blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Tijseling Alan

Surinaamse leeuwen ook in Paramaribo

Uitgeverij o1 Group lanceert tijdens het WK Voetbal 2018 het boek Surinaamse Leeuwen ook in Paramaribo. Het meest exclusieve voetbalfoto- en interviewboek van het jaar belicht de grote Surinaamse impact op de internationale successen van het Nederlands Elftal. read on…

De vrouw van meer… en steeds beter

door Alan Tijseling

Vorige week zaterdag presenteerde Karin Amatmoekrim haar onlangs verschenen roman, De man van meer, in Suriname. Een roman over het leven van Anton de Kom. Iemand voor wie ze een grote bewondering heeft en wiens verhaal volgens haar niet vaak genoeg kan worden verteld. Ondertussen is haar eigen verhaal ook de moeite van het vertellen waard. Een hele roman is nu nog wat overdreven, maar dat zou er in de toekomst best eens van kunnen komen.

Ze was vier toen ze met haar moeder en twee broertjes vanuit het warme Suriname in IJmuiden terecht kwam. Een duffe stad aan de Noordzee waar het altijd lijkt te waaien. Voornamelijk bekend om de hoogovens en de visafslag. Op een flatje in een achterstandswijk. Een flat in Nederland is iets anders dan een flat in Suriname. Is er hier sprake van een leuke gelijkvloerse woning met een tuin, daar is het een betonnen doos in een hoog gebouw, laag op laag. Lange galerijen met anonieme bewoners. Geen fijne omgeving voor een alleenstaande moeder met drie kleine kinderen die geen cent te makken heeft. Van jongs af heeft Karin dan ook het besef dat het beter kan en beter moet. Niet dat ze een ongelukkige jeugd heeft gehad, maar wel eentje met veel armoede en de bijbehorende zorgen. Met zijn vieren hebben ze de schouders eronder gezet en zijn ze er uitgekomen. Tot de dag van vandaag is het een goede en harde les; dat nooit meer.

Studie
Terwijl haar moeder aan een eigen carrière werkte om haar kinderen betere tijden te kunnen bieden doorliep Karin het Gymnasium Felisenum in Velsen Zuid. Daarna begon ze aan een studie Psychologie. Van schrijven was nog geen sprake, van lezen wel, veel lezen. Na een tijdje kwam ze er achter dat de gekozen studie haar ding niet was en besloot ze ermee te stoppen. Uiteraard moest er brood op de plank komen en ze kwam terecht bij een marketingbedrijf dat zich specialiseerde in entertainment. Grote merken zochten grote namen uit de muziekwereld om hun producten te promoten en het bedrijf waar Karin voor werkte, bracht die twee bij elkaar en zorgde dat de bedachte campagnes werden uitgevoerd. Al snel begreep ze dat dit werk niet heel erg moeilijk was en financieel een stuk lucratiever om het voor eigen rekening te doen dan in opdracht van iemand anders en begon ze haar eigen bedrijf. Met succes, geld verdienen ging haar erg makkelijk af in een hippe, trendy scene. Alleen knaagde het, een studie die niet afgerond was. “Studeer, dan kom je vooruit”, zo had ze het van huis uit meegekregen. Dus besloot ze een studie naast haar werk te gaan doen, alleen welke studie. Een vriend adviseerde haar om Letterkunde te gaan studeren. “Waarom”, vroeg ze. “Omdat je altijd met je neus in de boeken zit, je bent gek op letters.” Hij had gelijk.

Ze schreef zich in voor de studie Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bleef ondertussen gewoon hard doorwerken. Al snel kwam ze er achter dat ze het heerlijk vond om tijdens haar werk heel actief en alert te zijn en zich met haar studie juist helemaal onder te dompelen in een andere wereld. Een wereld van letters, zinnen, boeken, literatuur. Telefoon uit en alleen met taal bezig zijn. Of stil zitten en om je heen kijken, observeren. Wat zie je en welke verhalen kunnen daar bij horen. Gaandeweg groeide het besef dat ze een boek zou willen schrijven, alleen vroeg ze zich af of ze daar goed in zou zijn. Als je ergens niet goed in bent, echt goed, dan moet je er ook niet aan beginnen, zo dacht ze er toen over en nu nog steeds.
Geld verdienen was geen uitdaging meer, een studie afmaken en een echt goed boek schrijven wel. Dat zou het plaatje aanmerkelijk beter maken. Bovendien bleef de liefde voor letters groeien, zou het niet veel leuker zijn om daar in de toekomst van te kunnen leven? Met een idee voor een boek op papier benaderde ze een uitgever en lukte het haar om een contract te krijgen. Nu zullen er mensen zijn die vinden dat hun missie op dat moment al is geslaagd maar Karin dacht daar anders over, heel anders.

 
 

Schrijven
“Ik ben ontzettend kritisch op mezelf en van nature ook erg somber,” zo vertelt ze aan de rand van het zwembad van het Torarica. “Ik moet altijd eerst de schaduw van alle kanten bekeken hebben, voordat ik misschien ergens een zonnestraaltje kan ontdekken.” Op het moment dat ze na het verschijnen van haar debuutroman Het Knipperleven allerlei juichende kritieken en lovende recensies ontving was ze zelf dan ook nog niet onder de indruk van haar prestatie. “Natuurlijk vond ik het leuk om positieve reacties te ontvangen, maar ik was voor mezelf niet overtuigd. Van iemand die Letterkunde heeft gestudeerd mag je verwachten dat die voldoende techniek heeft om een goed boek te schrijven. Dus dat mensen dat dan ook vinden is ergens wel logisch, maar ik vond mezelf daarmee nog niet automatisch ook een goede schrijfster.” Na het verschijnen van haar tweede boek, Wanneer wij samen zijn, een generatieroman gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis, bleef de situatie ongewijzigd. Enthousiaste reacties, een twijfelende schrijfster. Pas na het schrijven en uitkomen van haar derde roman, Titus, waarvoor ze in 2006 als eerste de Black Woman Literatuurprijs ontving, was ze er zelf van overtuigd dat ze kon schrijven, echt goed schrijven.
“Toen durfde ik op te houden met mijn marketingbedrijf en fulltime schrijfster te worden. Iets wat ik heerlijk vind, ik begon ook te schrijven voor bladen als de Groene Amsterdammer en Vrij Nederland en schreef columns voor nrc.next. Ook begon ik met lezingen door het land te geven en werkte ik tussen de bedrijven door aan mijn vierde boek.” Deze roman, Het Gym, vertelt Karins eigen verhaal van een ‘moksi meiti’ uit een achterstandswijk tussen de witte hockeymeisjes uit de nette buurten op het oh zo keurige Gymnasium in Velsen Zuid. Het Gym is ook de definitieve bevestiging van haar naam als schrijfster, zowel een goede als een succesvolle schrijfster. Het boek ontving het hoogste aantal sterren in alle literatuurrecensies en wordt nog steeds erg goed verkocht.

Inmiddels zijn we al weer toe aan roman nummer vijf, De man van veel. Haar moeilijkste boek om te schrijven tot nu toe, zo vind ze zelf, maar wel een boek dat uiteindelijk erg goed gelukt is. Natuurlijk is er kritiek van mensen die vinden dat het levensverhaal van Anton de Kom te beladen is voor een roman. Karin geeft er een diplomatiek antwoord op terwijl ik denk aan alle romans die er geschreven zijn over andere historische personen. Kardinale vraag is dan steeds of de roman in kwestie is geschreven door een goede schrijver. In deze is dat zeker het geval.
Ik kijk haar na, terwijl ze richting de Pier verdwijnt voor haar presentatie. Ze vertelde dat ze zich een beetje zorgen maakt. Ze heeft nog geen onderwerp voor een volgende roman en geheel conform haar sombere natuur bevalt haar dat niet. Ik denk dat het wel meevalt en dat er nog veel meer romans van haar gaan verschijnen. Elke nieuwe weer beter dan de voorgaande, ook dat zit in haar karakter. De roman van Amatmoekrims eigen schrijfstersbestaan is nog lang niet volgeschreven.

[uit de Ware Tijd, 27/10/2013]

Carifesta lijkt Caribruya

 
door Alan Tijseling
Het zal niemand ontgaan zijn. Carifesta XI is in volle gang en er wordt niet alleen genoten, maar ook volop geklaagd. Genoten van alle aspecten die zoveel verschillende landen met zich meebrengen: mode, theater, muziek, eten, het lerenkennen en waarderen van elkaars culturen. Geklaagd over het programma dat niet klopt, of er wel of geen kaartjes nodig zijn en waar die dan gaan gehaald moeten worden. Eigenlijk vooral geklaag over onduidelijkheid en miscommunicatie.
Het lijkt zo simpel. Je reserveert zalen, nodigt muziekgroepen, dansers, toneelgezelschappen en koks uit. Vermeldt alles in een programma, zorgt er voor dat dit programma bij het publiek terechtkomt en voor de rest weet iedereen waar en wanneer hij moet wezen. Het gaat vanzelf. Tenminste wanneer het een Duits festival is. Duitsers lukt het met hun Deutsche Gründlichkeit om iets dergelijks schijnbaar moeiteloos voor elkaar te krijgen. Voor de rest van de wereld is het organiseren van een meerdaags festival een stuk gecompliceerder en in ons deel van de wereld lijkt het soms helemaal een mission impossible.
That’s the Caribbean
Plotseling geconfronteerd met allerlei vragen en opmerkingen van journalisten en gasten tijdens het eerste Fête de la Cuisine in 2006 op Sint Maarten over koks die er nog niet waren, restaurants die van niks wisten en een programma dat volledig ontbrak, antwoordde Henri Hugo Brookson, voormalig plaatsvervangend gevolmachtigd minister van Antilliaanse zaken én hoofdorganisator van het festival, doodgemoedereerd: “Zo gaat het nu eenmaal hier, we zijn heel slecht in organiseren, maar ontzettend goed in improviseren. Dat is de charme van de Caribbean, u zult zien dat alles goed komt.” In oktober wordt het Fête de la Cuisine voor de zevende maal georganiseerd op Sint Maarten en ongetwijfeld zal er weer van alles misgaan, maar aan het einde hebben wel duizenden mensen ontzettend genoten van dit culinaire festival.
Carifesta
We zien min of meer hetzelfde gebeuren bij ‘ons’ Carifesta. Op de dag van de openingsceremonie stond de hele samenleving op haar kop over wat inmiddels rustig de kaartjes-dyugudyugu mag worden genoemd. Radioprogramma’s werden overspoeld met bellers, de pings en Whatsapps vlogen in het rond en het sarcasme stuiterde van Facebook af. Maar aan het eind van de avond overheersten de oh’s en ah’s over de lichtshow en het vuurwerk. Iedereen, of in elk geval de meeste mensen die er bij waren geweest, hadden een geweldige avond gehad.
Idem dito met Carifesta Jazz in Hotel Torarica. De nachtmerrie van elke organisator, bands die op het laatste moment afzeggen of uren te laat, dan wel helemaal niet, komen opdagen. Bezoekers die geïrriteerd raken door de wijzigingen en daardoor niet meer wisten of ze nu voor de Pier of voor de Baquet hall een kaartje moesten hebben, enzovoorts. Maar wederom aan het einde van de avond één en al enthousiasme en de volgende dag juichende recensies. Job well done!
Menselijk falen
Natuurlijk is het enorm vervelend wanneer je met je gezin ergens naartoe wilt en dan blijkt opeens dat het hele ding niet doorgaat. Of dat je opeens een uur te laat bent, omdat de tijd onduidelijk staat vermeld en het bewuste optreden al is afgelopen. Het is dan voor de hand liggend om de organisatie daar de schuld van te geven, maar toch is dat niet altijd even terecht. De organisatie is namelijk een abstract ding dat in wezen niks, en dus ook niks fout, kan doen. Het zijn de mensen binnen een organisatie, of de artiesten die het programma moeten verzorgen, waarbij het misgaat en vaak gaat het dan om gewone menselijke foutjes.
Als van een voetbalteam één speler zijn paspoort niet in orde heeft, dan is er niet zo veel aan de hand; zijn plaats kan worden ingenomen. Gebeurt hetzelfde met de hoofdact van een optreden we hebben het onlangs nog meegemaakt met jazzgitarist Stanley Jordan dan gaat het hele evenement niet door. In beide gevallen is er sprake van hetzelfde menselijke falen, maar in het ene geval zijn de consequenties nu eenmaal een stuk groter dan in het andere geval. De organisatie kun je in dat geval weinig verwijten. Iemand is iets vergeten, een normaal menselijk iets wat kan gebeuren.
Het punt bij Carifesta is dat er veel dingen tegelijk, of in een kort tijdsbestek, op verschillende plaatsen worden georganiseerd en dat er veel mensen bij betrokken zijn. Daardoor zijn er ook veel verschillende kleine menselijke foutjes die op een gegeven ogenblik een sneeuwbaleffect krijgen. Vervelend, maar je kan het de organisatie moeilijk verwijten, menselijk falen is van te voren nu eenmaal nooit uit te sluiten.
Schakels
Wat je de mensen binnen de organisatie wel kunt verwijten, is de manier waarop er over al die kleine foutjes, die leiden tot grote problemen, wordt gecommuniceerd. Daar zal na Carifesta ook vast nog het nodige over gezegd worden. Al weten we nu al dat dit vooral een wijzen naar elkaar wordt, dat de verwijten over en weer over tafel vliegen en dat we tot de slotsom komen dat we elkaar verkeerd begrepen hebben. Inderdaad miscommunicatie.
Wat we nu ook al kunnen concluderen, is dat er veel te veel mensen bij de organisatie betrokken zijn. Daar wringt een beetje de Surinaamse schoen. Er is een stevig budget beschikbaar en dus willen we ook iedereen een stukje van de taart gunnen.
Laten we als simpel voorbeeld het leveren van stoelen nemen. Daar is een organisatie mee belast die voor de uitvoering een commissie vormt. Vanuit de commissie wordt een vertegenwoordiger aangewezen die gaat praten met de tussenpersoon van de stoelenleverancier. De stoelenleverancier laat zich op zijn beurt weer vertegenwoordigen door een andere tussenpersoon, waardoor er al zes schakels zitten tussen de vrager en de aanbieder. Lastig, want hoe meer mensen er bij betrokken zijn des te meer kleine foutjes er worden gemaakt en hoe groter de kans op miscommunicatie en problemen. Toch zal dit niet snel veranderen, iedereen moet immers de kans krijgen om zijn nyan te maken met Carifesta. Inclusief ondergetekende met het schrijven van dit stukje.
Over de eindconclusie kunnen we het ook al vast eens zijn. Ja, het was een chaos en ja, er waren veel klachten, maar klagen zit nu eenmaal in de menselijke aard besloten en wat hebben we uiteindelijk toch vooral genoten met z’n allen. Al snel zal het besef optreden dat het veel makkelijker is om elkaar te complimenteren over de dingen die wel goed gegaan zijn en de schoonheidsfoutjes onder het tapijt te schuiven.
De slotsom zal dan ook zijn: Over tien jaar graag weer!
[uit de Ware Tijd, 24/08/2013]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter