blog | werkgroep caraïbische letteren

Wie was Gerard van de Groenekan?

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Iedere Nederlander weet wie Gerrit Rietveld was en kent zijn huizen en zijn meubilair. Sterker nog, tot ver buiten de landsgrenzen heeft men van hem gehoord en kun je zijn stoelen in musea overal ter wereld bezichtigen.

Enige tijd geleden was in het televisieprogramma Close Up weer eens te zien hoe de befaamde “roodblauwe” wordt gemaakt. Met spijkerloze houtverbindingen, pen-en gat, deuvel, lijm en al die aan meubelmakers voorbehouden technieken. Technieken die ik in de jaren ’80 leerde van de meester zelf. Nee, niet van Rietveld, maar van zijn vaste timmerman/meubelmaker, Gerard (Gerrit) van de Groenekan, uit De Bilt.

Is dat de reden waarom ik altijd met lichte irritatie naar zulke documentaires kijk, waarop, hoewel redelijk bekende, maar voor mij persoonlijk onbekende, architecten, kleinzoons van, huisvrienden of handelaren hun kennis van het meubilair en de fabricatie ervan etaleren, zonder Gerard van de Groenekan te noemen. Marijke Kuiper van het Centraal Museum in Utrecht wijdt weliswaar een paar zinnen aan Gerard, die als 16-jarig jochie bij Rietveld in de werkplaats kwam werken en die deze werkplaats later overnam, maar geen van de andere geïnterviewden lijkt hem te kennen. Op de beroemde foto van Rietveld in zijn eigen stoel gezeten waarmee de film eindigt, is de jonge Gerard, die links achter hem staat, wreed onthoofd. Toch heeft hij tot zijn dood in 1994 – hij was toen 89 – de prachtige Rietveldmeubelen met de hand vervaardigd voor musea en een enkele particulier.

Hij maakte voor ons een Steltman stoel, een zigzagstoel, een lamp en een tafeltje. En voor onze dochter een zigzagkinderstoel, een van de vier die hij ooit heeft gemaakt. Zelf hadden wij toen al een paar kratstoelen en tafeltjes gemaakt. Wim vanuit zijn deskundigheid en ik, omdat ik een jaar lang stage meubelmaken liep op de werkplaats van Gerard in De Bilt. Ik zat toen op de LTS. om “mijn hoofd leeg te maken door met mijn handen te leren werken”. Een perfecte therapie waar ik veel plezier aan beleefde.

Die werkplaats was de meest rommelige plek die ik ooit heb gezien, maar Gerard maakte er de meest perfecte stoelen, buffetten, tafeltjes en lampen. Met precisie, vakmanschap en liefde voor het materiaal. Hij sleep er zijn beitels, zijn zagen, stelde zijn schaven. Ik stond ademloos te kijken hoe hij hout uitzocht, dat hij streelde met zijn oude verweerde handen, mij uitleggend waarom hij van beuken hield, zorgvuldig nam hij de maten, veegde naar vers brood ruikende houtkrullen van de oude gehavende werkbank, terwijl hij gezellig babbelde en mij ondertussen streng bejegende.

De eerste weken mocht ik alleen planken schaven. Hij deed het voor.”Kijk zo!”
Met een opgaande beweging, vloeiend, ritmisch. Hij corrigeerde mij op het oog.“Neen, meisje, hier moet nog een millimeter af en die kant loopt schuin”. Dat illustreerde hij met een minuscuul winkelhaakje. “Doorgaan.” zei hij streng.
Hij zag aan mijn gezicht dat ik het zat was. Ik wilde een krattafeltje maken……
“Eerst goed leren schaven!” zei hij onverbiddelijk en nam me vervolgens mee naar El, zijn vrouw, achter in het huis, om een boterham te eten.

Ik mocht ook in de woonkamer kijken, die er verrassend opgeruimd en gezellig uitzag met Rietveld meubelen en ander smaakvol meubilair, een schilderij van hemzelf, de ramen en openslaande deuren keken uit op het landgoed Sandwijck, waar dit vervallen huis een deel van was, en op de Utrechtseweg.

Mijn dochter heeft als peuter nog op zijn knie gezeten, want we wilden haar kennis laten maken met “Gerrit”, zoals wij hem noemden. We maakten foto’s. Hij vond het prachtig. Ik interviewde hem voor de lokale omroep en hij vertelde over Rietveld, de baron van Sandwijck, van zijn werk als leerjongen in de meubelmakerij, van het Rietveldhuis, van Cassina, waar aan de rechten voor de fabricage van de meubelen werden verkocht. Hij mocht echter voor musea blijven werken.

Hij overleed in 1994, toen wij met de kinderen een reis door Zuid-Amerika maakten. Toen wij na weken terugkeerden, was alles voorbij. Ik had niet eens naar zijn begrafenis kunnen gaan. Ik kon alleen El een briefje sturen.

Het huis is nu gerestaureerd en ziet er als nieuw uit, met donkergroene jaloezieën. Maar ik zie hem nog sloffen door de vervallen marmeren gang naar zijn overvolle werkplaats aan de straatkant, in zijn stoffige stofjas met houtkrullen en zaagsel in zijn witte haar. En ik hoor zijn stem die vrolijk babbelt of mij streng toespreekt.
Gerrit, Gerard van de Groenekan. Voor mij is hij de meester. Zonder hem had de wereld geen Rietveldmeubelen gehad. Wie kent hem niet…..

cat, 20/3 011

1 comment to “Wie was Gerard van de Groenekan?”

  • Tijdens mijn werk bij Birdland in Maarsbergen had ik de zoon van Gerard Paul als collega die mij veel over zijn vader vertelde. Omdat ik zelf horloges verzamel kreeg ik op een dag zijn vaders horloge waar hij zelf weinig mee had. Het is tot op de draad versleten en zit vol met sporen van zijn werk als meubelmaker. Ik koester het als een belangrijk stuk van mijn collectie.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter