blog | werkgroep caraïbische letteren

Asiento! (1)

De slavernij van de Oudheid tot nu

door Fred de Haas

Als opmaat tot de grote herdenking in 2013 van het feit dat Nederland 150 jaar geleden de slavernij in zijn koloniën heeft ‘afgeschaft’, neemt onze medewerker Fred de Haas de lezers mee in een veelomvattend artikel over de slavernij van de Klassieke Oudheid tot heden. Er wordt  ook aandacht besteed aan de interne Afrikaanse en de Arabische slavenhandel die zo mogelijk nog verwoestender was dan de Atlantische. Als een Phoenix die uit de as van de slavernij verrijst zien we tenslotte de geboorte van authentieke Creoolse culturen, waarin muziek en religie zo’n kenmerkende rol spelen.

Dat mensen wel eens moe worden van al die verhalen over de slaventijd is begrijpelijk. Al die gruwelijke dingen, dat onrecht, dat verleden dat vastligt en hoogstens nog wat kan worden genuanceerd door nauwgezet historisch onderzoek. Ze weten het nu zo langzamerhand wel…

Wat vaak ontbreekt is het overzicht. De mensen zien door al die verhalen de grote lijn niet meer. Dat is een van de redenen waarom ik, in het kader van de 150 jaar geleden door Nederland ‘afgeschafte’ slavernij, een poging in die richting wil wagen.

We zullen daarom eerst enige aandacht besteden aan de opvattingen over slavernij in het Oude en Nieuwe Testament en vervolgens aan de slavernij in ‘de bakermat van onze beschaving’, de maatschappij van Grieken en Romeinen. Daarna zullen we in het kort de rolvan de slavenhandelaar bespreken die met verve is gespeeld door Afrikanen, Arabieren en Europese volken, waaronder de Spanjaarden, de Fransen, de Portugezen en de Nederlanders om te eindigen met een optimistische blik op de nieuwe Creoolse cultuur die in de verschillende landen van Latijns-Amerika is ontstaan. Daarbij zal de focus zijn gericht op de Spaanssprekende landen.

Israël: slavernij in het Oude en Nieuwe Testament

Wie de illusie heeft dat de opvattingen over slavernij in het Oude Testament een haar beter waren dan die van de lieden die de Atlantische slavenhandel bedreven komt bedrogen uit.

In Exodus 21:20-21 kunnen we het volgende lezen: ‘als een man zijn mannelijke of vrouwelijke slaaf zo hard met een stok slaat dat de slaaf sterft onder zijn hand, dan moet hij worden gestraft. Als de slaaf het echter een paar dagen overleeft dan hoeft de meester niet te worden gestraft omdat de slaaf zijn eigendom is’.

In Leviticus 25:44-46 vernemen we dat ‘je mannelijke en vrouwelijke slaven mag kopen van buitenlanders. Je mag ook hun kinderen kopen, ook de kinderen die in je land zijn geboren. Je mag ze behandelen als je eigendom en ze als erfenis nalaten aan je kinderen. Maar je mag nooit hetzelfde doen met je eigen volk’ (= het volk van Israël).

Vanwege de ‘couleur locale’ volgt hier versie van de eerbiedwaardige Nederlandse Statenvertaling:

‘Aangaande uw slaaf of uw slavin, die gij zult hebben, die zullen van de volken zijn, die rondom u zijn; van die zult gij een slaaf of een slavin kopen.  Gij zult ze ook kopen van de kinderen der bijwoners, die bij u als vreemdelingen verkeren, uit hen en uit hun geslachten, die bij u zullen zijn, die zij in uw land zullen gewonnen hebben; en zij zullen u tot een bezitting zijn. En gij zult u tot bezitters over hen stellen voor uw kinderen na u, opdat zij de bezitting erven; gij zult hen in eeuwigheid doen dienen; maar over uw broeders, de kinderen Israels, een iegelijk over zijn broeder, gij zult over hem geen heerschappij hebben met wreedheid’.

Wie denkt dat de schrijvers van het Nieuwe Testament er toch wel andere opvattingen op na hebben gehouden moet ik ook teleurstellen.

In Efesiërs 6:5 lezen we: ‘Slaven, gehoorzaam je aardse meesters met diep ontzag en vrees. Dien hen oprecht zoals je Christus zou dienen’.

En in een brief van de apostel Paulus aan Timotheüs (I Timotheüs 6: 1-2) zegt de Statenbijbel plechtig: ‘De dienstknechten, zovelen als er onder het juk zijn, zullen hun heren alle eer waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer niet gelasterd worde. En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen’.

In hedendaags Nederlands: ‘Christenen die slaaf zijn moeten hun meesters met diep ontzag benaderen zodat de naam van God en zijn geboden niet beschaamd zullen worden (!). Als je meester een Christen is dat geen reden om je zonder respect te gedragen. Je moet des te harder werken omdat je een geloofsgenoot helpt door jouw inspanningen. Onderwijs deze waarheden, Timotheüs, en moedig iedereen aan deze te gehoorzamen’.

Het is goed om te beseffen dat degenen die zich later bezig hielden met de slavenhandel deze passages kenden en ze als ondersteunend gedachtegoed met zich meedroegen.

Bovenstaande citaten zou je moeiteloos met vele andere kunnen aanvullen.

[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter