blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Neus Hilde

His/Her Tori over grondenrechten in Suriname

door Christine F. Samsom

In mei van dit jaar verscheen het eerste-lustrum-nummer van His/her Tori, het tijdschrift voor Surinaamse geschiedenis en cultuur. Het moet als een grote prestatie van het redactieteam, bestaande uit Jerome Egger, Eric Jagdew en Hilde Neus-van der Putten, worden gezien, dat het ons nu al vijf jaar voorziet van stof tot nadenken op hoog niveau. De uitgave van dit jaar is een speciaal, extra dik nummer, met ‘Grondenrechten’ als thema. read on…

Drie biografieën over Surinamers

door Hilde Neus

Sophie Redmond was een auteur die met haar voeten diep in de Surinaamse klei stond. De biografie die over haar werd geschreven door Sylvia Marie Kortram, wordt elders op Caraibisch Uitzicht besproken. Het is goed te constateren dat er steeds meer biografieën verschijnen over Surinamers die een rol gespeeld hebben in hun tijd. Eerder verschenen biografieën die over Wim Bos Verschuur, Dobru en Anton de Kom, waarover in het kort hieronder. read on…

Een eigen geschiedenis vraagt om eigen geschiedschrijving

door Ruben Bakker
Geschiedenis kan ‘over’ Suriname gaan, maar is die dan ook ‘van’ Suriname? Voor geschiedschrijving (of historiografie) is het uitermate belangrijk vanuit welk perspectief gekeken wordt. Dit komt al naar voren in de ondertitel van de bundel Verkenningen in de historiografie van Suriname, die de ambitie aangeeft om te komen Van koloniale geschiedenis tot geschiedenis van het volk. Deze ambitie spreekt ook uit het symposium ‘Geschiedschrijving van Suriname’, gehouden in 2013, waar deze bundel uit voortgekomen is.
In een geschiedenis van het volk staat het volk centraal, dit in tegenstelling tot een koloniale geschiedenis, waar de relatie met de kolonisator centraal staat. Als men spreekt van dekolonisatie van de geschiedschrijving wordt bedoeld dat niet alleen het bestuur van een land, maar ook de geschiedschrijving onafhankelijk wordt. Maar wat betekent dit precies? En hoe kunnen we dat bereiken? Dit zijn de vragen die in de bundel centraal staan. De bundel bestaat uit 25 Nederlands- en Engelstalige essays, geschreven door Surinaamse en buitenlandse (vooral Nederlandse) historici. Hiermee beslaat de bundel – die in twee delen is uitgekomen –  zo’n 656 pagina’s in totaal.

read on…

22 meter aan rood haar

door Hilde Neus  

Gabriel García Márquez was een groot deel van zijn leven journalist, en heeft dat beroep nooit afgeschud, het was zelfs de basis van zijn literatuur. Het motto van de roman Over liefde en andere duivels (1994) is een stelling van de roomse kerkgeleerde Thomas van Aquino, die schrijft over ‘de gaafheid van herrezen lichamen’:

read on…

Toni Morrison in een Caraïbische anthologie?

door Jules Rijssen en Lucia Nankoe

In de Ware Tijd Literair van 1 maart 2014 verscheen met als titel ‘Vlieg terug naar Afrika’ een recensie van Hilde Neus over het boek De slaaf vliegt weg onder redactie van Lucia Nankoe en Jules Rijssen (Arnhem: uitgeverij LM Publishers, december 2013). [Klik hier]

read on…

1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis

door Els Moor

In 2013 kwam in Nederland een boek uit met wetenswaardigheden over 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis.

read on…

Vlieg terug naar Afrika

door Hilde Neus

 
De meest indrukwekkende versie die ik ooit las van de slaaf die terugvliegt naar Afrika, is in de roman De hemelvaart van Solomon van de zwarte Amerikaanse auteur Toni Morrison. Het is het verhaal van Macon Dead, wiens zoon beweert dat zijn opa Solomon kon vliegen en als een adelaar weggezeild is naar Afrika. Het is jammer dat dit verhaal niet is opgenomen in De slaaf vliegt weg(samenstelling Lucia Nankoe & Jules Rijssen). Maar ook de vermelding van het motief in het verhaal over Tata Colinvan Ruud Mungroo zou hier niet hebben misstaan. Dit motief van de titel van de bundel komt verder voor als afbeelding van Elis Juliana, met een kleine verklaring erbij. De kern wordt gevormd door lezingen, gepresenteerd op het internationale symposium over de relatie tussen historische romans en de beeldvorming van de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Waar en wanneer deze bijeenkomst werd gehouden staat in een noot vermeld; in de Muiderkerk in 2009. De centrale vraag is of en welke historische romans een rol spelen in de beeldvorming over het slavernijverleden. En hoe ze doorwerken in de hedendaagse discussies en in de persoonlijke beleving van de nazaten. De samenstellers proberen deze vragen in de inleiding te beantwoorden. Ze slagen daar maar deels in, omdat er veel voorbeelden aangehaald worden die allerlei kunstvormen bevatten, maar geen historische romans zijn. Het artikel van Suzanne Diop, ‘Het Eerste Internationaal Congres van Zwarte Schrijvers en Kunstenaars’ (pp. 29-33) is zo’n voorbeeld dat niet over historische romans gaat. (Kijk ook naar het onterechte gebruik van hoofdletters in de titel!)
Mijns inziens betekent het begrip beeldvorming binnen het literaire kader het ontstaansproces van een beeld (in fictie) over een persoon of groep mensen dat niet noodzakelijkerwijs met de werkelijkheid of de feiten overeen hoeft te komen. Als de samenstellers bedoelen dat beeldvorming een visualisatie is die bestaat uit het vertalen van een gedachte naar een beeld of uitdrukkingsvorm, dan klopt de bundel wel. Dan is de opname van veel stukken in de bundel, zoals de verhouding tussen etnische groepen getoond in de film Wan Pipel, wel verantwoord. Er zijn natuurlijk allerlei gevoelige zaken die uitvloeiselen zijn van de slavernij, en zodra die gevisualiseerd worden heb je ook een bepaalde vorm van beeldvorming.
De inhoud van de bundel werkt dus vervreemdend omdat je van de auteur, zelf literatuurwetenschapper, een andere insteek zou verwachten. En zeker als dan blijkt dat er allerlei stukken zijn opgenomen die niet op het symposium voorbij zijn gekomen, terwijl de bijdrage van M. van Kempen, die er wel bij was, vanwege een tekort aan beschikbare redactionele ruimte is teruggetrokken. Dan roept dit vragen op.
Bij zo een titel en inleiding waren mijn verwachtingen anders. Dat neemt niet weg dat de stukken bijna allemaal iets met de slavernij te maken hebben, maar het gevaar is dat de lezer met zo een gevarieerde waaier aan informatie toch blijft zitten met vragen over de context. Je kunt die dan op internet opzoeken, maar is dat de bedoeling van de bundel? Al in het eerste stuk, van Nankoe zelf (‘Reverence’) heeft ze het binnen vier pagina’s over Toussaint Louverture, Edwi[d]ge Danticat, de kunstenaar Basquiat, de zanger Maxwell en de Neville Brothers, auteur Simone Schwartz-Bart en de kunstenaar Frankétienne. Alles wordt even aangestipt en daardoor mist het stuk diepgang.
Cynthia Mc Leod vraagt zich in haar bijdrage af of het aan te bevelen is dat de lezer zich een beeld vormt van de geschiedenis via historische romans. Daar wil ze zich, ondanks de geweldige verkoopcijfers van bijvoorbeeld Hoe duur was de suiker?, niet over uitlaten. ‘Dat zou de uitkomst van het symposium moeten zijn’, is haar mening.
Ik denk dat een symposium over dit onderwerp ook geen uitsluitsel kan geven, daarvoor is het onderwerp te breed en te gecompliceerd. Wel is duidelijk dat historie in vele vormen verwerkt kan worden, letterlijk en figuurlijk. In literatuur, schilderijen, beelden, poëzie en zang, alle denkbare kunstvormen. En door over de slavernij na te denken en die uit te drukken in kunst, kunnen de nazaten van de slaven tevens aan een stukje rouwverwerking doen. En de nazaten van de slavenhouders kunnen zich plaatsvervangend schamen na zich verwonderd te hebben over de verschrikkingen die in die tijd plaats hebben gevonden. Eenieder doet dat op zijn eigen manier. Dat blijkt wél duidelijk uit de inhoud van deze bundel. Met bijdragen van onder meer Anil Ramdas, Rudy Bedacht, Remy Jungerman en Rihana Jamaludin, om maar wat Surinaamse auteurs in deze bundel te noemen.
Lucia Nankoe & Jules Rijssen (samenstelling): De slaaf vliegt weg. Beeldvorming over slavernij in de kunsten. Arnhem: LM Publishers, 2013. ISBN 978-94-6022-274-0

Ingekomen reacties

door Christine F. Samsom

Dat er op een uitgesproken mening in de Ware Tijd Literair reacties komen is niet ongewoon. Daar zijn we altijd blij mee. Het betekent dat de literaire pagina goed wordt gelezen. Discussies kunnen tot meer diepgang leiden. Dat er op de ‘Srefidensi/Zelfdenken’-special van zaterdag 25 januari 2014 drie reacties kwamen was toch een verrassing.

read on…

Slavernij; een geschiedenis

door Hilde Neus

De herdenking van de afschaffing van de slavernij begon officieel op 1 juli 2013 en kan dus nog wel even doorgaan. Er is zo veel over dit onderwerp verschenen. Zeker ook de Walburg Pers heeft dit jaar nogal wat in dit item geïnvesteerd. Deze uitgeverij heeft van oudsher veel aandacht voor Suriname en een serie prachtige boeken gepubliceerd, zoals platenboeken over Maria Sibylla Merian, Stedman en Benoit. Dirk Tang, de auteur, was werkzaam bij de Koninklijke Bibliotheek en heeft al heel wat werk over dit onderwerp op zijn conto: diverse uitgaven van Sailing Letters Journa’/ Brieven boven water (1 t/m 5, Walburg Pers), maar ook Zwart. Het beeld van de zwarte mens in de Nederlandse illustratiekunst 1880-1980, KB.
In zijn voorwoord tot Slavernij. Een geschiedenis geeft Tang aan dat dit een van de vele geschiedenissen is die over slavernij geschreven kunnen worden. Hij brengt nuanceringen aan in het begrip, want slavernij was van situatie tot situatie anders, en kan als mensonterend kader niet overal over één kam worden geschoren. In dit koffietafelboek (klinkt raar, met zo’n onderwerp, maar wat kwaliteit van uitgave en fotomateriaal betreft wel binnen dit genre vallend) vertelt hij vooral over de betrokkenheid van Nederland bij de slavernij, en dan wel tot 1873. Het omslag geeft de ambiguïteit van het begrip slavernij goed weer. Bovenaan drie daguerreotype-foto’s uit 1850 van Amerikaanse slaven door Joseph T. Zealy met op hun gezicht het leed getekend. Uit deze serie foto’s zijn ook afbeeldingen van de ruggen bekend, waarop de ‘boom’ van littekens van de zweepslagen in de huid gegrift is. Onderop zien we een geromantiseerd schilderij van het type ‘Oriëntalisme’. Dit is het begrip waarmee de onderzoeker Edward Said de beeldvorming over het Oosten door het Westen verklaarde. Op de voorgrond mooie, blije, roddelende en zichzelf in de spiegel bekijkende meisjes op zebravellen, gekleed in vloeiende gewaden met sieraden. De hongerige blikken van de veelal oudere mannen en het ene meisje dat als een koe wordt tentoongesteld, maken dat de kijker begrijpt dat het hier om een vrouwenmarkt gaat. Het schilderij is van Edwin Long, uit 1875.
Tang schetst de slavernij vanaf de oudheid en geeft aan dat het systeem altijd heeft bestaan: volkeren trokken rond en lieten verslagen vijanden voor zich werken. Ook tijdens de middeleeuwen werden hele groepen mensen verplaatst in Europa om als lijfeigenen en horigen te werk gesteld te worden. Dat ook in de Oost slavernij een normale situatie was, blijkt wel uit de vele bronnen die Tang heeft gebruikt. Na de zeereizen van Columbus, onder invloed van de adviezen van pater De Las Casas om geen inheemse volkeren langer te knechten vanwege het hoge sterftecijfer, startte men de trans-Atlantische slavenhandel. Hierbij werden meer dan 12 miljoen mensen getransporteerd van Afrika naar de Nieuwe Wereld. In Portugal en Spanje waren ondernemers al in de vijftiende eeuw vertrouwd met de inzet van Afrikaanse slaven.

Ook in de Oost was er een levendige handel. Vooral de Verenigde Oost-Indische Compagnie is winstgevend geweest voor de Nederlandse markt. Tang beschrijft de verschillen tussen de VOC en de West-Indische Compagnie, die veel minder opbracht. Voor ons aanzienlijk minder bekend is het feit dat in de Arabische landen de slavernij ook welig tierde. De slaven werden niet ingezet op plantages, meer in de huishoudens. Er is veel minder boekhouding bewaard gebleven, maar de schattingen van transport lopen van 10 tot 18 miljoen mensen en dit doet niet onder voor de trans-Atlantische handel. In de hoofdstukken 6 en 7 komt vooral Suriname aan bod, in bijna 100 pagina’s. In veel publicaties wordt vaak gegeneraliseerd over de slavernij. In dit zeer leesbare boek kunnen geïnteresseerden kennis opdoen, vergelijken en nuanceren. En zo is dit boek een zeer waardevolle bijdrage aan de discussie over de slavernij.

Dirk J. Tang: Slavernij. Een geschiedenis. Zutphen: Walburg Pers, 2013. ISBN 978-90-5730-905-2

Slavernij verbeeld

door Hilde Neus  

De afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam heeft dit jaar een speciale tentoonstelling gehouden met boeken over de slavernij. Gastconservatoren waren Kenneth Boumann en Carl Haarnack, allebei van Surinaamse origine en verwoede verzamelaars van antiquarische werken over Suriname. Naast werken uit de collectie van de Universiteit van Amsterdam zelf, hebben zij ook boeken en andere zaken tijdelijk beschikbaar gesteld. Deze zijn afgebeeld in een publicatie van De boekenwereld, die voor ongeveer de helft is gevuld met informatie over historische Surinaamse (en andere) werken, gerelateerd aan de slavernij.

read on…

Heer in slavernij

door Hilde Neus

De roman Gentleman in slavernij van Janny de Heer, recentelijk uitgegeven bij In de Knipscheer, neigt naar De zwarte lord van Rihana Jamaludin, verschenen in 2009 bij KIT Publishers. Zelfs het Engelse woord in de titel ontbreekt niet.

read on…

De toover-lantaarn van Mr. Furet

door Peter Meel

De Toover-lantaarn van Mr. Furet van W.E.H. (Willem) Winkels (1818-1893) vertelt het verhaal van de blankofficier Péon Charles Prêt. Op de Surinaamse suikerplantage Atroce (!), waar hij te werk is gesteld, wordt hij Paauw genoemd. Volgens de schrijver is het lot van de blankofficier ‘eene aanhoudende teleurstelling, eene altijd durende marteling, een immer diep smartende toestand van de grievendste vernederingen’ (p. 6). Péon werkt zich zeven dagen per week uit de naad voor een fooi, verblijft in een schamel onderkomen waar ratten, kakkerlakken en muskieten vrij spel hebben, zit onder de knoet van de directeur van de plantage aan wie hij dagelijks rapporteert over de verrichtingen van de slaven, klaagt steen en been over de hitte, de kwaliteit van het voedsel, het verbod om omgang te hebben met slavinnen en zijn heimwee naar Nederland, en overlijdt na een leven vol ontberingen in grote eenzaamheid.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter