Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken
‘Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken’, aldus reageerde de directeur van de West Indische Compagnie Jan Gales, nadat hij voor de zoveelste maal blijk had gegeven van zijn afkeer van juridische procedures en wederom enkele tegenstanders in het gevang had laten opsluiten zonder enige vorm van proces.
Deze rechtsgeschiedenis van Curaçao neemt het eiland als uitgangspunt: de bewoners van Curaçao en hun relatie tot het recht en bestuur. De rechtsgeschiedenis van Curaçao kan opgedeeld worden in een aantal hoofdperioden, welke in dit boek afzonderlijk belicht worden. Over het recht van de Caquetios indianen is bij gebrek aan bronnen weinig informatie beschikbaar, maar met kennis uit andere vakgebieden, de archeologie en antropologie, kunnen het recht en de bestuurlijke organisatie in deze periode worden belicht. In de hierop volgende Spaanse periode (1499-1634) speelt het recht een centrale rol bij de verovering en het onder bestuurlijke controle krijgen van de Spaans-Amerikaanse territoria. Curaçao is een klein radertje in dit wereldrijk, maar door het vele archiefmateriaal dat dit legistisch ingestelde bestuur produceerde, is er veel informatie over deze periode.
Het bestuur ten tijde van de West Indische Compagnie (1634-1794), een private onderneming uitgerust met publiekrechtelijke bevoegdheden begon met een carte blanche, de aanwezige Spanjaarden en indianen werden op een boot naar de vaste kust gezet. Besturen, in de zin van het dienen van het algemeen belang, heeft voor de meeste directeuren van de WIC geen prioriteit. Burgers zijn marginaal hierbij betrokken, alleen blanke protestantse mannen kwamen in aanmerking voor het lidmaatschap van de Raad die wetten maakte, bestuurde en recht sprak. Een scheiding van machten en toezicht ontbraken in deze periode, daarbij was het feitelijk onmogelijk om vanuit Holland in te grijpen.
De Curaçaose maatschappij bestond in de 17e tot 19e eeuw niet alleen uit de WIC ambtenaren, twee andere bevolkingsgroepen springen in het oog: de joden en de slaven. Was er voor deze groepen de mogelijkheid een eigen rechtssysteem in stand te houden, en hoe verhield dit zich dan ten opzichte van het recht van de WIC? Ook het afsluitende hoofdstuk van dit boek gaat in op de problematiek van rechtspluralisme, een onderzoek naar de normatieve rol van brua. Hoe is de rechter te beïnvloeden met hulp van een brua-maker?
Na twee periodes begin 19e eeuw waarin Curaçao kortstondig bestuurd wordt door de Engelsen, neemt Nederland het beheer vanaf 1816 weer in handen. In deze eeuw zijn de invoering van het regeringsreglement van 1828, het langdurende proces van afschaffing van de slavernij in 1863 en de invoering van het Wetboek van Strafrecht en het Burgerlijk Wetboek (1869) belangrijke gebeurtenissen.
Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken; een rechtsgeschiedenis van Curaçao.
Bastiaan D. van der Velden. Carib Publishing, 2010. ISBN: 978 90 8850 162 3. Prijs NAf 85.00
Bestellen klik hier