blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Vogels

door Geert Koefoed

(een weerwoord op Woordloos)

Een voorval van ruim drie jaar geleden.

Felix en ik wandelden in het bos, ons bos. Het was lente, een zonnige dag. Vogels zongen dat het een aard had.

We waren een andere kant opgegaan dan gewoonlijk en liepen langs het meertje. We waren afgedaald naar de waterrand om de eenden te groeten en weer omhoog geklommen naar het pad.

Felix liet de wandelwagen voor wat-ie was en stapte dapper een eind voor mij uit, het donkere bospad op.

Na een poos bleef hij staan, als iemand die door iets getroffen wordt. Hij stond met zijn hoofd een beetje schuin naar beneden. Hij luisterde, luisterde intens.

Ik was hem intussen genaderd en hoorde hem zeggen: “vogels” – niet tot mij, voor zichzelf, bijna fluisterend.

Een van mijn lievelingsgedichten is santa van de Surinaamse dichter Trefossa, dat als volgt begint:

santa

a pis’ papira disi,

d’e wakti nanga pasensi

fu tyari den marki fu mi yeye,

a santa,

a santa lek’ Gado fesi

heilig

dit stuk papier,

dat geduldig wacht

om de tekens van mijn geest te dragen,

is heilig,

het is heilig als Gods gelaat

Voor mijn gevoel zeggen deze regels iets over het moment waarop ik Felix “vogels” hoorde zeggen. Niet dat ik er toen al aan dacht. Maar later zijn ze voor mij bij elkaar gaan horen, Felix’ vogels en Trefossa’s santa.

Het papier is voor de dichter heilig, er mogen alleen zuivere, oorspronkelijke woorden op komen te staan.

Taal creëert zo vaak afstand tot de dingen, tot de werkelijkheid. Ook als er geen sprake is van bijbedoelingen: verdoezelen, willen overtuigen, effectbejag – is de kans groot dat taal, alleen al door haar rationeel en abstraherend karakter, je van de werkelijkheid en je beleving ervan vervreemdt.

Maar er zijn momenten waarop in wat iemand zegt of schrijft, ‘alles’ lijkt samen te komen: werkelijkheid, beleving en taal. De taal brengt dan geen scheiding aan, is geen analyse van een situatie, geen reflectie op de ervaring. De woorden zijn enkel uiting en onderdeel van het verwonderd ondergaan van de werkelijkheid.

Dat was wat ik in Felix’ “vogels” hoorde.

Zuivere, oorspronkelijke taal – zoals de woorden van het nog ongeschreven gedicht waar Trefossa’s vel papier geduldig op wacht.

(28-06-07)

[uit Geert Koefoed, Album, 2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter