blog | werkgroep caraïbische letteren

Teken en zie de wereld

door  Jetty Polanen

Een prachtig verzorgd boek, glossy papier, veel uniek fotomateriaal, mooie harde kaft. Kortom, al zou je het niet lezen dan is het al een aanwinst. Maar… lees het toch maar, het is zeer de moeite waard. Kun je iemand leren kennen uit de verhalen die over hem verteld worden?

Ik heb mijn schoonvader George Humphrey Nelson Polanen (Pieter) nooit persoonlijk gekend. Maar toch is er een beeld ontstaan, het beeld van een charmante levensgenieter, een dichter, een sociaal bewogen man en zeker ook een avonturier. En zo vind ik hem terug in het boek dat door Jules Rijssen is samengesteld, een boek dat in mijn ogen als historisch document van onschatbare waarde is. Het gaat over een groep mannen en vrouwen die we gemakshalve oud-strijders noemen.  De ‘kwestie van de oud-strijders’ was bij ons thuis heel vaak onderwerp van gesprek. Mijn man, Rudy Polanen, voelde zich nauw betrokken bij het lot van de oud-strijders met wie de Nederlandse regering nog steeds geen raad weet. Veel van de oud-strijders zijn in armoede gestorven en de oprichting van de Stichting voor Recreatie Oorlogsveteranen Surinamers 1941-1947 en 1952-1953 (ROS) was dan ook nadrukkelijk bedoeld om een juridisch platform te creëren om het lot van de oud-strijders te verbeteren.

De grote namen achter ROS waren opa Watson in Nederland en Fred van Russel in Suriname. Samen met anderen bleven zij de overheden vragen om erkenning en vooral om steun voor de armlastige oud-strijders. Want denk maar niet dat de Nederlandse regering onmiddellijk een pensioen toekende aan de betrokkenen. Dat heeft een hele tijd geduurd en ondertussen waren het er steeds minder! Was dit boek er toen maar geweest! Op het moment dat het boek verscheen (mei 2012) waren nog maar 17 van de 37 geïnterviewden in leven…

Dit boek schrijft geschiedenis, de geschiedenis van jonge Surinaamse mannen en vrouwen die alles achterlieten en het avontuur tegemoet gingen. Om als Nederlander Nederland te helpen vechten! De interviews getuigen van spanning en zucht naar avontuur. Maar ook van eenzaamheid, ontberingen, heimwee, van verdriet, spijt, angst en verontwaardiging. Van jongen mensen die geconfronteerd worden met niet alleen een andere temperatuur maar ook met discriminatie en onrecht. Terwijl je de interviews leest, word je alleen maar nieuwsgieriger: waarom gingen ze? Wat deden ze voordat ze zich aanmeldden? Wat vond hun familie ervan? En vooral: wat is er allemaal met ze gebeurd, nadat ze waren teruggekomen? Een deel van de oud-strijders ging als vrijwilliger, een deel was dienstplichtig. Een deel bleef in Suriname en een deel werd uitgezonden. In 1950 ging weer een groep naar Korea als onderdeel van een VN-missie.

We moeten weten dat Suriname een rol heeft gespeeld in de Tweede Wereldoorlog, niet alleen omdat de Surinaamse bevolking geld heeft ingezameld waarmee de Nederlandse regering een Spitfire (gevechtsvliegtuig) kon aanschaffen en nog eens 200.000 gulden voor de bevrijding van Nederland (het kan verkeren!), maar vooral omdat Surinaamse mannen en vrouwen daadwerkelijk meegevochten hebben. Het boek Teken en zie de Wereld schetst een beeld, nee, schetst vele beelden en geeft daardoor een veelkleurige indruk van de verschillende ervaringen van verschillende mensen in een voor iedereen belangwekkende periode.   Het is van het grootste belang dat dit deel van de Surinaamse geschiedenis nooit vergeten mag worden. Het zijn de banden die Nederland en Suriname verbinden, zo blijkt eens te meer uit dit boek. Geen van de geïnterviewden heeft zich ook maar een moment afgevraagd of het wel verstandig was om Nederland te helpen vechten. Nederland en Suriname, dat was één. Het is een stukje geschiedenis dat achter ons ligt. Maar ook al ligt het achter ons, we mogen het nooit – nooit vergeten! Want werkelijk: het land dat zijn geschiedenis niet kent, kent zichzelf niet. En een land dat zichzelf niet kent, kan nooit zelf zijn weg bepalen.  

Jules Rijssen (samensteller): Teken en zie de wereld. Oorlogsveteranen in Suriname. Amsterdam: KIT Publishers, 2012. ISBN 978-94-6022-172-9

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter