blog | werkgroep caraïbische letteren

Snoepen

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Al jong merkte ik dat mijn humeur drastisch leed als ik niet snoepte. Ik werd dan chagrijnig en nors. Kreeg ik daarentegen een lekkernij, dan straalde ik en werd ik weer goedlachs en vrolijk. Ik maakte grappen en iedereen genoot van mijn humor. Dan maar mollig, besloot ik.

Ik ontleende het voorbeeld aan mijn moeder en tantes, die allemaal gezellig dik en vrolijk waren. Zij kwamen op zondag vaak bij elkaar met afgedekte schalen zelf gemaakte lekkernijen, die ze vrolijk babbelend of schaterlachend uitwisselden. Ik zat graag bij hen en genoot mee. Mijn slanke zusje keek mij minachtend aan en deed haar balletoefeningen. Ze at een bakje yoghurt, even zuur als haar humeur.

Toen ik in de rolstoel terecht kwam moest ik regelmatig haar goede raad aanhoren. Dat ik moddervet was en dat zou merken. Ik voerde aan dat ik drie maal per week optimaal beweging had, dinsdag en donderdag te paard en zaterdag in het zwembad en daarbij al mijn spieren gebruikte. Ze trok haar buikje in, rechte haar rug en verdween op de fiets. In de stromende regen, een nieuwe verkoudheid tegemoet. Ik keek haar na en zette een kopje thee. Nam er twee koekjes bij. En genoot.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter