blog | werkgroep caraïbische letteren

Winnaars schrijfwedstrijd Donner/Self-reliance

Hariandi Todirijo won met het verhaal ‘Lieliek en de onzichtbare spuiter’ de derde Donner Schrijfwedstrijd, en kreeg daarvoor SRD.20.000. Het is zijn eerste schrijfwedstrijd. Voor hem is “Schrijven een manier om je gedachten te regelen”. Hij heeft ‘met hart en ziel’ geschreven. Todirijo schrijft poëzie en verhalen. De uitreiking vond plaats in het nationaal archief.

Cher de man van hoofdsponsor Self Reliance, winnaar Hariandi Todirijo en Carlo Jadnanansing van de Donner Stichting. Foto: Xavi Video & Foto.

 Er waren 23 inzendingen, die in eerste instantie naamloos bij de jury werden gedeponeerd. Twee schrijvers, Antoinette Simons (‘Oude kruiden’) en Thanya Fonkel (‘Voor eeuwig tussen vreemden’) kwamen in aanmerking voor een aanmoedigingsprijs.

De winnaar is ook beeldend kunstenaar en fotograaf. Hij heeft het verhaal over de kleine jongen (Lieliek) in Lelydorp die nieuwsgierig is naar het verhaal over de onzichtbare spuiter bij de openbare begraafplaats aan de Schotelweg “..bewust geschreven voor deze wedstrijd”. Todirjo wil graag anderen stimuleren om hun talent te ontwikkelen op dit gebied, door schrijftrainingen te organiseren voor jongeren.

Op de tweede plaats eindigde Jerrol Renfurm, die SRD 10.000, kreeg voor ‘Helemaal terug/A dansi’. Renfurm schrijft vanaf zijn jeugd, maar heeft nooit iets gepubliceerd. Het is de tweede keer dat hij meedoet aan een wedstrijd. Beide keren is hij in de prijzen gevallen. Voor hem is het een bevestiging dat ”mi kan skrifi”. Hij zal voortaan niet wachten tot een wedstrijd.

‘Helemaal terug/A dansi’ is een magisch realistisch verhaal dat zich afspeelt op plantage Hanover. “Het is de enige plantage waar je door middel van dans terug kan gaan in de tijd”, legt de schrijver uit. In zijn verhaal spelen vier kakantri’s een grote rol. Hij zal proberen in zee te gaan met de stichting Don Walther Fonds die de wedstrijd organiseerde om te publiceren.

De derde plaats was voor Ismene Krishnadath met “Elke stem telt” met een beloning van SRD.6.000,- . “Boeken uitgeven is duur geworden. Ik dacht: ‘laat mij maar een gokje wagen’”, legt ze uit. Zij is zeer tevreden met de uitslag. Haar verhaal vertelt de ervaringen van een jongeman, die gaat werken bij een stembureau in het binnenland, en alle shocks, die hij daarbij krijgt te verwerken over de gang van zaken. “Het is een zeer realistisch, hedendaags verhaal met namen van verzonnen dorpen, maar waar je toch Suriname in kunt herkennen”, volgens de schrijfster.

De jury bestond uit Hilde Neus (voorzitter), Sandra Smit en Jerry Dewnarain. Gelet werd op taalgebruik, opbouw van het verhaal en literaire elementen.

“Het verhaal moet van betekenis zijn voor Suriname. Dat het gelezen wordt en een meerwaarde is aan de Surinaamse literatuur”, zegt jurylid Neus. Zij vindt het jammer dat door gebrek aan geld, alleen het verhaal van de winnaar wordt gepubliceerd.

Alle deelnemers aan de verhalenwedstrijd, samen met de leden van het Donner Fonds, vertegenwoordigster van de sponsor Self Reliance en twee juryleden. Foto: Xavi Video & Foto.

Juryrapport, oktober 2023

Dit is de derde maal dat de Stichting Don Walther Fonds voor de Don Walther Donner -verhalenwedstrijd een jury heeft benoemd, deze keer bestaande uit Jerry Dewnarain, master literatuur, Sandra Smit, psycholoog, neerlandicus en fervent lezer, en mijn persoon, docent literatuur, eerder op het IOL, nu op de Anton de Kom Universiteit. Deze leesbeesten hebben 23 verhalen gelezen (van 6 mannelijke en 17 vrouwelijke inzenders) en deze anoniem beoordeeld. Dit betekent dat we niet wisten wie de auteurs van de diverse inzendingen waren, ook niet waar die persoon woont of welke leeftijd die heeft, of die man of vrouw is. De beoordeling van de verhalen is gebaseerd op verschillende criteria: een kort verhaal is een onderhoudende tekst die geschikt is voor een bepaalde doelgroep, of voor alle leeftijden. Kenmerken zijn een prikkelende titel, een pakkende openingszin, een of enkele hoofdpersonages en een duidelijke plot, verdeeld in alinea’s. De schrijver mag literaire trucjes toepassen, maar het verhaal mag niet te verwarrend of onrustig zijn door veel wisselingen van perspectief of tijdlagen.

Wisselende perspectieven mogen, want die zetten de toon en spanning van het verhaal. Hier kunnen we denken aan een Ik-verteller: de lezer weet dan alleen wat de ‘ik’ weet. Verder kennen we een auctoriale verteller: die is van alles op de hoogte. Dan is er de personale verteller: er wordt niet door, maar over een persoon gesproken. Wie het verhaal vertelt, blijft dan in het midden. Ook is de structuur heel belangrijk; is de zinsbouw duidelijk? Is het taalgebruik beeldend? Past het taalgebruik bij de doelgroep? Is de opbouw inzichtelijk? Staat het verhaal in chronologische volgorde, of zijn er sprongen in de tijd? 

Bij de beoordeling kijken we naar drie criteria, het CCC-model: Correspondentie: is de tekst afgestemd op doel en doelgroep? Consistentie: is de tekst consistent? Correct: heeft de tekst niet te veel fouten?

En zijn deze drie criteria   weer van toepassing op enkele tekstniveaus: taalgebruik, opbouw, verbeeldingskracht en presentatie. Op uw beoordelingsformulier zal u deze aspecten terugvinden en die geven we een rapportcijfer, met daaraan toegevoegd of het verhaal publiceerbaar is of niet.

Als we héél eenvoudig en duidelijk zouden moeten vertellen wat het belangrijkste is bij het beoordelen bij het lezen van een verhaal, dan is het: heeft de auteur het verhaal zodanig geschreven dat de lezer door WIL lezen!

En zo zijn we op de volgende bevindingen gekomen.

We vonden drie verhalen zo bijzonder dat we die een aanmoedigingsprijs hebben toegekend. Ze hadden alle drie wel wat mindere elementen waardoor ze niet in de top drie terecht zijn gekomen, maar ze verdienen zeker wel een aanmoediging, die we eigenlijk aan iedereen zouden willen geven: ga door met schrijven! 

Van deze drie is ‘Oude Kruiden’ er een. Het is een prachtig, beeldend verhaal, met vele poëtische elementen. De lezer blijft wel met vragen zitten: onder welke omstandigheden, hoe en waarom is de moeder overleden? Het taalgebruik en de tijdslijn van dit verhaal zijn gericht op een selectief literair onderlegd publiek, een breed publiek zal dit verhaal te moeilijk vinden. Leesliefhebbers kunnen daar heel anders over denken. Dat is dan ook de uitdaging gekoppeld aan dit verhaal. 

De twee andere aanmoedigingen zullen zeker een breder publiek bereiken. ‘Voor eeuwig tussen vreemden’ is het verhaal vanuit het perspectief van een marronvrouw, bijzonder vanwege de vele cultuur-elementen die hier worden beschreven en die Surinamers van andere etnische groepen wellicht tot zich kunnen nemen als verrijkende kennis, die de inzichten in een andere cultuur zullen vergroten. Daarnaast is er ‘Moord op resort Swit’ Watra’, wat vooral is gewaardeerd als thriller, een spannende uiteenzetting over, zoals de titel al zegt: een moord. Velen zullen deze misdaadnovelle met gretigheid tot zich nemen. 

Maar de drie onderstaande, winnende verhalen hebben wij gekozen vanwege een brede erkenning van literaire elementen waarop de verhalen zijn gewaardeerd en beoordeeld.  

Derde prijs

Bij elke schrijfwedstrijd zijn er wel verhalen die gaan over de politiek. Walter Donner zou daar zeker mee ingenomen zijn, omdat het een thema is waar hij zelf veel over heeft geschreven. Zie onder andere de titels met politieke ervaringen en observaties, die hem veel stof gaven voor zijn romankarakters. Zoals ‘Broeder Anansie in de politieke arena (1995)’ of ‘De politici (1978)’. Donner was gespitst op corrupte politici, die hij levendig in geuren en kleuren heeft beschreven. Geen enkele politieke beschrijving kan zonder deze elementen, doordat ze nu in de hedendaagse samenleving erg actueel zijn. En u weet: er is een samenleving die uitgelegd kan worden door filosofen. Dezen geven verklaringen van maatschappelijke verschijnselen op een hoger plan. De literaire schrijver laat zien hoe die samenleving is, echte-echt in de dagelijkse realiteit. En wanneer ze dat zo voor het voetlicht weten te brengen dat de lezer eruit leert, maar ook gekluisterd blijft aan de woorden en beschrijvingen in het verhaal, en het in een ruk uit wil lezen, dan heeft die schrijver haar doel bereikt. Wederom, want deze schrijfster is een coryfee. Nietwaar Ismene Krishnadath? De derde prijs is voor ‘Elke stem telt’ van Ismene Krishnadath.

Tweede prijs

Plantageverhalen intrigeren ons, omdat ze een combinatie kunnen zijn van een reflectie op onze prachtige natuur, want veel mensen gaan in de vakantie naar boiti, het liefst naar een plek waar er water is en veel voormalige plantages zijn dan een aantrekkelijke, rustgevende bestemming. Zoals de Paraplantages, waar een veelheid aan recreatieoorden – nu ook veilig verklaard – te bezoeken zijn door mensen die willen ontspannen. Enkele weken terug ben ik naar Hannover geweest, het kostte wel wat tijd om de kern van het oude dorpje vanaf de Highway te bereiken. In ruil voor het afstaan van grond voor het aanleggen van de Highway, is er op de plantage een recreatiecentrum gebouwd, dat eigenlijk onvoldoende wordt gebruikt. Het was er stil, mooi, prachtig zelfs, rook er naar houtskool, een mysterieuze omgeving. Naast onze zucht voor deze wonderlijke natuur, gaat een plantageverhaal ook vaak over een zoektocht naar de eigen identiteit. 

Sylva Koemar van het Donner stichtingsbestuur met de tweede prijswinnaar via de telefoon. Foto: Xavi Video & Foto.

Het verhaal dat op de tweede plaats is geëindigd, gaat over Hannover. Een jonge vrouw bezoekt de plantage en probeert daar nadere kennis te vergaren over haar voorouders. Dit is een actueel en aantrekkelijk thema, omdat tegenwoordig veel – ook jonge – mensen in het archief gaan zoeken naar informatie en zo trachten hun familiegeschiedenis te reconstrueren. Opgemerkt moet daarbij worden, dat een aantal boeken die in het afgelopen jubileumjaar van en over de slavernij verschenen zijn, dat thema in zich hebben. De romans zweven dan ook tussen geschiedenisboek en roman. Dit verhaal is spannend, maar ik heb toch wel de opmerking dat het aan kracht kon winnen als er meer historische gegevens over Hannover in verwerkt zouden zijn, naast de overduidelijke spiritualiteit in de zoektocht naar de eigen identiteit. Want de Paranegers staan erom bekend: ze lieten niet met zich sollen en staan nu nog bekend om hun strijdvaardig karakter.

Uiteindelijk vertrekt de jonge vrouw weer, niet veel wijzer geworden, ze verlaat Hannover zelfs met nog meer vragen dan waarmee ze kwam. Dit verhaal smaakt naar meer, en we hopen dat deze auteur die uitdaging oppakt. De tweede prijs gaat naar Helemaal terug, of A dansi! van Jerrol Renfrum. 

En dan het winnende verhaal

Spoken doen het altijd goed, spoken spreken tot onze verbeelding. Overal ter wereld en zeker in Suriname. We denken met nostalgische gevoelens terug aan de spokenverhalen bij het kampvuur, vroeger. Ze maakten de nachten en het donker extra spannend. Het lijkt ook wel passend nu Walter Donner overleden is, een verhaal aan hem op te dragen. Als we herinneringen aan hem ophalen, komen diverse kenmerkende, markante eigenschappen naar boven. 

Dit verhaal heeft een titel waarbij de lezer de wenkbrauwen fronst: het is totaal niet duidelijk waar de auteur ons mee naar toe wil nemen. Het wekt dus onze nieuwsgierigheid op. En dat blijft zo, het gehele verhaal door. Want alhoewel we vanaf we beginnen te lezen, duidelijk zien waar het verhaal over gaat, blijft de hoofdvraag onbeantwoord. Tenminste voor mij. 

Liliek en de onzichtbare spuiter, met de ondertitel ‘het mysterie van de begraafplaats aan de Schotelweg’ is het winnende verhaal. De auteur heeft zelf in het voorwoord aangegeven dat mysterie en cultureel erfgoed belangrijke elementen in het verhaal zijn. Wat dat laatste element betreft, heeft de schrijver – verrassend genoeg – de Javaanse cultuur opgepakt. Veel facetten van de leefgewoonten van de Javanen, ingebed in de zeer passende omgeving van Lelydorp, zijn aangestipt en uitgewerkt. Met daarin een belangrijke rol toegekend aan natuurlijk het mystieke leven, ook zo indringend beschreven door de meesterschrijver Louis Couperus, die leefde van 1863 tot 1923. Hij schreef diverse boeken over Nederlands-Indië, op zeer beeldende wijze. Zijn meest bekende roman is ‘De stille kracht’ waarin hij de spirituele handelingen van de Javaanse inlandse bevolking gericht tegen de Nederlandse kolonisten aangeeft als een voorbode van het einde van de Hollandse overheersing op Java. In dit verhaal is het Liliek, een kleine jongen in Lelydorp, die de hoofdpersoon is, en door zijn ogen zien we de omgeving van Lelydorp. Liliek is zeer nieuwsgierig naar de geheimzinnige verhalen die worden verteld over de Openbare Begraafplaats aan de Schotelweg. Er wordt onder andere gezegd dat een onzichtbare spuiter ervoor zorgt dat het gras bij de begraafplaats op bepaalde plekken uitdroogt. 

Alhoewel zijn vader als oudere daar meer van zou moeten afweten, vraagt Liliek het liever aan mensen van de buurt. Daarbij krijgt hij vaak te maken met zijn persoonlijke gevoelens en culturele normen van de gemeenschap. Die blijken zijn overwegingen dusdanig te beïnvloeden, waardoor Liliek uiteindelijk niet aan de juiste informatie komt. Toch blijft hij vastberaden om achter de waarheid te komen en krijgt per toeval een briljant idee. Hij werkt zijn plan nauwkeurig uit en doet er alles aan om het te doen slagen. Terwijl hij het resultaat afwacht, gebeurt er iets onverwachts. Zelf ken ik Lelydorp niet goed, maar mijn zwager John is daar opgegroeid en las het verhaal met veel belangstelling, met begerigheid zelfs. Het leven op dorp zoals beschreven door de auteur, komt goed overeen met de werkelijkheid en leert mij als lezer dan ook veel over deze omgeving en de mensen die daar wonen. 

Drie elementen 

Voor de jury zijn drie elementen belangrijk bij het lezen van literaire verhalen. En ik denk dat mijn medejuryleden zich daarbij aansluiten, maar ook elke persoon in deze zaal die het lezen niet kan laten.

In de eerste plaats: is het werk zo geschreven dat het mij uitnodigt, neen zelfs dwingt om door te lezen? Hier komt spanning om de hoek kijken, maar ook de stijl, welke woorden zijn gebruikt, is er nieuwe kennis voor mij om tot me te nemen, die op een uitdagende wijze is overgedragen?

Daarnaast is voor mij belangrijk dat literatuur functioneel is. Sluit het aan bij de lezer in Suriname, heeft het genoeg bekende elementen waardoor we onszelf herkennen in het verhaal? Komt als extra lekkers een van de Surinaamse talen aan bod, herkennen we culturele elementen die aansluiten bij onze identiteit en worden we daardoor gesterkt; kunnen we trots zijn op onze cultuur, vormt die ons en leren we van de cultuur van andere etniciteiten in ons land. Hoe we hier ook samen kwamen, is belangrijk, maar ook hoe we ons hier manifesteren en elkaar leren kennen en waarderen in onze bonte samenleving.     

Het laatste en wellicht belangrijkste kenmerk is dat literatuur, om van een goede kwaliteit te zijn, geen brochure moet zijn, geen verslag van een gebeurtenis, maar dat de auteur moeite heeft gedaan om het verhaal boven het gewone en normale uit te tillen. Door bijvoorbeeld gebruik van dialogen, couleur locale, wendingen in de tijd door de historie a-chronologisch te benaderen, met bijvoorbeeld flashbacks. En dat het niet te lang en zelfs langdradig wordt. Deze elementen dagen de lezer uit, neen maken het hem zeker niet gemakkelijk, maar ze leveren ons ook een handvat om in onze leesbelevenis te groeien.

Voor deze verhalenwedstrijd is de jury op zoek gegaan naar deze drie literaire kenmerken en als we de ingezonden verhalen op een rijtje zetten, komt Liliek er als het beste uit, omdat dit stuk op het hoogste niveau beantwoordt aan deze graadmeters. Waren we het met elkaar eens? Neen, want dit is geen gemakkelijk verhaal en de lezer krabt zich af en toe wel achter zijn oren: wie is de Spuiter, wie is Liliek? Maar dat betekent ook dat de auteur niet alles uitspelt, niet alles verklapt, en zeker zaken aan de verbeelding van de lezer overlaat. 

Bij onze beoordeling van de 23 inzendingen werden we geconfronteerd met een bijkomend probleem, een nieuw fenomeen. Zoals u wellicht weet heeft Artificial Intelligence zijn intrede in schrijfprocessen gedaan, wetenschappelijke, maar ook kunstzinnige. Jurylid Sandra Smit las met grote aandacht en wees ons erop dat dat ook het geval kon zijn bij een stuk of 3-4 verhalen die zijn ingezonden. Het taalgebruik was bijzonder bloemrijk, poëtisch zelfs en vrijwel foutloos. Opmerkelijk was, dat er weinig Surinamismen ingewerkt waren en de tijd en locatie minimale verwijzingen had naar Suriname. Soms kwamen we met moeite door complexe zinnen heen. Dit was een beetje te veel van het goede waardoor de lezer afhaakt, omdat die te veel moeite moet doen om het verhaal te kunnen volgen. We kunnen niet aantonen dat de betreffende auteurs hun verhaal uit een machine hebben gegenereerd, maar ze vielen onder andere niet in de topcategorie, omdat het taalgebruik te verhullend was.  

Liliek had deze trekjes op bepaalde plaatsen ook enigszins, maar de verwijzingen naar Javaanse elementen maakte dit verhaal juist aantrekkelijk. Het is duidelijk dat de schrijver veel kennis heeft van de lokale situatie en deze met liefde heeft overgebracht.

Namens de juryleden: Jerry Dewnarain en Sandra Smit.

Hilde Neus

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter