blog | werkgroep caraïbische letteren

Mea Culpa (2)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

door Fred de Haas
 
Afrikanen in plaats van Indianen
Toen sommige geestelijken, onder wie de bekende Spaanse Dominicaan Bartolomé de las Casas, zagen dat de inheemse, Indiaanse bevolking niet bestand was tegen dwangarbeid in de mijnen en op de plantages in de koloniën gaven ze het – goedbedoelde – advies om in plaats van de inheemse bevolking Afrikanen dat werk te laten verrichten.
Paus Paulus III verbood toen in een schrijven van 1537 aan de Aartsbisschop van Toledo om mensen tot slaaf te maken. In die brief sprak hij over ‘westelijke’ en ‘oostelijke’ Indianen en ‘andere mensen’. Wie die ‘andere mensen’  waren werd in het midden gelaten en gemakshalve genegeerd. De zaken konden rustig worden voortgezet. In 1553 vraagt de bankier Hernando de Ochoa aan prins Filips, de latere Spaanse koning Filips II uit de Tachtigjarige Oorlog, om toestemming 23.000 zwarten naar ‘Las Indias’ (West-Indië) te mogen vervoeren. Filips vroeg toen om raad aan verschillende vooraanstaande theologen, niet zozeer om te informeren of slavenhandel eigenlijk wel mocht, maar om te weten te komen of die handel wel nuttig was voor de Spaanse koloniën.
Een discussie
Omdat de geestelijke heren vaak zelf geen antwoord wisten op vragen over de slavenhandel gingen ze ook bij elkaar te rade. Zo stelde Fray Bernardino de Vique de volgendevragen aan de theoloog Fray Francisco de Vitoria (1483-1546) in zijn ‘Carta del maestro fray Francisco de Vitoria al padre fray Bernardino de Vique acerca de los esclavos con que trafican los portugueses, y sobre el proceder de los escribanos’, Anuario de la Asociación Francisco de Vitoria, III, p. 38-40):
Vraag: mochten Afrikanen die in binnenlandse oorlogen door andere Afrikanen krijgsgevangen waren gemaakt als slaaf worden gekocht?
Antwoord van Vitoria: ‘los portugueses no son obligados a averiguar la justicia de las guerras entre los bárbaros. Baste que éste es esclavo, sea de hecho o de derecho, y yo le compro llanamente’.
(vert. De Portugezen zijn niet verplicht om na te gaan of oorlogen tussen barbaren legitiem zijn of niet. Het is voor mij voldoende reden om iemand te kopen als ie slaaf is, verdiend of onverdiend).
Vraag: mochten Afrikanen die ter dood waren veroordeeld tot slaaf worden gemaakt?
Antwoord van Vitoria: ‘siendo tierra donde se puede uno facer esclavo por muchas maneras y voluntariamente venderse, ¿porqué no se podrá voluntariamente dar por esclavo del que le quisiere rescatar[…] ? Parésceme que se puede tener por esclavo por toda la vida’.
(vert. Omdat het hier gaat om een land waar je op zoveel verschillende manieren tot slaaf kan worden gemaakt en je jezelf ook als zodanig kan verkopen, zie ik niet in waarom je zo iemand niet als slaaf kan aanschaffen. Het lijkt me dat je zo iemand zelfs levenslang als slaaf kan houden).
Vraag: mochten Afrikanen worden verleid met snuisterijen en gevangen worden genomen zodra ze voet aan boord van de schepen hadden gezet om die snuisterijen nader te bekijken?
Antwoord van Vitoria: ‘sin duda si se tuviese por cierto que los portugueses se alzan con ellos por aquella forma y ruindad, yo no sé por dónde los pueda nadie tener por esclavos’.
(vert. Als je zeker zou weten dat de Portugezen zulke gemene streken met hen zouden uithalen, dan zou ik geen goede reden weten waarom die mensen tot slaaf gemaakt zouden kunnen worden).
Dus alleen in het laatste geval vond theoloog Vitoria dat de Afrikanen geen slaaf mochten zijn.
Met dat soort uitspraken viel voor zowel slavenhandelaar als geestelijke wel te leven!
[voor afl. 3, klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter