonzusje van planter Raoul de Morhang, wat haar tot hoofdpersonage maakt en waarin dus haar innerlijke beleving veel meer naar voren komt, en daarmee ook haar gevoelens voor de slaaf Isidoor veel explicieter worden.

De stille plantage is 25 maal uitgegeven en altijd goed verkocht. Er is overigens ook een versie geweest van Suriboek, een uitgave van The Back Lot/Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Dit was een speciaal voor jongeren gemaakt magazine-achtig formaat met ook achtergrondinformatie en veel afbeeldingen. Er was een lesbrief voor de scholen bij en deze uitgave van De stille plantage kostte toen, in 2010, slechts 20 SRD!

Verantwoording

Stofomslag van de 2de druk van De stille plantage

De uitgave van deze editie van De stille plantage is niet zomaar tot stand gekomen. Michiel van Kempen heeft de keuzes die hij en Henna Goudzand-Nahar hebben gemaakt goed beargumenteerd in ‘Het nieuwe lezen en de vernieuwing van het leesonderwijs in een postkoloniale wereld’, een artikel dat is verschenen in nummer 8 van His/herTori, ‘Literatuur in Suriname’ uitgegeven door het Instituut voor Maatschappijwetenschappelijk Onderzoek (IMWO) van de Anton de Kom Universiteit (2019), en is daar ook verkrijgbaar. Hierin is aangegeven dat er in Nederland meesterschapsteams zijn samengesteld voor de herijking van de canon, ook het literair programma dat wordt aangeboden aan de middelbare scholen. Iets voor Suriname? De literatuurgeschiedenis moet weer aansprekend en toegankelijk worden voor de leerlingen. Er is betoogd dat de keuze op deze roman is gevallen vanwege de postkoloniale contextualisering, hiermee aangevend dat elke roman uit het verleden in zijn tijds- en fysieke omgeving zal moeten worden uitgelegd, om in het heden goed verstaan te worden. Daarnaast zijn de pedagogisch-didactische overwegingen toegelicht. Uit de veelheid van romans over slavernij komt ook De stille plantage als goede keuze naar voren. In het hierbij gevoegd schema van de auteurs staan alle overwegingen met betrekking tot onderwerp (tevens indeling van het boek) en diverse context opgenomen. Een aantal van deze zaken zal ook te beoordelen zijn voor andere romans over de slavernij.    

Onderwerp Historische context Culturele context Literair-historische context Actualiserende context Talige context
Het leven van Helman x x      
Het ontstaan van de tekst x   x    
Het oeuvre van Helman     x    
Slavernijliteratuur     x x  
Chamsgeslacht x x     x
Eldorado/Goudland x       x
Het bestuur van de kolonie (bastiaan enz.) x       x
Rechteloosheid van slaven x        
Antagonisme wit/zwart x     x x
Plantage-economie x        
Scheepvaart x        
Slavernij in beeldtaal   x   x x
Hugenoten x        
Religie/winti   x     x
Missie en zending x x      
Nobele wilde x       x
Naamgeving van Afrikanen   x     x
Slaaf/marron enz. x     x x
Luango/Afrika/trommels x x      
Taal & Sranantongo x     x x
Mondiale slavernij       x  
Herwerking tot De laaiende stilte     x x  
Racisme in De stille plantage?     x x x
Recent racismedebat       x x
Literaire vorm       x x
Drukgeschiedenis     x x  

Enkele punten van kritiek

Het doel van een recensie is een boek te presenteren aan een groter publiek. En hoe blij we ook zijn met een bepaalde uitgave, toch blijft een kritische blik noodzakelijk. Ik ben altijd verbaasd wanneer ik platen van Stedman zie afgebeeld in buitenlandse publicaties, alsof de slavernijomstandigheden overal hetzelfde waren. Wat natuurlijk niet zo was. Gelukkig is de herkomst van de vele afbeeldingen in dit boek keurig aangegeven. Toch denk ik dat meer afbeeldingen gekozen zouden kunnen zijn uit wat in Suriname voorhanden is, maar ook dichter bij de periode waarin het verhaal zich afspeelt. Enkele afbeeldingen van Stedman zijn opgenomen, maar meer van zijn hand waren hier relevant geweest. En waarom een foto van de officierswoningen die pas uit 1835 stammen, terwijl het over berechting van slaven in Fort Zeelandia gaat?

Illustratie uit de nieuwe uitgave, ontleend aan Stedman

Bij een afbeelding van een diorama van Gerrit Schouten staat dat de slaven maar een keer per jaar mochten feesten. Dit blijkt niet uit de wetgeving. In het West-Indische Plakaatboek (Schiltkamp en Smidt, 1973) zijn 16 wetten opgenomen waar het dansen is vermeld. De eerste stamt uit 1689, geluidsoverlast door dansen of trommelen werd afgekeurd. De overheid was bevreesd voor opstootjes, onder andere door overmatig drankgebruik. Er was dus altijd toestemming nodig van de autoriteiten om te mogen feesten. In de stad waren de restricties groter dan op de plantages, en altijd moest er toezicht zijn. De meester werd dan ook verantwoordelijk gesteld voor eventueel wangedrag van de slaven. Het beleid werd na 1770 steeds soepeler, dit kan als een tegemoetkoming aan de slaven worden gezien. Bij het diorama staat dat er een slavenfeest is uitgebeeld, dit was echter een du, een bijeenkomst georganiseerd door elkaar bekampende ‘Misi’, meestal vrije gekleurde vrouwen met kapitaal. Opmerkelijk is dat de slavinnen rokken dragen van kostbare stoffen, ook zien we gouden oorbellen en kettingen.    

Een fout die veel gemaakt wordt betreft de kaart van de Laveaux. Daar zijn namelijk twee versies van. De eerste is inderdaad van rond 1735. Maar daarop zijn de plantages, uitgegeven aan de Commewijne nog niet ingetekend, omdat die pas werden aangelegd na 1745, toen de bouw van Fort Nieuw-Amsterdam was voltooid. De kaart afgedrukt in het boek is dus de tweede versie van rond 1770.

De kaart van Laveaux uit 1770

Voor mij is een interessante noot dat in het boek de studie naar Susanna du Plessis is vermeld, hier in verband met de Hugenoten. Hij haalt kort de mythen aan, zoals de afgesneden borst en de verdronken baby, en geeft aan dat er geen bewijzen zijn gevonden in de bronnen. Jammer dat hij niet ingaat op de argumenten ter ontmythologisering, want met het aantal groeiende studies over de slavernij – ook in Suriname – zal toch steeds meer onderkend moeten worden dat nuancering een absolute noodzaak is.      

Hoe verder in Suriname?

Toegegeven, van de uitgave zal een deel van de context minder relevant zijn voor het onderwijs in Suriname, omdat er hier veel meer kennis is over de slavernij. Wat niet wegneemt dat een klassieker van deze kwaliteit, en op deze manier gepresenteerd, een grote ondersteuning kan zijn voor het literatuuronderwijs in Suriname. Onze leerlingen zouden onze eigen klassiekers moeten lezen. En deze manier van het behapbaar maken van oude teksten is heel zinvol om dit doel te bereiken. Natuurlijk zou het ministerie ook geld beschikbaar moeten stellen om onze grote schrijvers weer voor het voetlicht te plaatsen. Want de ontlezing gaat in Suriname nog harder dan in Nederland, al was het maar om de relatief idioot hoge prijzen voor een boek. Dit exemplaar kost 19.90 Euro, omgerekend SRD 175. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.  


Albert Helman (1903-1996)

Van de website van uitgeverij Amsterdam University Press:

Het duurde lang voordat de slavernij in de Nederlandse koloniën het onderwerp van een roman werd. Pas 68 jaar na de afschaffing van de slavernij was het zover: in 1931 verscheen De stille plantage van de Surinaamse schrijver Albert Helman. Helman koos voor een historisch decor voor zijn verhaal. Een Franse familie aan het einde van de 17de eeuw vestigt zich op een Surinaamse plantage. Vol van religieuze en optimistische idealen zien de familieleden hun dromen over een nieuwe samenleving stuklopen op een realiteit van ziekte, mislukte oogsten en geweld.
Toen de roman verscheen, speelde de slavernij geen rol in de Nederlandse literatuur. Multatuli had met zijn Max Havelaar (1860) wel de uitbuiting van de kleine Javaanse landbouwers aan de orde gesteld, maar het koloniale stelsel op zich verwierp hij niet. Schrijvers uit de toenmalige overzeese gebiedsdelen Suriname en de Nederlandse Antillen waren er binnen de Nederlandse letteren überhaupt nog niet. Dit deel in de reeks Tekst in Context belicht op verfrissende wijze de context van dit belangrijke en succesvolle boek. In De stille plantage komen tal van kwesties aan de orde die nu weer actueel zijn.


Albert Helman, De stille plantage, is deel veertien in de reeks Tekst in Context.

Eerder verschenen, alle onder redactie van experts (middeleeuwen, verlichting) op dit gebied:

1 Karel en Elegast
2 Jacob van Maerlant
3 Reinaert de vos
4 Wilhelmus en de anderen
5 Verhalen over verre landen
6 Warenar
7 Walewein 
8 Faust 
9 Max Havelaar 
10 Sara B., een rebelse vrouw uit de Verlichting 
11 Vondels Joseph, een bijbelse tragedie 
12 Hildebrand, Camera Obscura 
13 G.A. Bredero, Spaanse Brabander

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter