blog | werkgroep caraïbische letteren

Loterijen en kansspelen – Leren van geschiedenis 23

door Hilde Neus

In het straatbeeld zien we veel Suribet-kantoren. Dit betekent dat er veel gegokt wordt in Suriname. Bij elke chinees kun je loten kopen, en veel mensen geven elke cent die ze kunnen missen om een gokje te wagen. Dat loopt soms heel goed af, maar vaak slechter. De grote bazen achter de gokkantoren en de casino’s maken er flinke winst op, dat moge duidelijk zijn. Moet de overheid deze praktijken wel toestaan? Veel mensen hebben al weinig, en dan vergokken ze het vaak, wat tot grote ellende binnen de gezinnen kan leiden.

Aanvraag van Z. Robin om een loterij te mogen houden, 1751.

We kennen de verhalen van chinezen die vroeger hun winkel vergokten, en – zelfs wanneer ze op verlies stonden – bereid waren hun vrouw in te zetten. Of de ruzies die ontstonden aan het einde van de maand wanneer de man zijn zuurverdiende loon niet naar huis bracht, maar het onderweg verbraste met dobbelen. En ook de piramidespelen liggen nog vers in ons geheugen. Het is bekend dat arme mensen vaker een laatste poging doen om rijkdom te vergaren door te gokken. Iedereen deelt dan mee als je wint. Astrid Roemer heeft dat op magistrale wijze beschreven in de novelle Waarom zou je huilen mijn lieve, lieve over een lotexman, die een winnend lot treft, maar dat wordt opgeknabbeld door de ratten.

Gokproblemen

Toch is gokken altijd een geliefde bezigheid geweest, ondanks de nare gevolgen en het strenge toezicht. De eerste wet op kansspelen stamt uit 1705, wat aangeeft dat het al vroeg een probleem was. Er zijn in totaal 9 plakkaten verschenen, en in die van 4 februari 1761 is aangegeven dat dobbelen en spelen zeer in zwang waren en hele families kon ruïneren. Daarom werd er een boete van 200 gulden gevorderd op spelen in openbare gelegenheden zoals ‘tapneringen’, koffiehuizen of een ‘droge gasterij’. Zelfs als je je huis daartoe beschikbaar stelde of een kamer verhuurde. Deze boete gold voor allerlei spelen, zoals ‘passedisse, cinq&neuf, bluffen, uitleggen, berlan trichasque, bankosaluto, quinze, en andere simpele hazardspelen. Enkele klinken zeer exotisch en wat het spel inhoud is vaak onduidelijk. Maar in de 18e eeuw speelde men ze ongetwijfeld met grote passie. 1/3 van de boete ging naar de Raad Fiskaal (de Openbaar Aanklager) en 1/3 naar de gereformeerde armen. 1/3 was voor de aanbrenger, en dit bedrag zal ongetwijfeld mensen ertoe hebben verleid om anderen te verklikken. Als de eigenaar van de nering voor een tweede keer werd betrapt, werd zijn licentie voor een jaar ingetrokken en bij de derde keer zou hij die geheel verliezen. In het plakkaat staat ook dat niemand een andere persoon geld mag lenen om te gokken. Mocht dat toch ontdekt worden, betaalde degene die het geld voorschoot 4 maal dat bedrag als straf (met dezelfde verdeling als hierboven.) Slaven mochten niet samenkomen om te dobbelen, te kaarten of welk spel dan ook te spelen.

Sieraden als prijzenpot

Loterijen werden in de krant aangekondigd, en onder toezicht van het gouvernement gehouden. Over de prijzen werd belasting afgedragen. Opvallend is, dat er meerdere trekkingen plaatsvonden. In 1788 werd in de krant een loting van de 1e klasse geadverteerd door Gerrit Pater. In 1790 hield hij er een van de 6e klasse. Uit een archiefstuk blijkt dat de prijzenpot van een loterij uit gouden sieraden kon bestaan. Op 16 maart 1751 richtte Zacharie Robin het verzoek aan gouverneur Mauricius om fiat te verkrijgen voor een loterij, onder toezicht van het Hof. De heren Crommelin en Tourton zouden de zaak priseren, dus de waarde bepalen. Uit de lijst blijkt dat het gaat om een partij juwelen; 30 items met een totale waarde aan f1000 Hollands. ‘Deese loterije bestaat uijt 100 loten en uijt 30 prijsen.’ Het bedrag van de inleg van 1 lot is slecht leesbaar, de inkt heeft het eerste cijfer weggevreten, maar het lijkt op f19,-. Dat betekent dat Robin f 900,- winst maakte op een inleg van f1000,- Degene die de eerste prijs zou winnen, kon kiezen uit het 1e of het 2e item; ‘een gemailleerde orlogie voor dames’ ter waarde van f110,-, of ‘een ring met 4 diamanten en een paar gouden braceletten’, die samen f 95,- vertegenwoordigen. Behalve enkele snuifdozen en zilveren schoengespen lijken de sieraden vooral bestemd voor vrouwen. Een uitgelezen, goedkope manier om al spelenderwijs aan leuke prijzen te komen!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter