blog | werkgroep caraïbische letteren

Mea culpa (5)

Een zoektocht naar het geweten van het Rooms-Katholieke Spanje en Portugal in de eerste eeuwen na Columbus. Hij probeert het antwoord te vinden op de vraag hoe het Rooms-Katholicisme in het reine kon komen met wat ieder weldenkend mens, ook de mens van de 16e en 17e eeuw dus, moet hebben ervaren als een groot onrecht.

door Fred de Haas

Luis de Molina (1535-1600)

De Spaanse filosoof en theoloog Luis de Molina was ook een van die handige Jezuïeten die weinig moeite hadden met het vinden van rechtvaardigingen. Bovendien maakte hij gebruik van informatie uit niet geheel onverdachte hoek: die van Jezuïeten uit Afrika en van Portugese handelaren.

Molina vond wel dat de Portugezen geen zwarten mochten kopen die als oorlogsbuit konden worden aangemerkt. Maar hoe konden die Portugese handelaren dat nou weten? Niet van de Afrikaanse verkopers! Die deden net of ze gek waren. En van hun Afrikaanse tolken (die ze verplicht waren te gebruiken) hoorden ze dat ze de zwarten rustig konden kopen omdat ze op rechtmatige wijze waren verkregen. Kortom, je kon niet het onmogelijke van die handelaren vragen. Die moesten het dus wel overlaten aan de koning, de priesters en de bisschoppen om te bepalen waar ze goed aan deden. Het bleek dat de bisschoppen van Kaapverdië en São Tomé het veel belangrijker vonden dat de handelaren hun Pasen hielden. Ze deelden alleen straffen uit als deze niet aan hun godsdienstige verplichtingen voldeden, sex hadden gehad met een ongelovige of een grote wandaad hadden begaan. Molina bedacht dat hij niets anders kon doen dan de regel voorschrijven dat bij twijfel aan de rechtmatigheid van de aankoop de slavenmoesten worden vrijgelaten!

Goede raad was niet duur

Het ontbrak niet aan goede raad voor een menswaardige behandeling van de slaven. De DominicaanPedro de Ledesma (Segunda Parte de la Summa.., Zaragoza, Lucas Sánchez, 1611) schrijft het volgende:

‘El señor del esclavo no tiene el dominio de la vida y miembros del siervo. Por lo cual no le puede poner con buena conciencia en manifiesto peligro de muerte […] lo cual suele acontecer en el cavar y sacar tesoros y minerales […] no pueden con buena conciencia azotarlos ni pringarlos tan gravemente que pierdan el uso de sus miembros o que enfermen gravemente […] lo cual se dice por algunos cristianos que tratan tales esclavos como si no fueran hombres […]. ».

 (vert. De meester van de slaaf heeft geen beschikking over het leven en de ledematen van de slaaf. Daarom mag hij deze niet in duidelijk levensgevaar brengen […] wat nogal eens gebeurt bij het delven van edelmetalen en mineralen […] ze mogen hen niet zonder enig gewetensbezwaar zo zwaar met de zweep afranselen en slaan dat ze het gebruik van hun ledematen verliezen of ernstig ziek worden […] . Naar verluidde behandelden een paar christenen hun slaven alsof het geen mensen waren […] ).

Het blijkt echter dat zulke raadgevingen aan dovemansoren gericht waren. Zo ging de praktijk van het brandmerken, bijvoorbeeld, nog lange tijd door totdat Carlos III dit in 1784 verbood. Zelfs in het begin van de 19e eeuw schrijven Humboldt en Bonpland (Viaje a las regiones equinocciales del nuevo continente en 1779/1804, uitgave Caracas, 1956, Ministerio de Educación, I p. 338): ‘es doloroso pensar que hoy mismo existen en las Antillas colonos europeos que marcan sus esclavos con un hierro enrojecido, para reconocerlos cuando se fugan’ (vert. Het is pijnlijk te

moeten bedenken dat er tot op de dag van vandaag kolonisten op de Antillen zijn die hun slaven met een gloeiend ijzer brandmerken om ze te kunnen herkennen als ze de benen nemen).

Alonso de Sandoval

De Jezuïet Sandoval vond het ook moeilijk om een uitspraak te doen over het al of niet rechtvaardige van de slavenhandel. Hij liet dat oordeel liever over aan de vele geleerden die zich al eerder over dit vraagstuk hadden gebogen. Maar hij heeft zich er ongetwijfeld aan geërgerd toen hij bij het gereedmaken van de tweede druk (1647) van zijn De instauranda aethiopum salute (over het heil van de Afrikanen) een aantekening in de kantlijn vond van een van de geleerden van de Universiteit van Lima: ‘als je niet de wezenlijke onrechtvaardigheid van de slavernij in je overwegingen betrekt, wat blijft er dan over om met je geweten in het reine te komen? Wie op zoek gaat naar rook krijgt vanzelf tranen in de ogen en bitterheid in het hart’.

Maar Sandoval blijft in de tweede druk van zijn boek bij zijn oude standpunt:

‘[…] buscar entre diez o doce mil negros que cada año salen de este puerto, algunos mal cautivos, es cosa imposible por más diligencias que se hagan. Y perderse tantas almas que de aquí salen, de las cuales muchas se salvan, por algunos mal cautivos, sin saber cuáles son, puede no ser tanto servicio de Dios por ser pocas, y las que se salvan ser

muchas y bien cautivas’.

(vert. […] zoeken naar een paar onterecht tot slaaf gemaakte zwarten tussen de tien of twaalfduizend die elk jaar uit deze haven (= Loango, Angola) vertrekken, is een onmogelijke zaak al doe je nog zo goed je best. En als er zoveel zielen (die worden gered door de evangelisatie) verloren zouden gaan voor een paar fout aangekochte slaven die je niet kan achterhalen bewijs je God niet bepaald een dienst; het gaat immers maar om een paar slaven en daartegenover staan vele slaven die worden ‘gered’ en die terecht tot slaaf zijn gemaakt).

Molina was duidelijk geïnspireerd door de rector van het Jezuïetencollege São Paulo de Loanda, pater Luis Brandão die vond dat in het geval van de Indianen (die geen slaaf gemaakt mochten worden) de zaak anders lag. Volgens Brandão voelden Indianen innerlijk dat ze vrije mensen waren, maar bij zwarten was dat niet het geval!

Trouwens, ook over de kleur zwart heeft Sandoval ‘wetenswaardige’ zaken te vertellen:

‘[…] la tez negra en todas estas naciones prietas no provino tan solamente de la maldición que Noé echó a su nieto Chanaan sino también de una calidad predominante, innata e intrínseca, con que crió Dios a Cham, que fue un excesivo calor, para que los hijos que engendrase saliesen con ese tizne, y como marca de que descendían de un hombre que se había de burlar de supadre con tanto atrevimiento’.

(vert. De zwarte kleur die je bij al die volken aantreft kwam niet alleen van de vloek waarmee Noach zijn kleinzoon Kanaän trof, maar ook door een speciaal soort overheersende, aangeboren eigenschap waarmee God Cham schiep in een buitensporige hitte, zodat de kinderen die hij zou voortbrengen met die kleur geboren zouden worden ten teken dat ze afstamden van een man die de brutaliteit had om de spot te drijven met zijn vader).

Ook vermeldt Sandoval nog dat de Afrikanen van Cham hun voorliefde voor hekserij hebben geërfd.

Sandoval liet er geen misverstand over bestaan dat er meesters en slaven waren. Beide categorieën hadden zo hun verantwoordelijkheden:

‘Pero, supuesto que hay señores y esclavos, es fuerza que haya entre ellos mucha desigualdad, pero con tal calidad, que se siga el orden que hemos apuntado. Por lo cual de una manera han de ser amonestados los siervos y de otra los señores. Aquéllos, que miren siempre que nacieron para servir y éstos que no se les olvide que son de la misma naturaleza que sus siervos’.

(vert. Maar, aangenomen dat er meesters en slaven zijn, is er noodzakelijkerwijs sprake van ongelijkheid tussen beiden. Maar, dit gezegd zijnde, is het wel zo dat men zich moet houden aan de regels die ik uiteengezet heb. Aan de ene kant moeten de slaven en aan de andere kant de meesters worden vermaand. De slaven moeten niet vergeten dat ze geboren werden om te dienen en de meesters moeten niet vergeten dat ze dezelfde aard hebben als hun slaven).

De opvattingen van Molina en Sandoval zouden van grote invloed blijven op het denken over de slavernij.  Een voorbeeld. Toen in 1662 de Genuezen Grillo en Lomelin de Spaanse Kroon om toestemming vroegen voor de slavenhandel voerde Fray Juan de Castro aan dat het na zoveel jaar ervaring een dwingende noodzaak was gebleken Afrikanen naar Amerika te brengen om arbeid te verrichten waar Indianen en Spanjaarden niet toe in staat waren. Bovendien – en daar komt het weer! – hadden de Afrikanen daarbij nog het voordeel dat ze tot het Christendom werden bekeerd.

Gelukkig waren er ook dappere broeders die hun reputatie in de waagschaal stelden om een krachtig protest te laten horen. Laten we luisteren naar hun stem uit een ver verleden.

[vervolg klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter