blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Haas Fred de

Mea culpa (7 en slot)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

door Fred de Haas

Nawoord
Als er één ding is dat we ons moeten realiseren is het wel dat slavernij niet tot het verleden behoort maar nog steeds bestaat en andere vormen heeft aangenomen. Uitbuiting van de ene mens door de andere ligt nog steeds op de loer. Onlangs verscheen in de Nederlandse pers het bericht dat de Saoedische ambassadeur een Filippijns dienstmeisje vijf en half jaar opgesloten had gehouden en uitgebuit door haar twaalf uur per dag te laten werken en nauwelijks te eten te geven. En dat voor een salaris van een paar honderd euro in de maand. Ook haar kinderen die ze op verzoek van de ambassadeur had laten overkomen ondergingen dit lot. Snikkend vertelde ze haar verhaal voor de Nederlandse TV. Overal ligt uitbuiting op de loer. Er zijn kindsoldaten in Afrika, buitenlandse arbeiders worden in Europa (o.a. in Nederland) door criminele uitzendbureaus uitgezogen en onderbetaald. Vrouwen en kinderen worden verhandeld en mishandeld.
Wij hebben met zijn allen de verantwoordelijkheid om te verhinderen dat er mensen als Jaca, Moirans, Montesquieu en anderen blijven roepen in dezelfde woestijn als in vroeger eeuwen.

Mea culpa (6)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

read on…

In memoriam Helmin Wiels

door Fred de Haas

Allereerst wil ik mijn oprechte medeleven betuigen aan de familie van Helmin Wiels, een man die altijd voor zijn volk (‘mi hendenan’ zoals hij zijn mensen placht te noemen) op de bres stond.

read on…

Mea culpa (5)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

read on…

Mea culpa (4)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

read on…

Mea culpa (3)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

door Fred de Haas

Fray Domingo de Soto (1494-1560)
Het is verbazingwekkend hoe traditioneel orthodox en naïef er in die tijd werd gedacht. Zo zegt Fray Domingo de Soto (omstreeks 1550) dat er in het ‘Paradijs’ geen barbaren en onwetenden waren, maar na de ‘zondeval’ wel.  Als straf voor de zondeval deden dienstbaarheid en slavernij hun intrede. De chaos die was veroorzaakt door de zondeval moest worden gecorrigeerd door Gezag en Wetten. Het Recht moest dus vaststellen wanneer ‘dienstbaarheid’ (lees: slavernij) was toegestaan. Aldus de Soto.  Maar er lieten zich ook andere stemmen horen. Die tijd werd nu eenmaal gekenmerkt door een voortdurende golfbeweging van ongemakkelijke argumenten pro en contra.
Bartolomé de las Casas (1484-1566)
De Dominicaan Bartolomé de las Casas die spijt had van zijn vroegere idee om voor het zware werk in de mijnen en op de plantages de Indianen te laten vervangen door Afrikanen, klaagde in zijn Historia de las Indias (1552) de omstandigheden aan waaronder de Afrikanen werden gevangengenomen (Obras escogidas, Madrid Biblioteca de Autores Españoles, no 95 en 96):
‘no eran sino guerras crueles, matanzas, captiverios, totales destruiciones y anihilaciones de muchos pueblos de gentes seguras en sus casas y pacíficas, cierta damnación de muchas ánimas que eternamente perecían sin remedio, que nunca los impugnaron, ni les hicieron injuria, ni guerra, nunca injuriaron ni perjudicaron a la fe ni jamás impedirla pensaron y aquellas tierras tenían con buena fe…’
(vert. Het waren gewoon wrede oorlogen, slachtpartijen en mensenroof, verwoesting en vernietiging van vele volken die veilig en vredig in hun huizen woonden, een zekere verdoemenis van vele zielen die onherroepelijk en voor eeuwig verloren gingen, die ons nooit hadden bestreden, nooit kwaad hadden berokkend of oorlog tegen ons hadden gevoerd, die nooit van plan waren geweest het geloof schade toe te brengen of er een barrière tegen op te werpen en die te goeder trouw die landen bewoonden…).
Portugese koningen als Hendrik de Zeevaarder hadden schuld omdat zij degenen waren die hun mensen toestemming gaven om handel te drijven in Afrika.
Het valt overigens op dat de Spaanse theologen zich voornamelijk richtten tot de Portugese kooplui. Dat was logisch, omdat vanwege het verdrag van Tordesillas immers alleen de Portugezen het monopolie hadden op de handel in dat gebied.
Bartolomé de las Casas stond gelukkig niet alleen in zijn opvattingen. De Aartsbisschop van Mexico, Alonso de Montúfar, ook een Dominicaan, schreef in 1560 een brief aan Filips II waarin hij om afschaffing van de slavenhandel en de invrijheidsstelling van de ‘zwarten’ vroeg:
 ‘ […] suplicando a Vuestra Majestad, si hay causas que el dicho captiverio de los dichos negros escusen y permitan, nos lo mande hacer saber para que depongamos los escrúpulos que de lo susodicho han nacido y nacen y, si de ello se engendrase algún escrúpulo en los de Vuestro Real Consejo, mande proveer lo que convenga al servicio de Dios Nuestro Señor y descarguo de vuestra real conciencia y de los de vuestro Real Consejo y placerá a Nuestro Señor que, cesando este captiverio y contratación, como hasta aquí han ido a rescatarles los cuerpos, habrá más cuidado de llevarles la predicación del Santo Evangelio, con que en sus tierras sean libres en sus cuerpos y más en las ánimas, trayéndolos al conocimiento verdadero de Jesucristo’ (Francisco del Paso y Troncoso, Epistolario de Nueva España, 1505-1818, Mexico, José Porrúa, in 16 delen).
(vert. […] smeken wij Uwe Majesteit om, als er redenen zijn die de gevangenschap van genoemde zwarten zouden rechtvaardigen en veroorloven, ons dit te laten weten zodat wij de gewetensbezwaren die het bovenvermelde (onrecht) bij ons hebben opgewekt en nog steeds opwekken van ons af kunnen zetten;  en als er enig gewetensbezwaar vanwege dit onrecht mocht rijzen bij de leden van uw Koninklijke Raad, smeken wij u om ervoor te zorgen dat het nodige wordt gedaan in het belang van de dienst aan God Onze Heer en de ontlasting van uw koninklijk geweten en van dat van de leden van uw Koninklijke Raad; dan zal het Onze Heer behagen dat, door het stopzetten van die gevangenschap en mensenhandel, er meer zorg zal zijn om hen (lees: de Afrikanen) het Heilig Evangelie te prediken waardoor ze in vrijheid in hun landen kunnen leven, vrij van lichaam en, vooral, van ziel, door hen te leiden naar de ware kennis van Jezus Christus).
Aan de ene kant is het een overbeleefde brief – de bisschop was volkomen afhankelijk van de Spaanse koning –  en aan de andere kant een slimme brief. De bisschop wil doodeenvoudig van zijn gewetensbezwaren af en daarom legt hij de verantwoordelijkheid hiervoor bij de koning. Erg dapper was het allemaal niet, maar de bisschop deed tenminste iets. En dat zou je van veel priesters en bisschoppen uit de twintigste eeuw niet kunnen zeggen. Menig geestelijke boog in de afgelopen eeuw voor misdadige Zuid-Amerikaanse dictators. Gelukkig waren er ook figuren als de dappere Braziliaanse bisschop Dom Helder Câmara en de moedige Ernesto Cardenal uit Nicaragua. Deze laatste kreeg, helaas, te maken met de opgestoken vermanende wijsvinger van Paus Johannes Paulus II.
Ook de Dominicaan Tomás de Mercado wees er in zijn Suma de tratos y contratos (1571) op dat het algemeen bekend was dat de helft van de aangevoerde slaven met list en bedrog was aangekocht en dat dus ook de handelaren die in Kaapverdië of West-Indië slaven kochten een doodzonde begingen.
[voor afl. 4 – klik hier]

Memo Slavernij

Op 1 juli 2013 is het 150 jaar geleden dat de slavernij in onze vroegere koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen werd afgeschaft. Schrijvers en filmers houden in hun werk de herinnering van het slavernijverleden levend en dragen bij aan kennis over en het bewustzijn van het slavernijverleden. Het schrijversprogramma Letterij wijdt woensdag 24 april 2013 een avond aan dit thema. Gasten zijn Janny de Heer en Fred de Haas. De presentatie is in handen van Peter de Rijk en Franc Knipscheer.

Janny de Heer debuteerde in 1999 met Landskinderen van Curaçao. Sinds 2010 werkt zij aan de historische roman Gentleman in Slavernij, over een Duitse immigrant in het 19de eeuwse Suriname, die in 2013 zal verschijnen. Fred de Haas is muzikant, vertaler en essayist. Hij houdt aan de hand van een PowerPoint-presentatie een verhandeling over de slavernijgeschiedenis waarin Portugal en Nederland een uitgebreide rol spelen.
Verder in het programma aandacht voor de roman Tula. Verloren Vrijheid van Jeroen Leinders, het op ware feiten gebaseerde verhaal over de legendarische leider van de Grote Slavenopstand op Curaçao in 1795, van welk boek binnenkort een door de schrijver zelf geregisseerde internationale verfilming wordt uitgebracht; voor het debuut Porto Marie van Els Langenfeld, drie historische novellen  over deze Curaçaose plantage en over de novelle Slaaf en meester van Carel de Haseth, op basis van welk verhaal de eerste Papiamentstalige opera dit jaar in première zal gaan: Katibu di shonvan Tania Kross en Randal Corsen.
Locatie: Pletterij Haarlem. Aanvang: 20.00 uur. Zaal open: 19.30 uur. Toegang 5 euro. Toegang € 10,00 Eat (maaltijdsoep) & Greet met de auteurs. Aanvang 18.30 uur. Beperkt aantal plaatsen. Vooraf reserveren. Mail naar reserveren@pletterij.nl of bel 023 542 3540.

Mea Culpa (2)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

door Fred de Haas
 
Afrikanen in plaats van Indianen
Toen sommige geestelijken, onder wie de bekende Spaanse Dominicaan Bartolomé de las Casas, zagen dat de inheemse, Indiaanse bevolking niet bestand was tegen dwangarbeid in de mijnen en op de plantages in de koloniën gaven ze het – goedbedoelde – advies om in plaats van de inheemse bevolking Afrikanen dat werk te laten verrichten.
Paus Paulus III verbood toen in een schrijven van 1537 aan de Aartsbisschop van Toledo om mensen tot slaaf te maken. In die brief sprak hij over ‘westelijke’ en ‘oostelijke’ Indianen en ‘andere mensen’. Wie die ‘andere mensen’  waren werd in het midden gelaten en gemakshalve genegeerd. De zaken konden rustig worden voortgezet. In 1553 vraagt de bankier Hernando de Ochoa aan prins Filips, de latere Spaanse koning Filips II uit de Tachtigjarige Oorlog, om toestemming 23.000 zwarten naar ‘Las Indias’ (West-Indië) te mogen vervoeren. Filips vroeg toen om raad aan verschillende vooraanstaande theologen, niet zozeer om te informeren of slavenhandel eigenlijk wel mocht, maar om te weten te komen of die handel wel nuttig was voor de Spaanse koloniën.
Een discussie
Omdat de geestelijke heren vaak zelf geen antwoord wisten op vragen over de slavenhandel gingen ze ook bij elkaar te rade. Zo stelde Fray Bernardino de Vique de volgendevragen aan de theoloog Fray Francisco de Vitoria (1483-1546) in zijn ‘Carta del maestro fray Francisco de Vitoria al padre fray Bernardino de Vique acerca de los esclavos con que trafican los portugueses, y sobre el proceder de los escribanos’, Anuario de la Asociación Francisco de Vitoria, III, p. 38-40):
Vraag: mochten Afrikanen die in binnenlandse oorlogen door andere Afrikanen krijgsgevangen waren gemaakt als slaaf worden gekocht?
Antwoord van Vitoria: ‘los portugueses no son obligados a averiguar la justicia de las guerras entre los bárbaros. Baste que éste es esclavo, sea de hecho o de derecho, y yo le compro llanamente’.
(vert. De Portugezen zijn niet verplicht om na te gaan of oorlogen tussen barbaren legitiem zijn of niet. Het is voor mij voldoende reden om iemand te kopen als ie slaaf is, verdiend of onverdiend).
Vraag: mochten Afrikanen die ter dood waren veroordeeld tot slaaf worden gemaakt?
Antwoord van Vitoria: ‘siendo tierra donde se puede uno facer esclavo por muchas maneras y voluntariamente venderse, ¿porqué no se podrá voluntariamente dar por esclavo del que le quisiere rescatar[…] ? Parésceme que se puede tener por esclavo por toda la vida’.
(vert. Omdat het hier gaat om een land waar je op zoveel verschillende manieren tot slaaf kan worden gemaakt en je jezelf ook als zodanig kan verkopen, zie ik niet in waarom je zo iemand niet als slaaf kan aanschaffen. Het lijkt me dat je zo iemand zelfs levenslang als slaaf kan houden).
Vraag: mochten Afrikanen worden verleid met snuisterijen en gevangen worden genomen zodra ze voet aan boord van de schepen hadden gezet om die snuisterijen nader te bekijken?
Antwoord van Vitoria: ‘sin duda si se tuviese por cierto que los portugueses se alzan con ellos por aquella forma y ruindad, yo no sé por dónde los pueda nadie tener por esclavos’.
(vert. Als je zeker zou weten dat de Portugezen zulke gemene streken met hen zouden uithalen, dan zou ik geen goede reden weten waarom die mensen tot slaaf gemaakt zouden kunnen worden).
Dus alleen in het laatste geval vond theoloog Vitoria dat de Afrikanen geen slaaf mochten zijn.
Met dat soort uitspraken viel voor zowel slavenhandelaar als geestelijke wel te leven!
[voor afl. 3, klik hier]

‘Mea culpa’ (1)

In eerdere artikelen zijn de lezers  meegevoerd langs bekende en minder bekende mijlpalen in de geschiedenis van de slavernij. Nu neemt onze medewerker Fred de Haas u mee op een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht. We zullen op grond van voornamelijk Spaanse bronnen zien hoe geleerde R.K. geestelijken zich met allerlei argumenten in duizend bochten hebben gewrongen om zowel God als de slavenhandelaar te kunnen behagen. En we zullen ook kennismaken met dappere Broeders (frailes) die, in het belang van de tot slaaf gemaakte Afrikanen, het gevecht met de autoriteiten niet uit de weg gingen en bereid bleken hiervoor een onvermijdbare prijs te betalen.

door Fred de Haas

Pausen, priesters en prelaten maakten in die eerste eeuwen na Columbus allemaal nog deel uit van een cultuur waarvan het instituut ‘slavernij’ nog niet helemaal was uitgebannen. Ze acteerden nog altijd tegen het verre decor van een klassieke beschaving die ‘slavernij’ nog niet beschouwde als iets onmenselijks. Zij voelden zich nog steeds gesteund door denkers als Aristoteles die had gezegd dat niet alle mensen gelijk waren…

Dat klassieke decor begon echter langzaam te veranderen. Het tijdperk kantelde en er kwam plaats voor een ‘geweten’ dat lastig begon op te spelen. Er moesten morele keuzes worden gemaakt. Wat te denken van slavernij? Deugde het of deugde het niet? Of deugde het een beetje?
De leiders van de Kerk werden als de hoeders van de moraal en de gidsen van het geweten geacht zich over dat soort vragen uit te spreken. In 1537 keerde Paus Paulus III zich tegen de slavernij van de ‘Indianen’, maar pas driehonderd jaar later, in 1839, deed Paus Gregorius XVI dit met betrekking tot de Afrikanen.
Hoe speelde men het klaar om de stem van het geweten tot bedaren te brengen toen er op grote schaal handel werd gedreven in mensen die allemaal zwart waren en uit Afrika werden gehaald? Het antwoord is simpel: geld bleek sterker dan de moraal.
Plantages en arbeidskrachten
Omdat de Turken in 1453 Konstantinopel (Istanbul) hadden veroverd en de toevoer van slaven uit het Zwarte Zeegebied hadden afgesloten, moesten de eigenaars van de grote plantages in het Middellandse Zeegebied gaan omzien naar arbeidskrachten uit andere landen. Die gebieden werden gevonden in Afrika. De zeevarende Portugezen hadden al geconstateerd dat er in Afrikaanse gebieden een grote binnenlandse slavenhandel bestond waar ze alleen nog maar op hoefden in te spelen. De Afrikaans-Europese slavenhandel kende een voorspoedige geboorte en zou in de eeuwen daarna een drukke en sinistere toekomst ingaan.
Natuurlijk was dit alles niet onopgemerkt gebleven in het katholieke Rome. Maar Paus Nicolaas V had in zijn Bul Romanus Pontifex (1454) aangegeven dat wat de Koning van Portugal op dat gebied deed welgedaan was mits hij maar streed tegen de vijanden van het geloof. In 1462 kwam er wel een brief van Pius II waarin deze een bisschop vermaande om niet toe te staan dat mensen tot slaaf werden gemaakt omdat zoiets een bekering tot het ware – katholieke – geloof in de weg stond, maar deze zou geen consequenties hebben.
Dat alles speelde zich af enige tientallen jaren voordat Amerika door Columbus werd ‘ontdekt’. Wat er daarna zou volgen heeft niet opgehouden het leven en denken in de West-Indische gebieden en Zuid-Amerika te beïnvloeden.

[voor afl. 2, klik hier]

Wendela de Vries: “Cultuur is naast inspirerend en bijzonder, ook gewoon wérk!” (2 en slot)

door Quito Nicolaas

Het liefst exposeert Wendela de Vries haar werk tijdens zichtdagen voor een algemeen publiek, zoals de Kunstroute. Ze hoopt vurig dat haar schilderij Salix Esperanza dit jaar óók gedurende de Zomerexpo 2013 in het Gemeentemuseum in Den Haag komt te hangen. Haar inspiratie put ze uit de dagelijkse praktijk en al dat andere dat om zich heen gebeurt. Voor het kinderboek Michi verzorgde de Vries heel toevallig de omslag, waarna een duurzame vorm van samenwerking met Simia Literario ontstond. Ondanks de teleurstellende uitspraken van Nederlanders over Curaçaoënaars, heb je genoeg macamba’s die nog steeds hun medemens met respect bejegenen. Solidariteit is geen kwestie van kleur. Vandaag het slotdeel van ons vraaggesprek met kunstenaar/dichter Wendela de Vries.

In de verzamelbundel Wie ik ben/Ta ken mi ta is een tweetal van je gedichten opgenomen. Welke boodschap dragen deze gedichten uit?
De Simia-groep heeft aan dit project, dat eerst als werktitel “Identiteit” had, heel hard gewerkt, onder leiding van Fred de Haas. Het was leerzaam en soms ook confronterend, door de discussies die ontstonden. Ik was zeer onder de indruk van de rijkdom van de Caraïbische poëzie, waarover Fred ons twee colleges gaf: dichtkunst van bijvoorbeeld Cuba, Puerto Rico, Aruba, Curaçao, Trinidad, Jamaica en Guadeloupe. Dat inspireerde ons als groep enorm.

Eerder hadden we al een college van Henry Habibe gehad; een openbaring vond ik dat. Toen heb ik voor het eerst kennis gemaakt met ‘close reading’, d.w.z.   dat je puur het gedicht ontleedt en niet steeds teruggrijpt naar de identiteit van de dichter. Mijn dochter vertelde me pas dat ze dat in de literatuurwetenschap ook wel ‘de dood van de dichter’ noemen.

Het gedicht “Concert” gaat over het moment dat het koor klaar staat in de gang van de kerk en ik in mijn eentje naar voren loop en dan het publiek toespreek. Het is een heel verstild maar tegelijk beladen moment als ik daar sta. In het gedicht probeer ik dat te beschrijven. Het gedicht “Rode Brem” gaat over tuinieren en ‘de band met een plant’ en daardoor met mijn (overleden) ouders en geliefden.

Als illustrator heb je het prentenboek Michi (2009) geïllustreerd. Hoe gaat de uitvoering van zo’n opdracht in z’n werk?
Olga Orman bezocht mijn atelier in Meneer de Wit en zag een grote gekleurde tekening met de naam “Papayameisje”. Olga zag in het peutertje de hoofdpersoon van een door haar gemaakt gedicht ‘Michi un mucha no ke bebe lechi, Michi un mucha no ke tapa ku klechi…’ en vroeg me toen of ik daar illustraties voor een prentenboek bij wilde maken. Dat werd een intensieve samenwerking. Ook met Jan Kees; hij wilde het grafisch ontwerp wel maken. Olga vond daar uitgeverij La Kock Publishing bij en 2 jaar later was Michi in 4 talen een feit. Olga en ik zijn in 2009 met koffers vol Michi’s samen een maand naar Aruba, Bonaire en Curaçao geweest om les te geven en voor te dragen, en in 2010 naar een bibliotheekcongres in Santo Domingo. Een geweldige ervaring en immens leerzaam. Danki Olga, cu nos a conoce otro!

Zowel voor de bloemlezing Wie ik ben/Ta ken mi ta als Topa Tula/Ontmoet Tula had je de omslag ontworpen. Ligt hier je passie?
Jazeker, ik ben in de eerste plaats beeldend kunstenaar. Vooral Topa Tula vond ik zeer belangrijk om te doen. Ik wilde dat Tula een méns werd, geen vaag historisch figuur en dat hij iedereen in de ogen kijkt, vooral de Nederlanders die nog nooit van hem gehoord hebben. Daar kunnen zij niets aan doen, in de geschiedenisles in Nederland is nauwelijks aandacht besteed aan de slavernij. Ik hoop dat dat na dit jaar gaat veranderen. Ik had graag gehad dat Quinsy Gario, zelf ook revolutionair, model had gestaan. Hij wilde ook meewerken, maar was te druk bezet. Ik heb toen, met zijn toestemming, foto’s van hem, maar ook van een voetballer uit de krant gebruikt.
Hoe vertaal je een gedicht in een schilderij en andersom? 
Dat gaat eigenlijk niet, het zijn verschillende uitingsvormen. Natuurlijk zijn er wel overeenkomsten. Ik hou niet van cynisme of geweld. Dat zal je dus nooit tegenkomen in mijn schilderijen, tekeningen noch gedichten. Ben nu bezig aan een grote prent van 1.35 m breed bij 2 meter hoog. Het is een oude wilg, die ik Salix Esperanza heb genoemd. Dit voert weer naar een gedicht uit 2011 dat ook Esperanza heet.Als kunstenares houd je jaarlijks een aantal exposities in het hele land. Hoe werd de expositie van Huid & Haar ontvangen? 

Die expositie was in Museum Joure (Fr) in een klein zaaltje, met mooie vitrines. Ik heb er niets verkocht, dat komt misschien ook door de locatie, mensen komen er niet naar toe om te kopen. Ik vind de directheid van mijn kunst verkopen heel aards en daarom heel aantrekkelijk. Wat is er mooier dan iets maken, mooi inlijsten, dat verkopen, en daar dan je boodschappen van doen? Zeker in deze crisistijd. Bij het verkopen via een galerie gaat er erg veel van je opbrengst af; en moet je aan de persoonlijke smaak van de galeriehouder voldoen. Daarom houd ik het het liefst zelf in de hand
Ik doe dit jaar in lente en zomer bijvoorbeeld mee aan twee kunstroutes in Zuid Holland/Zeeland, waar ik voor gevraagd ben. Ook geef ik teken- en schilderles bij WG-kunst in Amsterdam. In 2012 heeft mijn werk Ananasplukster in het Gemeentemuseum in Den Haag gehangen. Dat was de kroon op mijn werk, want ik vind dat het mooiste museum van Nederland. En… het werk gaat over de verschillen die stammen uit de koloniale tijd. Een hardwerkende Afrikaanse vrouw met een kindje op haar rug en in de bast van de bomen in de achtergrond zie je brave Noordelijke kerkgangers, gebaseerd op Max Havelaar, het onrecht en de hypocrisie van het kolonialisme.
Voor het bezichtigen van het werk van Wendela de Vries, kun je de volgende sites bezoeken:

Asiento (14 en slot)

De slavernij van de Oudheid tot nu

door Fred de Haas

Venezuela

Venezuela neemt een aparte plaats in waar het de Creoolse cultuur betreft. Venezuela heeft nooit die grote aantallen Afrikanen te verwerken gekregen als in andere landen. Dat heeft tot gevolg gehad dat de bevolking een vrij homogeen karakter heeft gekregen.

read on…

Asiento (13)

De slavernij van de Oudheid tot nu

door Fred de Haas

Santo Domingo

Santo Domingo, het Oostelijk deel van het vroegere ‘Hispaniola’ (La Española) moest al gauw haar aanvankelijk belangrijke rol in het Spaanse koloniale rijk afstaan aan landen als Mexico en Peru waar goud en zilver in overvloed aanwezig waren.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter