blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Tweede Wereldoorlog

Surinaamse rug joodse buik herzien

door Christine F. Samsom

Op 3 januari 2012 werd hier een bespreking opgenomen van de eerste druk van Surinaamse rug joodse buik met de ondertitel: Emoties van een nazaat van de Surinaamse slavernij die een kind-overlevende werd van de Sjoa van Wim Egger. Een uitgebreide recensie over het boek hoeft nu niet meer. Toch lijkt het ons goed kort aandacht te besteden aan de onlangs verschenen tweede herziene druk met de kortere ondertitel: Emoties over de Surinaamse slavernij en de Sjoa.

De schrijver heeft niet alleen de ondertitel verkort, hij heeft de rode pen overal gehanteerd, met kritische ogen het boek opnieuw helemaal doorgespit en veel naar zijn mening overbodige zaken geschrapt, waardoor het boek tientallen pagina’s korter is geworden. Er zijn ook wat zaken toegevoegd: Fotovermeldingen met paginanummers en zes bladzijden Register, dat het zoeken naar personen en zaken makkelijker maakt. Daarmee heeft het boek niet aan kracht verloren, in tegendeel. Het is zo mogelijk nog overtuigender!

En waarvan wil hij de lezer overtuigen? Een citaat: ‘Surinaamse rug – joodse buik: zo kan mijn naoorlogse bestaan samengevat worden. Sterk en weerbaar geworden – maar ook gevoelig en ontsteld gebleven. Rug en buik harmoniëren in mij zoals het in het lichaam behoort: wanneer de buik te veel te verduren heeft gekregen, kromt het lichaam zich vanzelf en beschermt de sterke rug dat gevoelige deel, (…) – en wanneer de rug te hard gekromd is geweest, moet hij weer ontspannen omdat de buik anders gaat protesteren’ (p. 243). De schrijver verloor in de Tweede Wereldoorlog de hele joodse familie van zijn moeder, Lien Jas. Zijzelf kwam als enige terug uit Auschwitz, getraumatiseerd. Hij verloor als onderduikkind zijn jeugd en dat is indringend en ontroerend beschreven. Hij waarschuwt in het laatste hoofdstuk voor het nog steeds latente antisemitisme. Zo noemt hij een uitspraak in 1972 van de Nederlandse ex-minister-president, ‘de goed-katholieke Van Agt – in zijn functie als minister van Justitie’ – die in het openbaar zei trots te zijn dat híj ariër was! Zijn excuses achteraf hielpen niet om de wrange smaak weg te nemen.

Hoeveel miljoenen aan advocaatkosten moesten nabestaanden van de omgekomenen niet uitgeven om nog in de negentiger jaren van de vorige eeuw de door de nazi’s buitgemaakte bezittingen van weggevoerde en vermoorde joden, waaronder sieraden, kunstschatten, postzegelverzamelingen, antieke meubels, terug te krijgen. Sowieso werden de zwaar getraumatiseerde overlevenden niet met open armen en met begrip voor hun lijden door de Nederlandse autoriteiten ontvangen. Had dat te maken met het feit dat maar een klein deel van de Nederlandse bevolking zich echt had bekommerd om zijn joodse landgenoten?

Het is intussen algemeen bekend dat omgezet naar de grootte van de Nederlandse bevolking daar verhoudingsgewijs de meeste joden zijn weggevoerd en omgekomen: in Italië 8000, in het veel kleinere Nederland 106.000. In het voorwoord van rabbijn Awraham Soetendorp komt de Israëlische dichter T. Carmi aan het woord om duidelijk te maken, hoe belangrijk het is steeds opnieuw het verhaal van de slavernij (ook de joden hebben hun slavernijverhaal) en van de Holocaust te vertellen: … om te laten door dringen ‘dat wat werkelijk gebeurd is, werkelijk gebeurd is!’

Wim Egger: Surinaamse rug joodse buik. Emoties over de Surinaamse slavernij en de Sjoa, tweede, volledig herziene druk. Voorburg: Uitgeverij Libertador, 2012. ISBN 978-90-6170-001-2

Teken en zie de wereld

door  Jetty Polanen

Een prachtig verzorgd boek, glossy papier, veel uniek fotomateriaal, mooie harde kaft. Kortom, al zou je het niet lezen dan is het al een aanwinst. Maar… lees het toch maar, het is zeer de moeite waard. Kun je iemand leren kennen uit de verhalen die over hem verteld worden?

read on…

Zedenverwildering in WO II in de West

‘We waren gek op de buitenlanders en keken tegen ze op, met hun witte huidskleur, hun mooie uniformen, grote auto’s en motorfietsen. Als ze een dansavond hadden, hadden alle Surinaamse vrouwen vrij toegang, de mannen niet. De Surinaamse jongens kregen helemaal geen aandacht meer van die meisjes.’
Irma Tilon

Meisjes en soldaten
De meisjes hebben veel belangstelling voor de Amerikaanse soldaten. De familieleden zijn soms trots op het interesse van de Amerikanen voor hun dochters en zusters. Maar de meisjes worden ook vaak – niet zonder afgunst – veroordeeld. Die afkeuring wordt versterkt doordat de prostitutie door de komst van de soldaten heel erg toeneemt.

Criminaliteit stijgt
Het gebruik van alcohol neemt enorm toe en ook de criminaliteit stijgt. Er ontstaan in Suriname een aantal zeer beruchte jeugdbendes, ‘gangs’: de Blackout-gang, Zorro-gang, Big-Ten-gang en de Hitler-gang. Deze bendes zijn vooral ‘s avonds actief als de stad verduisterd is, in de periode van juli 1942 tot november 1944. Ze houden zich bezig met roofovervallen, aanrandingen en onderlinge vechtpartijen.

‘De verschijnselen die iedere groote havenstad vertoont bestaan hier slechts uit één variatie: de allerarmelijkste, alleronsmakelijkste en allerbeschamendste! Maar negenennegentig procent van Willemstad’s bevolking leeft in fatsoen en eerbaarheid, geheel buiten dit verschijnsel.’
correspondent van Knickerbocker Weekly, Willemstad 1943
‘Er was de Blackout-gang. De Surinaamse gemeenschap was daar bang voor, want je zou door die bende kunnen worden overvallen. Er is ooit iemand doodgestoken, maar meestal intimideerden ze de mensen meer dan dat ze kwaad aanrichtten.’
Rudi Laads

Versje: zedenverwildering
Het meisje was kieskeurig,
vond niemand goed genoeg,
Een ieder liep een blauwtje,
Die haar ten huwelijk vroeg.

Toen kwamen de vreemde troepen
in Suriname aan
En waren alle vrienden
Al heel gauw van de baan.

Zij leerde Yankees kennen,
Dat zijn toch kerels pas!
Hoe anders dan die jongens,
Met wie zij vroeger was!

Fragment gedicht door Sonja, pseudoniem van R.D. Simons, in de Surinaamse krant De West, 1942

[van www.verzetsmuseum.org]

Suriname in de Tweede Wereldoorlog

Een kort overzicht

door de redactie van de Ware Tijd Literair

Voor de Tweede Wereldoorlog ging het niet zo goed in Suriname. De plantages brachten niet veel op. Suriname had sterk te lijden van de wereldwijde economische crisis. Er heerste veel armoede en werkloosheid en de verschillende bevolkingsgroepen hadden weinig contact met elkaar. Dit veranderde in de Tweede Wereldoorlog toen bauxiet, waarvan aluminium gemaakt wordt, van groot belang werd in verband met vliegtuigbouw. In 1941 werd de Paranam-fabriek geopend door gouverneur Kielstra en ook het bedrijf Billiton leverde een grote bijdrage. In 1943 leverde Suriname 60% van de bauxietbehoefte van de VS. De Amerikanen namen Suriname op in hun ‘Rainbow Plan’, het oorlogsplan uit 1941, dat troepenzending naar de Zuid-Amerikaanse landen mogelijk maakte, ter bescherming van het westelijk halfrond. De komst van Amerikaanse troepen hier leidde ook tot een ongekende kapitaalstroom. Zanderij werd uitgebreid en er werden wegen aangelegd. Een economische ontwikkeling dus en verbreding van de blik, waardoor er ook een bewustzijn groeide van eigenheid op weg naar zelfstandigheid. Uiteraard hadden de Amerikaanse soldaten ook veel interesse voor mooie Surinaamse tienermeisjes!

Geslachtsziekten werden een probleem en voordat prinses Juliana in 1942 Suriname bezocht, werden heel wat jonge mannen (‘bendeleden’) en vrouwen (‘prostituees’) opgepakt en geïnterneerd in een kamp. Pas in 1944 kregen ze hun vrijheid terug! In De koningin van Paramaribo (1999) van Clark Accord lezen we dat ook de beroemd geworden hoer Maxi Linder tijdens de oorlog een tijdlang vastzat op plantage Katwijk. Suriname heeft Nederland vanaf het begin van de oorlog geholpen. Zo was er het ‘Spitfire-fonds’, een inzamelingsactie voor een vliegtuig voor de geallieerden. Schoolkinderen moesten op maandag een cent meebrengen en ze zongen een liedje: ‘Kinderen vergeet je maandagcentje niet/ Kinderen vergeet het maar niet/ Wat er gebeurt of wat er geschiedt/ Kinderen vergeet je maandagcentje niet.’

Mannelijke Duitsers boven de vijftien jaar die in Suriname woonden, werden als vijanden beschouwd en vastgezet in Fort Zeelandia. Veel zendelingen en onderwijzers waren er onder hen. Ook de bemanning van het schip ‘De Goslar’ werd geïnterneerd en we weten dat ze het schip vóór de internering lieten zinken. Gouverneur Kielstra liet in de eerste oorlogsjaren ook linkse revolutionairen, nationalisten en andere opposanten oppakken. De bekendste onder hen is Wim Bos Verschuur, kunstenaar, onderwijzer, politicus (‘baas in eigen huis!’), vakbondsman, statenlid en onvermoeibaar criticus van de gouverneur.

Na de Japanse aanval op Pearl Harbour werden 146 gevangenen van Javaanse interneringskampen, uit Nederlands-Oost-Indië dus, naar Suriname gebracht en hier opgesloten (zie het bericht hier direct onmder). Gouverneur Kielstra sloot de mogelijkheid van bombardementen door Duitse of Japanse vliegtuigen niet uit. Daarom mocht er in de stad vanaf 7 uur ’s avonds tot 7 uur ’s morgens nergens licht zijn. Zelfs fietsen moest zonder licht. De maan werd erg belangrijk. Ook werden er loopgraven aangelegd, voor het geval van een militaire aanval.

Journalist en schrijver J. van de Walle die in de oorlog een tijd in Paramaribo woonde, beschrijft de sfeer goed in Een oog boven Paramaribo. Herinneringen dat hij pas in 1975 publiceerde. De titel heeft betrekking op een klein luchtschip, een ‘blimp’ dat wakend boven de stad hing. Op het eind van het hoofdstuk met dezelfde titel, zegt hij: ‘Zo was Paramaribo op zijn mooist. Een vervallen stad, die in de avonden zich nog eenmaal liet zien, vriendelijk en betoverend, als een oude vrouw wier geschonden gelaat verjongd werd in dat grote, milde, verhullende licht van de maan. Er langs gleed de schaduw van een klein luchtschip, een ‘blimp’, dat wakend boven de stad hing. Dag en nacht.’

Veel joden, voor wie Europa in de oorlog levensgevaarlijk was, kwamen naar Suriname, waar al een joodse bevolkingsgroep was. De grootste groep kwam uit Frankrijk via Portugal naar Suriname. De Nederlandse regering in ballingschap had gevraagd 1000 joodse vluchtelingen op te nemen die naar Frankrijk waren gevlucht, maar niet meer veilig waren toen Hitler in 1942 een einde maakte aan de zelfstandigheid van de Vichy-regering. Later kwamen er nog meer. In Suriname werden ze goed opgevangen.

Tot slot waren er de veel jonge mannen en vrouwen die Nederland als strijders gingen bijstaan en alles achterlieten, het avontuur tegemoet. Over hen is weer een boek vershenen, van Jules Rijssen. We vroegen Jetty Polanen om over het boek te schrijven. Zij heeft een familiale relatie met dit gegeven. We vinden het een belangrijk stuk geschiedenis. Vooral omdat de omstandigheden in die oorlog ertoe leidden dat Surinamers meer en meer losraakten van het koloniale moederland en dat een proces op gang kwam (denk ook aan Wie Eegie Sanie) dat uiteindelijk leidde tot onafhankelijkheid in 1975. Verder laat dit stuk geschiedenis ons zien dat in Fort Zeelandia in het recente verleden niet alleen door Surinamers moorden werden gepleegd tegen alle recht en gerechtigheid in! Macht leidt altijd tot misbruik. Lees maar meer over gouverneur Kielstra!

Bronnen: Ben Scholtens: Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog (Paramaribo, 1985); Ad van den Oort: Allochtonen van nu & de oorlog van toen. Marokko, de Nederlandse Antillen, Suriname en Turkije in de Tweede Wereldoorlog (Den Haag: Sdu Uitgevers, 2004); J. van de Walle: Een oog boven Paramaribo (Amsterdam: Querido, 1975; Cynthia Mc Leod: ‘Herinneringen: Suriname – oorlog – Holland – Suriname’ (in ‘OSO’, nr. 12, 1993)

Strafkolonie Jodensavanne

door Christine F. Samsom

De journalist Twan van den Brand schreef na veel speurwerk De Strafkolonie, Een Nederlands concentratiekamp in Suriname 1942-1946. Vanaf 1994 circuleerde al het boek De Groene Hel van A.G. Besier die zich als advocaat het lot van de in Nederlands-Indië gevangen genomen ‘NSB-ers’ aantrok. Besier had al vastgesteld dat veel gevangenen weliswaar lid waren (geweest) van de pro-Duitse NSB, maar dat die beweging in Indië niet verboden was. Veel andere gevangenen waren op grond van hun linkse, antikolonialistische sympathieën of zelfs vanwege een door hun buren opgevangen ongelukkige uitspraak, opgepakt. Toen de Japanners Nederlands-Indië dreigden aan te vallen, werden 146 gearresteerden na overleg met de strenge gouverneur Kielstra, met de boot overgebracht naar Suriname. In een speciaal voor dat doel gebouwd kamp bij Jodensavanne, onder een zeer streng regiem en zonder vorm van proces, moesten ze daar dwangarbeid verrichten. Acht overleefden het niet: ze stierven na een hongerstaking, of aan ziekte en ontbering. Twee mannen, Raedt van Oldenbarnevelt en Van Poelje, werden in Fort Zeelandia ‘op de vlucht’ doodgeschoten. Op 5 mei 1945 kregen de overgebleven 138 gevangenen te horen dat Nederland bevrijd was, maar zij werden pas op 15 juli 1946, ruim een jaar later, vrijgelaten.

In het boek van Van den Brand, dat trouwens voorzien is van prachtige tekeningen van de hand van de pas achttien jaar oude gevangene Rolf Breier, worden vier overlevenden geïnterviewd, evenals andere betrokkenen zoals een aantal bewakers, onder wie de bekende, in 2010 overleden sportman en -verslaggever Guno Hoen, die destijds bij de Schutterij diende. De Surinaamse gemeenschap sympathiseerde duidelijk met de gevangenen. Van den Brand heeft ook uitgebreid archiefonderzoek gedaan, waardoor een interessant stuk geschiedenis van Suriname wordt prijsgegeven. Nederland heeft na veel pogingen om de zaak in de doofpot te stoppen (dat gebeurt niet alleen in Suriname!) uiteindelijk via Joris Voorhoeve, in 1994 minister van Defensie in de regering Kok, erkend ‘dat er in die dagen dingen zijn gebeurd tussen Nederlanders die niet door de beugel konden. De regering betreurt dat ten zeerste’.

Twan van den Brand, De Strafkolonie. Een Nederlands concentratiekamp in Suriname 1942-1946. Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2006. ISBN 90 5018 808 7

Expo over verzetshelden uit de West

In de Openbare Bibliotheek in Amsterdam-Zuidoost is vrijdag een tentoonstelling geopend met schilderijen van de verzetshelden uit de West: Anton de Kom (Suriname), George Maduro (Curaçao) en Boy Ecury (Aruba). Het initiatief komt van het 4 en 5 mei Comité Amsterdam-Zuidoost. Schilder Herman Morssink heeft de opdracht gekregen de verzetshelden te portretteren.

Hanoch Nahumury van het comité vertelt dat het de bedoeling was om drie bijzondere mensen uit ‘de West’ te eren en herdenken. Want de mensen uit dit gebied zijn door de jaren heen nooit echt zichtbaar geweest bij de herdenkingen, vindt Nahumury.De onthulling komt ruim een maand na de viering van de bevrijding en de herdenking van de doden. “We hadden het eerder willen doen, maar we hadden geen expositieruimte.” Het stadsdeel had ook geen ruimte. In de Openbare Bibliotheek blijft de expositie een maand. Daarna gaat hij op reis.

Klik hier voor het portret van George Maduro door Herman Morssink, en hier voor zijn schilderij van Anton de Kom.

Portret van verzetsman Boy Ecury

Dit is het portret dat Herman Morssink vervaardigde van de Antilliaanse verzetsman Boy Ecury, voor de dodenherdenking, 4 mei 2012, in opdracht van het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost.

Portret van George Maduro, verzetsstrijder

Dit is het portret dat Herman Morssink vervaardigde van de Antilliaanse verzetsman George Maduro, voor de dodenherdenking, 4 mei 2012, in opdracht van het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost.

Portret van Anton de Kom, verzetsstrijder

Dit is het portret dat Herman Morssink vervaardigde van de Surinaamse verzetsman en schrijver Anton de Kom, voor de dodenherdenking, 4 mei 2012, in opdracht van het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost.

Viering Bevrijdingsdag 2012

Een verloren zoon
Langs kelderluiken marcheerden hoge laarzen tussen gestreepte pyama’s die sneden door de waterplas van geplenste regendruppels. De bommentrechters, onthoofde kinderpoppen gekuisde dieren op straat en doorzeefde lichamen knepen m’n keel dicht. Mijn innerlijke kwam in beroering tegen de overheersing van ziel en geest op eigen bodem. Alsof ik nooit eerder de dood in eigen ogen zag in mijn brief aan vader als een verloren zoon later aIs standbeeld. Niet in Auschwitzs, maar dichterbij de Waalsdorpervlakte. een vriend van verdiensten. met een glimlach op de lippen.
© Quito Nicolaas, Gerede Twijfels/2002.

Een Surinaamse held gestorven

Eelo Gitz, Surinaams-Nederlands WO2-KNIL-vaandrig, verzetsstrijder, luitenant-generaal: Officier in de Orde van Oranje-Nassau, Verzetsster Oost-Azië 1942-1945.

[NRC Handelsblad, 18 april 2012]

Oorlogsveteranen van Suriname

Dat Suriname een belangrijke rol heeft gespeeld in WOII is evident. Zo leverde Suriname meer dan 60% van het bauxiet die als grondstof diende voor het vervaardigen van militaire vliegtuigen in de VS. Honderden jonge mannen én vrouwen gingen als vrijwilligers en dienstplichtigen het leger in. Bekend zijn de Surinaamse gunners, die dienst deden op de marine- en koopvaardijschepen van het KNSM. Daarnaast gingen er ongeveer 400 Surinaamse militairen (mannen en vrouwen) naar Oost-Indië om te vechten tegen de Japanners. Velen keerden niet terug van het slagveld in Nederlands-Indië of Europa. En niet te vergeten de Surinamers die hun leven in het verzet gaven en zij die vanwege hun joodse etniciteit niet terugkwamen uit de concentratiekampen. Enkele jaren later werden dezelfde militairen die na hun demobilisatie in 1946 waren afgekeurd opnieuw goedgekeurd en ingezet voor de VNmissie in Korea(1950-1953). Ook tijdens deze missie sneuvelden en raakten Surinamers gewond op het slagveld bij Pusan in Korea.

Over de inzet en de ervaringen van de Surinaamse militairen is helaas vrij weinig bekend. Wie waren die militaire vrijwilligers die over zee gingen? Wat gebeurde met die jonge jongens en meisjes die in het zuiden van Amerika (bijvoorbeeld Florida) werden geconfronteerd met segregatie? Wat gebeurde met hen op de slagvelden? Hoe heeft die oorlog hun jonge levens direct beïnvloed? Wie waren de Surinamers die In Nederland in het verzet gingen? Welk effect had de Koreaanse-oorlog op die jongens die na hun Nederlands-Indië ervaring voor nog een ‘tour’ bijtekenden? Hoe hebben de ervaringen het verloop van hun verdere leven beïnvloed?

Auteur: Jules Rijssen
ISBN 9789460221729
Pagina’s: 128 pagina’s
Prijs: € 24.50
Uitgever: KIT, Amsterdam

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter