blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: universiteit

Weinig topuniversiteiten in Latijns-Amerika

Latijns-Amerika doet het slecht in de wereldwijde ranglijst voor universiteiten samengesteld door de Britse krant The Times. Slechts vier Latijns-Amerikaanse instituten weten een plaats te bemachtigen in de top 400. Verreweg de meeste topuniversiteiten bevinden zich in de Verenigde Staten. Aziatische universiteiten zijn in opmars, maar Latijns Amerika blijft achter.

read on…

Illustratie zet kwaad bloed bij studielimieters

Een illustratie waarop slechts de armen te zien zijn van mensen die verdrinken, heeft kwaad bloed gezet bij de Organisatie voor Studielimieters. Op haar website had het bestuur van de Anton de Kom Universiteit de illustratie gebruikt bij een oproep aan de studielimieters die voor het jaar 2006 zijn ingeschreven.

Het universiteitsbestuur heeft de groep opgeroepen om een brief op te halen bij de administratie. “Is het (plaatje) symbolisch voor ‘verdrink nu maar lekker’”, vraagt de organisatie zich af. De brieven die moeten worden opgehaald, zijn volgens de Organisatie voor Studielimieters voor een goed deel afschrijvingsbrieven.“Als het zo wordt gezien, dan past de foto er inderdaad heel goed bij: De studenten wuiven uit, tevergeefs reikend naar hulp, want zij zullen nu gaan verdrinken in een maatschappij waar zij niet goed op voorbereid zijn door de universiteit”, schrijft de organisatie.

Zij vindt dat de universiteit zich op deze manier heel studentonvriendelijk opstelt. De illustratie bij de oproep is inmiddels vervangen door een ‘new message’. Desondanks vindt de Organisatie voor Studielimieters dat de universiteit geen goede communicatievaardigheden en bovendien geen respect naar haar studenten toe kan uiten. “En dat is slechts een deel van het integraal probleem.”

Instelling boete
Deze limieters zijn al bijna klaar met hun studie. Ook de studenten die al hun vakken hebben afgerond, maar op de universiteit wachten op goedkeuring van hun thesis, worden volgens dit besluit afgeschreven. Ze hoeven dus nog enkele (of geen) colleges te volgen. Dit betekent dat de universiteit niet aan hen verdient, zegt de organisatie. Het alternatief voor dit probleem is een boete die de studenten moeten betalen, stelt de organisatie voor. Op die manier kunnen de studenten hun studie afmaken en wordt de universiteit tegelijkertijd financieel sterker.

“Het is schandelijk en verontrustend dat het bestuur van de universiteit slechts monologen houdt en niet ingaat op dringende vragen vanuit de studentengemeenschap.” De Organisatie voor Studielimieters roept een ieder op om dit niet zomaar voorbij te laten gaan, maar de discussie op te pakken en zich te verdiepen in dit probleem. “Het gaat niet gewoon om wat studenten die lui waren en niet hebben gestudeerd. Het gaat om het slechte milieu dat heerst op onze eigen universiteit, het gaat om intimidatie, slechte kwaliteitsonderwijs, slechte motivatie van studenten en docenten en uiteindelijk gaat het om de vorming van onze jeugd voor een beter Suriname.”

[uit Starnieuws, 29 september 2012]

Ongemakkelijke opening academisch jaar Aruba


door Sharina Henriquez
Oranjestad — “Ervaar met mij het gemak en ongemak van de academisch inspanning.” Rector Glenn Thodé had de toehoorders vrijdagavond, tijdens de opening van het nieuwe academisch jaar van de Universiteit van Aruba enigszins gewaarschuwd voor de lezing van hoofdspreker, Eva Latham, gerenommeerd wetenschapper. De lezing, een ‘wetenschappelijk geanalyseerde reis’ van kwaliteiten ‘that make or break a university’, ervoeren velen desondanks als een onvoorbereide trip in de achtbaan.
Latham, wiens CV van academische titels, prestaties op gebied van met name mensen- (en vrouwen-) rechten en andere verrichtingen in het internationale wetenschappelijke veld, indruk maakt, leidde het publiek met een mooi verhaal in. Over de frater die haar tekenles gaf, maar daarbij ook de instrumenten die ze in haar academisch leven voor altijd kon toepassen. De volle universiteitsaula kreeg echter ook al direct mee dat er een ‘not so sweet’ story zou volgen. Die had als uitgangspunt of Aruba wel klaar is voor een echte, échte universiteit.

Uitlachen
Een vraag waarbij de wenkbrauwen al waren gerezen omdat Latham dat bitterzoete verhaal was begonnen met haar eigen ervaring (verweven met soortgelijke ervaringen van anderen) over een mislukte sollicitatie bij de universiteit. “Als iemand op de deur van de universiteit klopt, maar de hoogste educatie blijkbaar niet goed genoeg is voor de universiteit hier, wat telt er dan? Dat de norm dus is wie je kent, niet wat je weet?”
Universiteiten zijn volgens haar plekken waar kennis wordt onderwezen, verkend en uitgedaagd, waar de beste en slimste mensen les geven en waar een honger is naar kennis om daarmee de mensheid te dienen. Is het mogelijk, vraagt Latham zich af, of een cultuur van wederdiensten, eigen belang en politiek profijt, een ‘Galileo Galilei’ – op zoek naar de waarheid en daarvoor opstaat -, kan voortbrengen. Of blijft de universiteit de ‘laughing stock’ in de internationale, wetenschappelijke wereld.
Een half dozijn punten droeg Latham aan, die zo’n indruk maakten dat aanwezigen het onder andere direct via smartphones verder het land in communiceerden. Enkele punten: de universiteit heeft faculteiten die studenten helemaal niet academisch opleiden; Aruba is ‘one happy island’ van mensen die met valse, academische titels rondlopen; de universiteit heeft haar moment gemist door niet te kiezen voor een faculteit die aansluit bij de moderne technologische ontwikkelingen van nu. “Wie zit er op al die maatschappelijk werkers te wachten, ” aldus Latham verwijzend naar de jongste aanwinst van de Arubaanse universiteit, faculteit Arts & Science.
Latham, die al jarenlang geen voet op de ‘academische’ bodem van Aruba heeft gezet, zegt na die kritiek dat als ‘buitenstaander’ zij niet de oplossingen kan geven. “Ik onderzoek, analyseer en geef mijn bevindingen.” Toch betoogt ze wel dat het onderrichten van mensenrechten, een verplichting moet zijn. Want intellectuelen opleiden zonder moreel besef, leidt tot ‘opgeleide barbaren’, zo leert volgens haar de geschiedenis.
Discussie
Hoe ongebruikelijk deze lezing was, bleek goed bij de receptie achteraf. Dit soort gelegenheden eindigen zelden in langdurige discussies over de inhoud van de voordrachten. Het zoemde in de universiteitstuin echter nog lang na en een ongekende openheid van gevoelens, meningen, positief en negatief, werd gedeeld. Het is daarom ook dat rector Thodé na afloop tevreden concludeert dat de opzet is geslaagd. “Na 25 jaar was deze avond het punt van coming of age. Wanneer je volwassen wordt, moet je reflecteren over je leven. Het is voor ons belangrijk dat wij reflecteren hoe wij opereren als universiteit. Wat voor kwaliteit bieden wij, daarom wil ik ook heel graag dat we dit jaar bezig zijn met kwaliteit. En dan begin je met een academisch debat erover. Voorbeeld van zo’n debat is dat je ook mensen toelaat waar je het wellicht oneens mee bent.”
Volgens Thodé is hiermee dus een cyclus gestart. Hij legt uit dat de kritiekpunten van Latham niet alleen van haar zijn, maar een verzameling van kritiek die al heel lang over deze universiteit bestaat. Vooral ook van mensen buiten de universiteit. “Het is een beeld dat bestaat en dan is het goed dat je er kennis van neemt. En gaat kijken in je reflectie of dat beeld klopt of niet. En als het niet klopt, bekijken hoe het komt dat het beeld wel bestaat. En als het beeld wel klopt, wat we kunnen doen om de realiteit te veranderen zodat het niet meer klopt.”
Of de opening van een academisch jaar zich hiervoor leent, op die vraag zegt Thodé: “Er is voor gekozen, omdat het nog nooit op deze wijze naar voren is gebracht. Binnen een setting waarbij de gemeenschap ernaar luistert. Het was altijd individu op individu en het wordt nooit ter discussie gesteld. Als je begint met iets openbaar te maken, dan stel je het ook ter discussie. Ik vind dat de universiteit die discussie moet aangaan.”
[uit Amigoe, 15 september 2012]

Onderzoek naar Amsterdamse slaveneigenaren

Historicus Dienke Hondius van de Vrije Universiteit is in samenwerking met haar studenten en het Amsterdamse Stadsarchief bezig met een onderzoek naar een substantiële groep slaveneigenaren die zich ten tijde van de afschaffing van de slavernij niet in de kolonies, maar in Amsterdam bevonden.

Veel slaveneigenaren woonden niet op dezelfde plek als hun slaven in Suriname en de Antillen, maar lieten hun zaken regelen door vertegenwoordigers. Die afwezige eigenaren vormen een heel interessante groep: zij brengen de slavernijgeschiedenis, meestal gezien als iets dat ver weg en lang geleden heeft plaatsgevonden, terug in het hart van de Europese steden. Het onderzoeksteam onder leiding van Dienke Hondius geeft inzicht in de Amsterdamse connecties met de slavernij door middel van een kaart, die zij op basis van hun onderzoek ontwikkelden.


Slaveneigenaren in Amsterdam 1863 weergeven op een grotere kaart

Meer op de website van het Stadsarchief. Momenteel is men bezig met de voorbereidingen op een website en presentatie die volgend jaar te bezichtigen zouden moeten zijn. 

UNA-literatuuropleidingen geaccrediteerd

Op dinsdag 17 april jl. ontving de Algemene Faculteit (UNA) het heuglijke bericht dat de 4 hbo-master opleidingen voor leraar Pa­pia­mentu, Engels, Nederlands en Spaans, positief zijn beoordeeld door de Nederlands Vlaamse Accre­di­tatie Organisatie (NVAO). Dit geldt ook voor de Lerarenopleiding Funderend Onderwijs (LOFO) op Curaçao en Bonaire.

read on…

Surinaams-Nederlands

Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands

Sinds de aanvang van dit studiejaar kent de subfaculteit Humaniora van de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS) een Masters-opleiding Nederlands, die onder leiding staat van bouwdecaan Dr. Renata de Bies. De Bies, in 2008 aan de Katholieke Universiteit Leuven gepromoveerd, is de samensteller van het Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands (WSBN) evenals van het Prisma-woordenboek Surinaams-Nederlands.

Foto rechts: Renata de Bies

Op een vandaag in het kader van de Internationale Dag der Moedertalen door De Bies georganiseerd mini-symposium in het University Guesthouse van de AdeKUS, zijn de resultaten bekend gemaakt van een onder 397 respondenten van Surinaamse middelbare scholieren uit Paramaribo, Commewijne en Nickerie gehouden taalonderzoek. Uit dit onderzoek is gebleken dat het Surinaams-Nederlands een doorslaggevende rol speelt in onze multiculturele samenleving. Het Surinaams-Nederlands wordt verreweg het best beheerst en haalt op afstand de hoogste percentages op de onderzoeksdelen: taal die thuis wordt gesproken 22,4%, beste uitdrukkingstaal 61,5% en enige moedertaal 34,3%. Indien men meerdere talen als moedertaal mag aanwijzen, blijkt dat het Surinaams-Nederlands als enige taal in alle combinaties voorkomt. Alleen als scheldtaal haalt het Sranan hoge percentages, maar nog altijd níet méér dan het Surinaams-Nederlands. Dit onderzoek is uitgevoerd door studenten Nederlands aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL). Volgens De Bies is het Surinaams-Nederlands overal aanwezig en sluiten de gepresenteerde resultaten aan op een dergelijk in 2004 gehouden onderzoek

Wat leert ons dit onderzoek?

Om de onderzoeksresultaten te kunnen interpreteren zullen we eerst een definitie moeten geven van het Surinaams-Nederlands (SN). Die heb ik gehaald uit genoemd WSBN van De Bies: “Het Surinaams-Nederlands is de nationale variëteit van het Algemeen Nederlands (AN), gesproken door Surinamers in en buiten Suriname. Een gedeelte van het SN valt samen met het AN, het andere gedeelte is exclusief Surinaams. Dit Surinaamse deel is prominent aanwezig in de woordenschat. Op de andere niveaus van taal, zoals grammatica en stijl, is er ook sprake van Surinaamse eigen-aard-igheden.”

Over het ontstaan van het SN zegt De Bies: “Het SN is gesurinamiseerd Nederlands, een Nederlands dat zich heeft ontwikkeld in een proces van vernederlandsing dat met de leerplichtwet is begonnen. In dat proces heeft de Surinamer het Nederlands geautochtoniseerd. Het Nederlands werd in Suriname geïmporteerd en daarna werd het aangepast aan de communicatiebehoeften van de verschillende rassen en culturen die naar dit land zijn gebracht, met als resultaat het SN, trefpunt van rassen en culturen in Suriname.”

Sinds de verzelfstandiging van de Republiek Suriname in 1975 is de officiële taal het Nederlands, de taal die elk kind op school leert en waarin alle wetten en voorschriften worden uitgebracht, onontkoombaar dus voor elke Surinaamse burger. Maar zoals De Bies heeft opgemerkt, het in Suriname geïmporteerde Nederlands werd aangepast aan de communicatiebehoeften van de verschillende in het land aanwezige rassen en culturen en dat is de taal geworden die nu Surinaams-Nederlands heet. Los van het feit dat elke levende taal lééft, dus continu in ontwikkeling is, moet het door De Bies genoemde aanpassingsproces reeds lang als afgesloten worden beschouwd. Toch is te constateren dat het SN steeds meer afstand neemt van het AN en dat hoeft helemaal niet te verbazen, want er bestaat geen enkele bemoeienis meer vanuit Nederland (behalve dan de zinloze taaltips van de Nederlandse Taalunie), het SN is immers uitgegroeid tot een autonome taal, eenzelfde proces als zich in de loop der eeuwen heeft voltrokken in Zuid-Afrika. Tegen deze achtergrond is de vraag alleen nog maar wanneer het Surinaams-Nederlands de officiële voertaal wordt in Suriname, tenminste, als het kan standhouden tegen het oprukkende Engels in.

Ook Zuid-Afrikaans is een autonome taal

Zo bezien bevatten de resultaten van genoemd onderzoek weinig nieuws, het is zoals De Bies aan de hand van voorgaand onderzoek ook laat zien een logische ontwikkeling, een zich voortzettende trend. Wellicht kan zij met volgende onderzoeken gaan extrapoleren wanneer het punt bereikt zal worden dat SN inderdaad tot officiële voertaal kan worden geproclameerd. Niet onbelangrijk voor het ministerie van Onderwijs om daarop te kunnen inspelen, want met de taalvaardigheid en -beheersing van onze huidige voertaal is het bar slecht gesteld. Wellicht dat een tijdige ingreep in de lesprogramma’s een overgang kan vergemakkelijken en gelijktijdig op termijn de taalvaardigheid en -beheersing van de Surinamer op een hoger peil kan brengen. De Bies en haar Masters-opleiding Nederlands zullen er hun handen vol aan hebben.

Marcel Pinas ‘Artist in Residence’ Vrije Universiteit Brussel

De agenda van kunstenaar Marcel Pinas is nu in 2012, net zoals elk ander jaar, weer goed gevuld met activiteiten en exposities binnen en buiten Suriname. Kort na de succesvolle ‘soft-launch’ van zijn Boipili sieradenlijn op 28 januari in de Readytex Art Gallery in Paramaribo, vertrok Marcel Pinas naar België voor zijn eerste buitenlandse activiteit van dit jaar. Van 15 februari tot en met 29 maart 2012 is Marcel Pinas namelijk als artist in residence te gast bij KultuurKaffee aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).

Marcel Pinas staat in Suriname en in vele andere landen in de wereld bekend om zijn cultuurgeïnspireerde kunst die gebaseerd is op zijn Ndyuka herkomst en waarmee hij vooral aandacht vraagt voor het behoud van de waardevolle culturele erfenis, de achtergestelde sociaal-maatschappelijke positie en de bedreigde leefomgeving van de Marrons in Suriname. Ook voor zijn activiteiten in het district Marowijne, gericht op het creëren van ontwikkelingskansen voor de locale jeugd met kunst en cultuur als uitgangspunt, geniet Pinas internationale erkenning. De unieke gelegenheid om tijdens een werkperiode zijn kunst en zijn bredere visie ook in België met het publiek te delen, greep Pinas dan ook met beide handen aan.
Tijdens zijn residentie van zes weken aan de VUB zal Pinas werken aan een serie kunstwerken die hij aan het eind van deze periode, en wel op 29 maart, in een vernissage zal presenteren aan het publiek. Omdat de residentie de vorm heeft van een ‘open atelier’ is een ieder vrij de kunstenaar in zijn atelier (KK Gallery) te bezoeken en daar met hem van gedachten te wisselen over zijn werk. Daarnaast staan er tijdens de residentie verschillende activiteiten op het programma waarbij de kunstenaar samen met andere sprekers in de vorm van presentaties en discussies dieper ingaat op zijn kunstenaarschap, zijn visie en enkele daaraan gerelateerde globale vraagstukken. Het programma ziet er als volgt uit:

· Woensdag 14 maart – Lezing Marcel Pinas in het kader van de sensibiliseringsweek ‘Creatief werken met kinderen betrokken in het gewapend conflict in Colombia’ (org. Centre for Children in Vulnerable Situations’).

· Dinsdag 20 maart – Campus talks Cultuur & Ontwikkeling. 7 sprekers – wetenschappers, kunstenaars, beleidsmakers, … – leveren elk vanuit hun deskundigheid een bijdrage.

· Woensdag 21 maart – De kracht van kunst: maatschappelijk geëngageerde kunst uit Congo en Suriname. Gespreks- en debatavond met Marcel Pinas (SU, kunstenaar) – Alex Van Stipriaan (NL, Tropenmuseum) – Sammy Baloji (BE/Congo, kunstenaar) – Mirko Popovich (BE, Africalia) – Gie Goris (Mo Magazine) (i.s.m. UCOS)

· Donderdag 29 maart – Artist talks: Marcel Pinas (SU) en Koen Vanmechelen (BE). Vóór de officiële opening van zijn expositie in de KK Gallery’ gaat Marcel Pinas in gesprek met zijn Belgische collega Koen Vanmechelen. Centrale thema’s in het werk van Vanmechelen zijn ‘identiteit’ en ‘diversiteit’. De rode draad in het oeuvre van Marcel Pinas wordt gevormd door het thema ‘kibri a kulturu’ of ‘bescherm onze cultuur’.

· Donderdag 29 maart/19:30 u/KK Gallery – Vernissage expo Marcel Pinas: Zes weken werkte Marcel Pinas aan zijn expo. De resultaten worden in aanwezigheid van de heer Bruno De Lille, Brussels Staatssecretaris bevoegd voor Jeugd en Cultuur, voorgesteld aan het grote publiek. Surinaamse culinaire specialiteiten worden aan de bezoekers aangeboden.

· Donderdag 29 maart/ 21:00 u/KultuurKaffee: ‘KK World’ met Lobi firi (NL/SU) en Kra Dara (NL/SU) Presentatie: Jetty Mathurin (NL/SU)

Wanneer mag seks? Grenzen van jeugdliteratuur (V en slot)

[Tekst voor het openingscollege van de Masters opleiding Nederlands aan de Anton de Kom-universiteit, Subfaculteit Humaniora, 30 januari 2012 – deel V en slot]

door Ismene Krishnadath

Volgens de ontwikkelingspsychologie zou je er in ieder geval geen punt van moeten maken als er over seks wordt geschreven in boeken voor adolescenten, dus kinderen vanaf ongeveer 12 jaar. Leerlingen van het voortgezet onderwijs junioren en hoger dus.

read on…

Wanneer mag seks? Grenzen van jeugdliteratuur (IV)

[Tekst voor het openingscollege van de Masters opleiding Nederlands aan de Anton de Kom-universiteit, Subfaculteit Humaniora, 30 januari 2012 – deel IV]

door Ismene Krishnadath

Er kunnen allerlei oorzaken aangehaald worden, waarom de belangstelling voor het lezen taant bij adolescenten, maar het een en ander moet zeker ook gezocht worden in de interessesfeer van de adolescenten. Willen we verhalen bieden die interessant zijn voor adolescenten, dan zullen er ook zaken in verwerkt moeten worden die typisch in hun leef- en interessesfeer liggen, zoals sport, studie, geld verdienen, kleren, mode, uitgaan, seks, alcohol en drugs, mystiek, generatieconflicten, innerlijke twijfels en twijfels aan maatschappelijk/culturele regels, waarden en normen.

read on…

Wanneer mag seks? Grenzen van jeugdliteratuur (III)

[Tekst voor het openingscollege van de Masters opleiding Nederlands aan de Anton de Kom-universiteit, Subfaculteit Humaniora, 30 januari 2012 – deel III]

door Ismene Krishnadath

Laten we kijken wat de ontwikkelingspychologie over de inhoudelijke kant van boeken aangeeft. Per ontwikkelingsfase kunnen we verschillende interessegebieden onderscheiden. Peuters en kleuters zijn vooral bezig de nabije omgeving te verkennen en de begrippen en namen te leren van dingen en personen om hen heen. Teksten daarover zijn dan interessant.
De fase van het schoolkind (7-12 jr) wordt in de psychologie als een vrij probleemloze fase gezien. Het kind wil dan de wereld buiten het gezin ontdekken, het kind heeft nog belief in ouders en andere autoriteiten en een duidelijk gevoel voor wat recht en onrecht is. Spannende, avontuurlijke, humoristische boeken met duidelijke helden/heldinnen slaan dan goed aan.

read on…

Wanneer mag seks? Grenzen van jeugdliteratuur (II)

[Tekst voor het openingscollege van de Masters opleiding Nederlands aan de Anton de Kom-universiteit, Subfaculteit Humaniora, 30 januari 2012 – deel II]

door Ismene Krishnadath

Toch is de realiteit (en zeker in Suriname) zo dat de rol van boekadviseur enorm belangrijk is omdat het meestal de ouders zijn die de boeken kopen, of bibliothecarissen en leerkrachten geven aan welke boeken hun leerlingen mogen lezen. De boekadviezen worden in de Surinaamse realiteit van bovenaf gegeven.

read on…

Wanneer mag seks? Grenzen van jeugdliteratuur (I)

[Tekst voor het openingscollege van de Masters opleiding Nederlands aan de Anton de Kom-universiteit, Subfaculteit Humaniora, 30 januari 2012]

door Ismene Krishnadath

Groet, (Vertegenwoordigers ADEK en vooral dr. Renata de Bies, Bouwdecaan van de Masters Opleiding Nederlands van de subfaculteit Humaniora aan de ADEK, dank u voor de uitnodiging om dit openingscollege te verzorgen. Gegroet dames en heren, studenten en overige belangstellenden)

Mag ik u allen feliciteren met de opening van deze opleiding waar lang naar is uitgekeken door veel betrokkenen in het taalveld. Het wordt hoog tijd dat we in Suriname komen tot een gestructureerd taalbeleid. Wetenschappelijke taalopleidingen zijn een must om daarbij de nodige inputs te kunnen geven.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter