Jit Narain – bidesiyá
des aur palwár ke chor-chár
bhág aur bhagwán ke cherat
utarli jahán-jahán jaháj se
bhukh mitáwe ke khiyál
hamlogke pakarle raih ge
[Sarnámi]
bidesiyá*
land en familie
lieten we achter
lot en vloek van goden tartend
waar we ook ontscheepten
de gedachte om de honger te stillen
bleef zich vastklampen
* bidesiyá: persoon uit een ander land of een andere streek; in Noord-India gebruikt voor contractanten die terugkeren
[Jit Narain is de auteursnaam van Djietnarainsingh Baldewsing. Dit gedicht komt uit: Jit Narain, Rahan / Bestaan. Gedichten Sarnámi – Nederlands. Vertaling Nederlands: Effendi N. Ketwaru. English translation: D. France Olivieira. Paramaribo: Eigen beheer, 2017, p. 6-7.]