blog | werkgroep caraïbische letteren

De vrouw van meer… en steeds beter

door Alan Tijseling

Vorige week zaterdag presenteerde Karin Amatmoekrim haar onlangs verschenen roman, De man van meer, in Suriname. Een roman over het leven van Anton de Kom. Iemand voor wie ze een grote bewondering heeft en wiens verhaal volgens haar niet vaak genoeg kan worden verteld. Ondertussen is haar eigen verhaal ook de moeite van het vertellen waard. Een hele roman is nu nog wat overdreven, maar dat zou er in de toekomst best eens van kunnen komen.

Ze was vier toen ze met haar moeder en twee broertjes vanuit het warme Suriname in IJmuiden terecht kwam. Een duffe stad aan de Noordzee waar het altijd lijkt te waaien. Voornamelijk bekend om de hoogovens en de visafslag. Op een flatje in een achterstandswijk. Een flat in Nederland is iets anders dan een flat in Suriname. Is er hier sprake van een leuke gelijkvloerse woning met een tuin, daar is het een betonnen doos in een hoog gebouw, laag op laag. Lange galerijen met anonieme bewoners. Geen fijne omgeving voor een alleenstaande moeder met drie kleine kinderen die geen cent te makken heeft. Van jongs af heeft Karin dan ook het besef dat het beter kan en beter moet. Niet dat ze een ongelukkige jeugd heeft gehad, maar wel eentje met veel armoede en de bijbehorende zorgen. Met zijn vieren hebben ze de schouders eronder gezet en zijn ze er uitgekomen. Tot de dag van vandaag is het een goede en harde les; dat nooit meer.

Studie
Terwijl haar moeder aan een eigen carrière werkte om haar kinderen betere tijden te kunnen bieden doorliep Karin het Gymnasium Felisenum in Velsen Zuid. Daarna begon ze aan een studie Psychologie. Van schrijven was nog geen sprake, van lezen wel, veel lezen. Na een tijdje kwam ze er achter dat de gekozen studie haar ding niet was en besloot ze ermee te stoppen. Uiteraard moest er brood op de plank komen en ze kwam terecht bij een marketingbedrijf dat zich specialiseerde in entertainment. Grote merken zochten grote namen uit de muziekwereld om hun producten te promoten en het bedrijf waar Karin voor werkte, bracht die twee bij elkaar en zorgde dat de bedachte campagnes werden uitgevoerd. Al snel begreep ze dat dit werk niet heel erg moeilijk was en financieel een stuk lucratiever om het voor eigen rekening te doen dan in opdracht van iemand anders en begon ze haar eigen bedrijf. Met succes, geld verdienen ging haar erg makkelijk af in een hippe, trendy scene. Alleen knaagde het, een studie die niet afgerond was. “Studeer, dan kom je vooruit”, zo had ze het van huis uit meegekregen. Dus besloot ze een studie naast haar werk te gaan doen, alleen welke studie. Een vriend adviseerde haar om Letterkunde te gaan studeren. “Waarom”, vroeg ze. “Omdat je altijd met je neus in de boeken zit, je bent gek op letters.” Hij had gelijk.

Ze schreef zich in voor de studie Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bleef ondertussen gewoon hard doorwerken. Al snel kwam ze er achter dat ze het heerlijk vond om tijdens haar werk heel actief en alert te zijn en zich met haar studie juist helemaal onder te dompelen in een andere wereld. Een wereld van letters, zinnen, boeken, literatuur. Telefoon uit en alleen met taal bezig zijn. Of stil zitten en om je heen kijken, observeren. Wat zie je en welke verhalen kunnen daar bij horen. Gaandeweg groeide het besef dat ze een boek zou willen schrijven, alleen vroeg ze zich af of ze daar goed in zou zijn. Als je ergens niet goed in bent, echt goed, dan moet je er ook niet aan beginnen, zo dacht ze er toen over en nu nog steeds.
Geld verdienen was geen uitdaging meer, een studie afmaken en een echt goed boek schrijven wel. Dat zou het plaatje aanmerkelijk beter maken. Bovendien bleef de liefde voor letters groeien, zou het niet veel leuker zijn om daar in de toekomst van te kunnen leven? Met een idee voor een boek op papier benaderde ze een uitgever en lukte het haar om een contract te krijgen. Nu zullen er mensen zijn die vinden dat hun missie op dat moment al is geslaagd maar Karin dacht daar anders over, heel anders.

 
 

Schrijven
“Ik ben ontzettend kritisch op mezelf en van nature ook erg somber,” zo vertelt ze aan de rand van het zwembad van het Torarica. “Ik moet altijd eerst de schaduw van alle kanten bekeken hebben, voordat ik misschien ergens een zonnestraaltje kan ontdekken.” Op het moment dat ze na het verschijnen van haar debuutroman Het Knipperleven allerlei juichende kritieken en lovende recensies ontving was ze zelf dan ook nog niet onder de indruk van haar prestatie. “Natuurlijk vond ik het leuk om positieve reacties te ontvangen, maar ik was voor mezelf niet overtuigd. Van iemand die Letterkunde heeft gestudeerd mag je verwachten dat die voldoende techniek heeft om een goed boek te schrijven. Dus dat mensen dat dan ook vinden is ergens wel logisch, maar ik vond mezelf daarmee nog niet automatisch ook een goede schrijfster.” Na het verschijnen van haar tweede boek, Wanneer wij samen zijn, een generatieroman gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis, bleef de situatie ongewijzigd. Enthousiaste reacties, een twijfelende schrijfster. Pas na het schrijven en uitkomen van haar derde roman, Titus, waarvoor ze in 2006 als eerste de Black Woman Literatuurprijs ontving, was ze er zelf van overtuigd dat ze kon schrijven, echt goed schrijven.
“Toen durfde ik op te houden met mijn marketingbedrijf en fulltime schrijfster te worden. Iets wat ik heerlijk vind, ik begon ook te schrijven voor bladen als de Groene Amsterdammer en Vrij Nederland en schreef columns voor nrc.next. Ook begon ik met lezingen door het land te geven en werkte ik tussen de bedrijven door aan mijn vierde boek.” Deze roman, Het Gym, vertelt Karins eigen verhaal van een ‘moksi meiti’ uit een achterstandswijk tussen de witte hockeymeisjes uit de nette buurten op het oh zo keurige Gymnasium in Velsen Zuid. Het Gym is ook de definitieve bevestiging van haar naam als schrijfster, zowel een goede als een succesvolle schrijfster. Het boek ontving het hoogste aantal sterren in alle literatuurrecensies en wordt nog steeds erg goed verkocht.

Inmiddels zijn we al weer toe aan roman nummer vijf, De man van veel. Haar moeilijkste boek om te schrijven tot nu toe, zo vind ze zelf, maar wel een boek dat uiteindelijk erg goed gelukt is. Natuurlijk is er kritiek van mensen die vinden dat het levensverhaal van Anton de Kom te beladen is voor een roman. Karin geeft er een diplomatiek antwoord op terwijl ik denk aan alle romans die er geschreven zijn over andere historische personen. Kardinale vraag is dan steeds of de roman in kwestie is geschreven door een goede schrijver. In deze is dat zeker het geval.
Ik kijk haar na, terwijl ze richting de Pier verdwijnt voor haar presentatie. Ze vertelde dat ze zich een beetje zorgen maakt. Ze heeft nog geen onderwerp voor een volgende roman en geheel conform haar sombere natuur bevalt haar dat niet. Ik denk dat het wel meevalt en dat er nog veel meer romans van haar gaan verschijnen. Elke nieuwe weer beter dan de voorgaande, ook dat zit in haar karakter. De roman van Amatmoekrims eigen schrijfstersbestaan is nog lang niet volgeschreven.

[uit de Ware Tijd, 27/10/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter