blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: kolonialisme

De Koerse koloniën

Het Hertogdom Koerland en Semgallen was een klein hertogdom ten westen van de rivier de Westelijke Dvina (Duits: Düna) in het huidige Letland. Het land, dat een vazalstaat was van het veel grotere Pools-Litouwse Gemenebest bouwde onder de heerschappij van Jacob Kettler zijn koopvaardijvloot uit en wist voor korte tijd twee koloniën in bezit te nemen:

Caraïben:
Nieuw-Koerland: Het Noord-Westelijke deel van het eiland Tobago (Het zuid-westelijke deel was Nederlands onder de naam Nieuw Walcheren) in de periode 1652-1659
West-Afrika:
Koerlandse Gambia: Het eiland Sint-Andreas in de monding van de Gambia-rivier en twee forten aan de oevers van dezelfde rivier in de periode 1651-1659
oen bij het uitbreken van de Noordse Oorlog Zweden Koerland binnenviel en hertog Jacob Kettler gevangengenomen werd verloor Koerland zijn koloniën aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Aan het eind van de oorlog probeerde Koerland het eiland Tobago weer terug te krijgen, dit mislukte echter.

[Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie]

Koloniaal Santo Domingo

Colonial Santo Domino; its monuments.

Tekst: Lic. Mario Suárez Marill
Fotos: Chema Mariscal
Design and color separations: Novograph S.A.
Santo Domingo, December, 1998

Klik hier voor de volledige on-line tekst.

.

Creoolse Joden: Gemeenschapsvorming in koloniaal Suriname

Welke invloed had het leven in een koloniale slavensamenleving op de vorming van een Joodse gemeenschap in Suriname? In een lezing zal Wieke Vink onder andere bekijken op welke wijze koloniale ideeën over kleur en sociale status een rol speelde bij organisatie van de Surinaams-Joodse gemeenschap en de ontwikkeling van een Surinaams-Joodse identiteit.

read on…

Bewaren, vergeten en betekenen

door Gerard Boon

“Voor wie ik liefheb, wil ik heten” – Neeltje Maria Min  

De gouden koets waarin het staatshoofd jaarlijks in september door Den Haag rijdt werd in 1901 in gebruik genomen. Een beschilderd paneel aan de zijkant toont de Koningin als heerseres van ‘de West en de Oost’. Zo werden onze koloniën toen genoemd. Nederland had drie eeuwen lang ‘overzeese gebiedsdelen’, als onderdeel van een Europese expansie die later, in andere vormen, door de VS en China werd overgenomen.

read on…

De postkoloniale zwijnenstal

In NOS-Eén Vandaag van 23 december 2010 beklaagde emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale literatuur Bert Paasman zich over de wilde zwijnen die over het lage hek van zijn tuin in het Veluwse Putten springen en zijn gazon en bloemperken omploegen. Hij heeft gelijk, een nieuw paradigma is daarmee geboren: de postkoloniale zwijnenstal.

The Making of Atlantic Transformerz

Charl Landvreugd zal in het SMBA (Stedelijk Museum Bureau Amsterdam) een afsluitende presentatie geven over zijn ervaring als BijlmAIR resident. BijlmAIR, waar Landvreugd van september – december 2010 verbleef, is het artist-in-residence programma van Centrum Beeldende Kunst Zuidoost (CBK Zuidoost), SMBA en Stichting FLAT. Tijdens de avond zal hij zijn nieuwe werk Atlantic Transformerz 2010 tonen en bespreken.

Landvreugd is een Nederlandse kunstenaar, geboren in Suriname en opgegroeid in Rotterdam. Zowel esthetisch als politiek, theoretisch als praktisch is zwart de basis kleur in zijn werk. Na zijn studie aan Goldsmiths University in Londen en Columbia University in New York vervolgt hij zijn onderzoek naar zwart en Zwartheid. Hij kijkt naar de veelvoudige tinten in de kleur en maakt zich hard voor het kunnen onderscheiden van de zwarte diversiteit. Geïnspireerd door de samenkomst van de Afrikaanse diaspora in de Bijlmer verenigt hij de vier continenten rond de Atlantische Oceaan in het videowerk Atlantic Transformerz 2010.

Tijdens de lezing legt Landvreugd verbanden tussen zijn werk en dat van de continentaal Europeese zwarte denkers Frantz Fanon en Edgar Cairo. Hij is geïnspireerd door het concept Ujamaa (extended family), Sun Ra, The Transformers, Star Wars, de 90er jaren club-scene, Bruce Weber’s weergave van het mannelijk lichaam, en de videoclips van Hype Williams. Deze
Afro-Futuristische en post-koloniale elementen vorm en de context waarin men zijn werk kan plaatsten.

Datum: 13 december 2010, aanvang 20.00 uur
Plaats: SMBA (Stedelijk Museum Bureau Amsterdam), Rozenstraat 59, 1016 NN Amsterdam

Tel. 020-4220471
Voertaal: Nederlands

Sinterpiet, de Minstrel Show & Blackface

Sinterpiet in Amerika


Hoe leg je aan een Amerikaan uit wat “Sinterklaas” is? Ik woon nu drie-en-een-half jaar in de VS, en wanneer het december wordt en de Sint via Facebook en mijn moeders pepernoten in de post komt binnen rollen, dan wil ik dat wel eens delen met mijn vrienden hier; de controversie van deze gekke traditie die ik als kind ooit zo magisch en spannend vond. Maar de reactie is steeds weer hetzelfde: verschrikte gezichten, verontwaardiging, ongeloof. Zoals mijn vader zou kijken als ik een Sieg Heil-groet zou hebben gebracht. Het is duidelijk, met mijn plaatjes van Sinterpiet raak ik iets aan dat heel taboe is. Blackface, de zwart geschminkte Piet met de rode lippen en pruik met kroeshaar, betekent hier in Amerika iets heel wat anders dan in mijn kikkerlandje… Of niet?
Jim Crow
Met het einde van de slavernij werden in de VS de Jim Crow- wetten ingevoerd, gekenmerkt door een hardhandige segregatie tussen zwart en wit, maar vooral ook door wreed geweld tegen zwarten, en het belachelijk maken van hun leefstijl, hun manieren van doen, en hun ondergeschikte maatschappelijke positie. Net als gedurende de slavernij werden zwarte Amerikanen tijdens de Jim Crow-periode gestereotypeerd als mensen die dom waren, bijgelovig, lui, armoedig, onhandig en luidruchtig; als minderwaardige mensen die nog maar net aan het stadium van de “halve wilde” waren ontsnapt. Deze denigrerende ideeën hadden het destructieve racisme van de slavernij gerechtvaardigd, en rechtvaardigden nu de lynchpartijen van de KKK en de gewelddadige segregatie.
Bij dit stereotype hoort ook dat zwarte mensen een goed gevoel voor ritme en beweging hadden. Ze konden goed dansen en zingen, waren muzikaal, grappig, grollig en bijdehand, en ze hadden soepele, bewegelijke lijven. Gecombineerd met de “domme” dingen die ze volgens het stereotype beeld zeiden en deden, ontstond er een clownesk personage, de coon, dat al snel de kern werd van het eerste Amerikaanse volkstoneel.
De Minstrel Show & Blackface
De “Minstrel Show,” waarin dit personage centraal stond, ontstond al tijdens de slavernij. Aanvankelijk werd de coon gespeeld door witte acteurs die zichzelf zwart schminkten in de typische zwarte-pietenstijl: dikke rode lippen, een zwart gezicht, grote rollende ogen, en een pruik met kroeshaar. Na de afschaffing van de slavernij speelden ook zwarte acteurs mee in de Minstrel Show, maar ook zij schminkten zich in Blackface. De karakters die men speelde waren clownesk en grotesk, “zwartheid” werd gereduceerd tot domheid, vrolijkheid, kinderlijke naïviteit, muzikaliteit, en uitbundige lijflijkheid.
Zoals het een goede klucht betaamt weer altijd dezelfde rollen neergezet; de slaaf, de dandy, de mammy a.k.a. de moederlijke huisslavin die met de pollepel regeert, en de sensuele mulatto verleidster. Deze personages dansten, zongen, en stampten een vaudeville-cabaret bij elkaar met komische sketches, parodieën en burlesk in “neger-engels”. Vaste onderdelen waren de bijdehante grappen, de sketches over de plantage, en zwarte muziek, zoals de spirituals en de stomps.
Hoogtij
Tijdens het Jim Crow-tijdperk beleefde de Minstrel Show met het Blackface haar hoogtijdagen. De muziek- en cultuurindustrie draaide meer dan een eeuw lang om de parodies op het zwarte Amerikaanse volk, dat sinds de afschaffing van de slavernij nog maar net als voor-de-wet-volwaardige burgers deelnam aan de Amerikaanse natie. Door die overweldigende populariteit breidde het Blackface zich ook uit naar 19de-eeuws Europa, waar de meest succesvolle Minstrel-showgezelschappen voorstellingen gaven in de grote steden. Hiermee sijpelde het Blackface als theatrale traditie voorzichtig door in de Europese theaterkunst. Aangezien Europa geen slavernij op eigen bodem kende zoals in de VS bleef de populariteit aanvankelijk beperkt, maar het stereotype van de “coon” werd opgenomen door de film-, cartoon- en reclame-industrie, die al snel een wereldwijd bereik kreeg.
Verborgen Ideologie
De Minstrelshows werden onder andere gecreëerd door de voorstanders van de afschaffing van de slavernij. Enerzijds gaven de Minstrelshows inzicht in het leven van zwarte mensen, wat vele witte mensen niet uit eerste hand hadden. En de shows leverden in hun parodieën op het leven van slaven tot op zekere hoogte ook kritiek op de slavernij. Maar desalniettemin was de coon een verlammende parodie, die zwarte Amerikanen bevroor in de stereotypes van de sobere, armoedige lifestyle, de zingende en dansende “neger,” en de “natuurlijke” domheid en klunzigheid die hen minder waardig maakte aan de witte bevolking. En daarmee paste de Minstrelshows precies in de verborgen ideologie van het Jim Crow-racisme; het opnieuw bevestigen van de superioriteit van de witte bevolking, juist nu de slavernij niet langer bestond.
Taboe
De Civil Rights Movements van de jaren 60 maakten een einde aan het Jim Crowism, en daarmee ook aan de Minstrelshows. De shows waren sinds het begin van de 20ste eeuw al vervangen door andere theatervormen, en vooral door de filmindustrie. Blackface werd iets voor het amateurtheater, voor studente verenigingen en familiefeestjes. Maar de emancipatiebewegingen van de jaren 60 maakten korte metten met de gehele traditie. Het was klaar, afgelopen met de coons. De meer dan anderhalve eeuw van dit denegrerende volksvermaak is een traumatische ervaring geweest voor zwarte Amerikanen, waar men niet graag naar teruggrijpt. Het is daarom best begrijpelijk dat mijn Amerikaanse vrienden niet warmlopen voor Zwarte Piet. Blackface is vandaag de dag buitengewoon politiek incorrect in Amerikaeen taboe dat je niet makkelijk aanraakt. Dus de Sint? Die zou nog wel binnen kunnen komen in hier. Maar Piet? Nee. Die niet.
.
Angela E. Roe, M.A. is een doctoraalstudent Culturele Antropologie aan Florida International University, Miami (USA). Haar onderzoek betreft racisme als koloniale erfenis in de Nederlandse Caraiben.

Soapbox presents: The misery of minstrelsy

S.O.A.P.box is een nieuwe maandelijkse bijeenkomst voor – en door jongeren die de puzzelstukjes bij elkaar legt van het Nederlands kolonialisme en alle do’s en don’ts Afro-diaspora kunst bespreekbaar maakt. S.O.A.P. box focust zich op literatuur, hiphop-cultuur, theater, film, fotografie en de Nederlandse journalistiek als erfenis. Verder ook de gevolgen, de spiegel en de toekomst van de transatlantische slavenhandel.

NiNsee biedt door dit te faciliteren jongeren een plek om bezig te zijn met hun identiteit, onder elkaar bepaalde onderwerpen te bespreken en met elkaar in discussie te gaan.

 

December 5th – The misery of minstrelsy

The ever so objective Webster’s dictionary describes blackface as: ‘The makeup (usually burnt cork) used by a performer in order to imitate a Negro’.

The word Negro is worth its own S.O.A.P.box-edition but on Sunday December 5th we focus on blackface and its place in popular Dutch culture.
* Is there a difference between imitations and insults?
* Exactly how much racism can be covered by the cloak of tradition and culture?
* When you look at characters like Zwarte Piet and Wendy van Dijk’s ‘Dushi’ what can be said about the place of blackface in popular Dutch culture?

Host: Yinka Adesina
Guest speakers: Taziyah B. (Pan Afrikanz), Jimmy Rage, Ernestine Comvalius (Bijlmer Parktheater), Empress Donnalee, Shahida Arbitrouw, Mara Michels Bamba Nazar and Bel Parnell-Berry.

Doors open: 15.00h
The debate starts at: 15.30h
Entrance: € 3

To anyone trying to cover the coonery by claiming that “Zwarte Piet isn’t Black, he just has zoot on his face…”: unless you’re bringing a recent, unphotoshopped picture of someone actually trying to make their way down YOUR chimney we are NOT taking it there.

Public transportation to No Limit
If you take metro 53 to Ganzenhoef you’re 2 minutes away from the venue. You can also take bus 45 and/or 66 to Geldershoofd; from the bus stop it’s a 3 minute walk.

Nieuw boek Miriam Sluis tweemaal gedoopt

Op 11 november vindt op Curaçao de presentatie plaats van Een koloniale speeltuin van Miriam Sluis.

Plaats: Instituto Buena Bista
Mohikanenweg 8 (gebouw Orkidia, terrein Capriles Kliniek, via hoofdingang)
Willemstad, Curaçao
Datum: donderdag 11 november 2010, 14.00-15.30 uur

De Nederlandse presentatie vindt plaats op vrijdag 26 november in Amsterdam. Dit is precies vijf jaar na de start-Ronde Tafel Conferentie die leidde tot de ontmanteling van de Nederlandse Antillen.

De presentatie is in de vorm van een paneldiscussie en wordt muzikaal begeleid door Caraïbisch-Nederlandse rappers als Fresku en Gikkels. Miriam Sluis zal aansluitend het eerste exemplaar aanbieden aan Robert Coblijn, oprichter van het platenlabel en de politieke partij BijlmerStyle.

Plaats: Bijlmerparktheater, Anton de Komplein 240 te Amsterdam
Datum: vrijdag 26 november om 14.00 uur. Vanaf 13.30 is de inloop. Om 16.00 uur is er een borrel met signeersessie door Miram Sluis.

Over het boek:
Een koloniale speeltuin schetst de laatste vijf jaar van de Nederlandse Antillen: het krachtenveld op de eilanden, tussen de zes zustereilanden en binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Op 10 oktober 2010 werden Bonaire, St. Eustatius en Saba ‘bijzondere Nederlandse gemeenten’, terwijl Curaçao en St. Maarten de status van autonome landen binnen het koninkrijk kregen. Aruba heeft die status al sinds 1986. Maar wat is er nog Nederlands aan de zes eilanden? Hoeveel liefde voelen koninkrijksgenoten onderling? Waarom staan Curaçaose jongeren op straathoeken van Nederlandse steden? En hoe raakten de veranderingen de ziel van de eilanden?

Over de auteur:
Miriam Sluis is sinds 2005 correspondent voor NRC Handelsblad. Ze schreef eerder De Antillen bestaan niet. De nadagen van een fictief land (Uitgeverij Bert Bakker, 2004) en Zoutrif (KIT Publishers, 2008). Een koloniale speeltuin geldt als het laatste deel in de trilogie.

Meer informatie over het boek vindt u op de website: www.kolonialespeeltuin.nl
RSVP vóór 24 november op publiciteit@pbo.nl o.v.v. Een koloniale speeltuin

Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken

‘Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken’, aldus reageerde de directeur van de West Indische Compagnie Jan Gales, nadat hij voor de zoveelste maal blijk had gegeven van zijn afkeer van juridische procedures en wederom enkele tegenstanders in het gevang had laten opsluiten zonder enige vorm van proces.

Deze rechtsgeschiedenis van Curaçao neemt het eiland als uitgangspunt: de bewoners van Curaçao en hun relatie tot het recht en bestuur. De rechtsgeschiedenis van Curaçao kan opgedeeld worden in een aantal hoofdperioden, welke in dit boek afzonderlijk belicht worden. Over het recht van de Caquetios indianen is bij gebrek aan bronnen weinig informatie beschikbaar, maar met kennis uit andere vakgebieden, de archeologie en antropologie, kunnen het recht en de bestuurlijke organisatie in deze periode worden belicht. In de hierop volgende Spaanse periode (1499-1634) speelt het recht een centrale rol bij de verovering en het onder bestuurlijke controle krijgen van de Spaans-Amerikaanse territoria. Curaçao is een klein radertje in dit wereldrijk, maar door het vele archiefmateriaal dat dit legistisch ingestelde bestuur produceerde, is er veel informatie over deze periode.

Het bestuur ten tijde van de West Indische Compagnie (1634-1794), een private onderneming uitgerust met publiekrechtelijke bevoegdheden begon met een carte blanche, de aanwezige Spanjaarden en indianen werden op een boot naar de vaste kust gezet. Besturen, in de zin van het dienen van het algemeen belang, heeft voor de meeste directeuren van de WIC geen prioriteit. Burgers zijn marginaal hierbij betrokken, alleen blanke protestantse mannen kwamen in aanmerking voor het lidmaatschap van de Raad die wetten maakte, bestuurde en recht sprak. Een scheiding van machten en toezicht ontbraken in deze periode, daarbij was het feitelijk onmogelijk om vanuit Holland in te grijpen.

De Curaçaose maatschappij bestond in de 17e tot 19e eeuw niet alleen uit de WIC ambtenaren, twee andere bevolkingsgroepen springen in het oog: de joden en de slaven. Was er voor deze groepen de mogelijkheid een eigen rechtssysteem in stand te houden, en hoe verhield dit zich dan ten opzichte van het recht van de WIC? Ook het afsluitende hoofdstuk van dit boek gaat in op de problematiek van rechtspluralisme, een onderzoek naar de normatieve rol van brua. Hoe is de rechter te beïnvloeden met hulp van een brua-maker?

Na twee periodes begin 19e eeuw waarin Curaçao kortstondig bestuurd wordt door de Engelsen, neemt Nederland het beheer vanaf 1816 weer in handen. In deze eeuw zijn de invoering van het regeringsreglement van 1828, het langdurende proces van afschaffing van de slavernij in 1863 en de invoering van het Wetboek van Strafrecht en het Burgerlijk Wetboek (1869) belangrijke gebeurtenissen.

Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken; een rechtsgeschiedenis van Curaçao.
Bastiaan D. van der Velden. Carib Publishing, 2010. ISBN: 978 90 8850 162 3. Prijs NAf 85.00

Bestellen klik hier

Malacca and Havana: two colonial port cities compared

by Katrina Gulliver

The colonial city has developed a particular identity in theories of urbanism and imperial order. This paper will discuss the ways in which particular cities challenge these frames of analysis. As with all cities, in which the surrounding crowds of strangers create the urban experience, the colonial city offered both layered and mediated encounters. By addressing the subjectivity of the urban experience in particular locations, it is possible to reinterpret our understanding of these cities’ development and role in colonial networks. This paper will in particular discuss Malacca and Havana, comparing the Southeast Asian and Caribbean experiences.

Katrina Gulliver is a research fellow in history at Ludwig-Maximilians-Universität in Munich. She is currently working on a project comparing the development of colonial port cities.

Date: Thursday 4 November 2010
Time: 15.30 – 17.00 h
Venue: KITLV, Room 138, Reuvensplaats 2, 2311 BE, Leiden
Please register if you wish to attend: kitlv@kitlv.nl / 071‐527 2295
More seminars: www.kitlv.nl

Wereldverbeteraars!

Tentoonstelling rond 75 jaar IISG

Het Internationaal Institituut voor Sociale Geschiedenis ontstond in de roerige jaren dertig toen, na de machtsgreep van Hitler, veel documenten en archieven van oppositionele bewegingen verloren dreigden te gaan. Belangrijke archieven die in de beginjaren in veiligheid werden gebracht in Amsterdam zijn: het archief van de Duitse socialistische beweging (met de manuscripten van Marx en Engels), de door Stalin bedreigde archieven van revolutionairen en de door Franco bedreigde Spaanse vakbondsarchieven.

Na WOII bleef het IISG succesvol verzamelen. Behalve Nederlandse emancipatorische bewegingen als Provo en internationaal opererende bewegingen als Greenpeace en Amnesty International, vonden bedreigde archieven van organisaties en personen uit landen als Turkije, Iran, Birma en Indonesië een veilig onderdak bij het Instituut.

Een selectie van de unieke documenten die de afgelopen 75 jaar door het IISG in Amsterdam zijn samengebracht, zal deze herfst voor een groot publiek tentoon worden gesteld bij Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. In vijf thema’s, te weten: West Europa, Oost Europa, Nabije en Midden Oosten, Zuid en Zuidoost Azië en Globalisatie, wordt de boeiende verzamelhistorie weergegeven van één van ‘s werelds oudste en grootste instituten op het gebied van de sociale geschiedenis.

Wereldverbeteraars zijn van alle tijden en van alle gezindten. Het IISG wil historisch onderzoek naar hun wereld in al zijn aspecten stimuleren en mogelijk maken.

Data:
29 oktober 2010 – 30 januari 2011
Dinsdag t/m vrijdag: 10.00 – 17.00 uur
Zaterdag, zondag en op feestdagen: 13.00–17.00 uur
Gesloten op eerste kerstdag en nieuwjaarsdag
Locatie: Gebouw Bijzondere Collecties UvA
Oude Turfmarkt 129
1012 GC Amsterdam

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter