Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Leonard Nolens – Nieuwjaarsbrief
Gelukkig nieuwjaar, Zoet, en dank je voor het oude.
Mijn jaren duren lang en die van ons zijn kort.
Je kerstboom staat zijn groen nog in het rond te neuriën
Van de bossen ginder, allemaal zijn zij gekomen
Naar de Daenenstraat om ons hier toe te geuren.
Gelukkig nieuwjaar, Zoet, en dank je voor het oude.
Die dag in maart dat jij mij langzaam overkwam
Is ook vandaag mijn zon. Het sneeuwt de kamer onder
Met herinneringen die wij worden, warm en koud
Zijn wij voortaan elkaars geheugen en vergetelheid.
Ook straks gaan wij gearmd en stil dit wit in daar.
Gelukkig nieuwjaar, Zoet, en dank je voor het oude.
Joke van Leeuwen – Een jaarwisseling
Ze zitten in een kring, ruggen naar
de wereld, en zien de uren in het gezicht.
Ze sturen wie, teruggekeerd, te veel zijn
heen geweest, geen brieven nu, zoals
ooit van een feest met heerlijk eten
niet, en dan dat heerlijk-eten-niet
zo nauwgezet beschreven. Ze hebben
vers gerezen deeg, zacht zuchtend
groot geworden brood, oud weten.
Margo Morrison – Mi presidente
Dichteres Margo Morrison publiceerde in 2010 een gedicht dat zij al 14 jaar daarvóór schreef en waarvoor zij zich liet inspireren door president Desi Bouterse, ” mi presidente”.
read on…Breyten Breytenbach – … de morbide morfologie van woorden die met een m beginnen
… de morbide morfologie van woorden die met een m beginnen,
de weeën van moorden, een vreemde maantrekkingskracht,
mijn mooiliefje in de moerbeiboom, de mogels die zo muitelen
in de memel, en het ondergrondse mompelen van de mollen,
magiërs, manieren mapperen in de wind zoals maaiende handen,
meisjegemak, meelmuis, mijnstaking, mudvol, een moratorium
van megalomaniakken, morgenwaan, mijn moeders maat-
meloentje, muffe moffen en mooie modistes en malle makelaars
en molest met machinegeweren en mosterdzaad, meewarigheid,
meerbied, morsige manoeuvres, misschien het mistige meer,
Mozes bemint mijn mazzel, de misselijke mier, de mand van
madam, monden moeten muilen, meneren die mijmeren van
minnaressen met mierzoete oogkes, de metastase in de
metamoerfase van maaiers en naaiers en nadere mehoeftige
makkers in het marlement van Muilekkerland, malootzakken,
moplichters, verkrachters en stukken ongeluk, lui die zich als
mensen vermommen om elkaar beter te kunnen verdommen,
muskuslucht, modder …
Tip Maruggs verstaanbare poëzie
‘Pas bij herlezing begrijpt men dat zij onbegrijpelijk zijn.’
door Jeroen Heuvel
Beste lezer, hoeveel seigel moet je hebben van de gedichten van Tip Marugg om ervan te kunnen genieten? En heeft dat verstand dan te maken met begrip van de inhoud? Met logica van de ‘regels van de dichtkunst’? Of schoonheid van de vorm? Volgens Colá Debrot waren de (vroege) gedichten van Tip met de ‘hersens’ geschreven.
read on…Gerrit Komrij – Dodenpark
We wandelden des avonds door de tuinen
Van het crematorium; achter heg en hazelaar
Stond laag de vroege maan; ik at wat kruimels
Van mijn vest en jij genoot van een sigaar.
Fièrnu selestial
dichtbundel van Gibi Bacilio
door Jeroen Heuvel
Het eerste gedicht in deze drietalige bundel (origineel in het Papiamentu, met vertalingen in het Nederlands en Engels) is een zogenoemd elfje. Een gedicht van vijf regels, met elf woorden in totaal. Regel 1 heeft één woord, regel 2 twee woorden, regel 3 drie, regel 4 vier, en dan rest er één woord voor de laatste regel. Vertaald uit het oorspronkelijke Papiamentu staat er:
Edward van de Vendel – Laatste gedicht over Hannes en Hassan
Hannes en Hassan
hebben eeuwigheidswaan.
Ze weten het zeker: ze zullen altijd bestaan.
‘Maar de dood dan,’
vraagt een schildpad die langs komt gekropen,
‘de dood is het einde!’
‘Daar staan wij voor open,’
zegt Hannes (of Hassan),
‘alleen: wij gaan dus blijven.’
Hendrik van Teylingen – Twee gedichten
Doorgetrokken verkeersweg
Zijn tram rijdt bellend door de wei.
Hij stapt uit in de mooie kamer
van een oeroude boerderij
die viel onder de slopershamer.
Anton de Kom – Gedicht
O, ik haat het alledaagse zwoegen
Balen rijst dragen
Koffie plukken
Voor drie centen.
Hendrik van Teylingen – Alarm
Alarm
Weer voert een nacht een ochtend aan.
Een witte wekker drijft nog gauw
zes, vijf minuten in het nauw
en laat zijn bel dan berserk gaan.
Oda Blinder – Drie gedichten
Vóór een madonna
tintelend
grijpen kinderhanden
naar de omvang
van uw wezen;
onbeschroomd
zijn hun verlangens,
onbesmet
de kuise stilte
die hun weelden
om u weven.