blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Vroegste Sranan Tongo boekje. Pieter van Dyk (1765)

Nieuwe en nooit bevoorens geziene Onderwyzinge in het Bastert, of Neeger Engels, zoo als het zelve in de Hollandsze Colonien gebruikt word… Door Pieter van Dyk. Amsterdam: Gedrukt bij de Erven de Weduwe Jacobus van Egmont,  ca. 1765.

door Carl Haarnack

In deze rubriek hebben we tot op heden nog weinig ruimte geboden aan een belangrijke categorie boeken uit de Surinaamse bibliotheek; boeken over de taal. Het zal duidelijk zijn dat de officiële taal in de kolonie Suriname ook in de 18e eeuw Nederlands was. Nederlanders, Duitsers, Sefarische Joden, konden op de één of andere wijze wel uit voeten met het Nederlands, Duits of Frans. Maar de overgrote meerderheid van de bevolking, zo’n 50.000 in getal, bestond uit slaven die uit uiteenlopende (taal-)gebieden in Afrika in Suriname waren samengebracht.

In de 17e eeuw was Suriname niet alleen een multi-etnische, maar ook een veeltalige samenleving waarin verschillende Afrikaanse-, Europese- en Amerindiaanse talen gesproken werden. Vanaf de tweede helft van de 17e eeuw ontwikkelde zich een lingua franca die bestond uit een mengeling van  deze Afrikaanse- en Europese talen. Dat deze ‘contacttaal’ veel meer werd gesproken dat de Europese talen is een logisch gevolg van de getalsverhoudingen van de verschillende bevolkingsgroepen. Zo leefden er in 1787 ongeveer 10.000 mensen in de stad Paramaribo. Hieronder bevonden zich 1350 Europeanen (inclusief 615 Sefardische en 430 Ashkenazische joden), 650 vrije mensen van Afrikaanse komaf en zo’n 7 tot 8 duizend Afrikanen die in slavernij werden gehouden. In verhouding waren er in de stad dus 4 maal zoveel mensen van Afrikaanse komaf dan Europeanen. Op de plantages was deze verhouding zelfs 24:1.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter