blog | werkgroep caraïbische letteren

Waarom Surinamers beter Nederlands spreken dan Antillianen (3)

door Fred de Haas

De situatie op de Antillen
Toen in 1954 aan de koloniale situatie op de Antillen een eind kwam en het Statuut in werking trad was er inmiddels op de Antillen een situatie ontstaan die het ergste deed vrezen:

‘Echter, toen in 1954 de koloniale periode eindigde en de Nederlandse Antillen een autonome status kregen, was de taalsituatie in feite nog weinig anders dan toen Hamelberg in 1896 zijn ideeën uiteenzette over tweetalig aanvangsonderwijs. In de boedel die de Antilliaanse regering meekreeg zat geen officiële spelling van het Papiaments, noch een beslissing over de positie van de moedertaal, evenmin een leerplan Nederlands voor moedertaalsprekers van het Papiaments, nauwelijks of geen aangepast lesmateriaal voor en in het Nederlands, noch een woordenboek Papiaments-Nederlands of een enigszins uitvoerige spraakkunst van het Papiaments. De koloniale taalpolitiek had uiteindelijk eerder een probleem gecreëerd dan er een opgelost’ (F.C.M. van Putte in Koloniale taalpolitiek in Oost en West, AUP, 1997).

Laten we de officiële ‘visie’ op het taalbeleid die verscheen in 2006 maar eens nader beschouwen.

Instructietaal in het Antilliaans Funderend Onderwijs
(Visie op taalbeleid I/ De instructietaal in het funderend onderwijs/april 2006/minoc Leeflang)

“In 2002 is een begin gemaakt met een fundamentele verbetering (sic!) van het basisonderwijs.
Alle instanties en actoren en stakeholders waren ervan overtuigd dat het onderwijs vernieuwd moest worden. Er moest een verschuiving plaats vinden van methodecentraal naar kindcentraal gericht onderwijs.
In 2002 is het Funderend Onderwijs geïmplementeerd op alle scholen op de Antillen.
De visie op de instructietaal in het funderend onderwijs is verschillende malen gewijzigd.

Eerste versie
Het concept Landsverordening eerste versie gaat uit van een taalmodel waarbij in de eerste cyclus de instructietaal Papiaments is, met uitzondering van de vier scholen op Curaçao en twee op de andere eilanden (totaal 6 scholen).
In cyclus 2 en 3 is de instructietaal Nederlands.

Laatste versie
De laatste versie van de Landverordening schrijft voor dat de instructietaal Papiaments zal zijn in cyclus 1 en 2. Het bevoegde gezag kan verzoeken een andere instructietaal te hanteren in de tweede cyclus. De eilandsraad besluit hierover. Dit tweede concept belemmert de invoering van de tweetalige school.”

Schoolbesturen in het nauw gedreven
Deze ‘visie’ heeft ertoe geleid dat de schoolbesturen met hun handen in het haar zaten bij gebrek aan leermiddelen in het Papiaments – een toestand waarvoor de overheid verantwoordelijk is – en door de druk die op hen wordt uitgeoefend door de ouders van de kinderen die willen dat hun kind goed Nederlands leert.

In Nederland komt de Volkskrant op 23 juli 2007 met het volgende alarmerende bericht:
Willemstad – Op Curaçao zijn 813 van de 1.185 basisschoolleerlingen die het komende schooljaar naar een Nederlandstalige school willen, afgewezen wegens plaatsgebrek. Zij zijn nu aangewezen op scholen waar in het Papiaments wordt lesgegeven. Dit heeft minister Omayra Leeflang van Onderwijs bekendgemaakt. Op Curaçao is destijds de taalkeuze in het onderwijs vrijgegeven voor zowel scholen als ouders. Nu lijkt het erop dat er onvoldoende leerkrachten zijn om te voldoen aan de sterk toegenomen vraag van ouders die willen dat hun kinderen in het Nederlands les krijgen. Op Curaçao bieden vier basisscholen Nederlandstalig onderwijs aan. Op één school wordt het onderwijs in het Nederlands en het Papiaments gegeven. De overige scholen geven les in het Papiaments.

Het onderwijsveld
Het water stond anno 2008 inmiddels de schoolbesturen aan de lippen. En het Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur op Curaçao heeft daarom besloten om in het schooljaar 2008/09 op haar 29 basisscholen vanaf groep drie (de ‘oude’ eerste klas) op een gedoseerde en tweetalige wijze het Nederlands als taal van instructie in te voeren. Reden: onvoldoende of helemaal niet aanwezig lesmateriaal in het Papiaments en in beide talen slecht opgeleide leerkrachten.

De wal heeft het schip gekeerd. De arme leerkrachten hebben voor de zoveelste maal zonder voldoende opleiding weer eens jarenlang een kar moeten trekken met een zwak paard dat ook nog achter de wagen was gespannen.

Laten we eens luisteren naar de directeur van het R.K. Centraal Schoolbestuur die in een interview van Radio Nederland Wereld Omroep op 25-4-2008 het volgende had te zeggen naar aanleiding van de vraag hoe het kwam dat zij hiertoe hadden besloten (ik resumeer):

– De reden waarom wij het Nederlands vanaf groep drie gaan invoeren is het ontbreken van lesmateriaal en het feit dat de leerkrachten niet zijn geschoold om les te geven in het Papiaments als instructietaal. De leerkrachten hebben noch voldoende beheersing van het Papiaments noch van het Nederlands.
– Hoewel het gebruik van het Papiaments een positief effect zou hebben op het alfabetiseringsproces kan dit niet worden geëffectueerd bij gebrek aan leermiddelen.
– Iedereen geeft elkaar de schuld van het ontbreken van die leermiddelen.
– We schakelen over op het Nederlands omdat de kinderen er niet op kunnen wachten tot het lesmateriaal er over tien jaar eens komt. Bovendien hebben we verplichtingen tegenover de ouders van onze leerlingen.

[vervolg & slot klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter