blog | werkgroep caraïbische letteren

Chocoladetranen: boeiende schrijvers weinig uitgediept

door Marian van der Fluit

Woensdagavond 9 februari jl. vond in het Mondiaal Centrum Haarlem de elfde editie van Mondiaal literair plaats, opnieuw ingeleid door uitgever Franc Knipscheer (foto links). Deze keer stond de avond in het teken van de Surinaamse literatuur onder de titel Chocoladetranen, naar een dichtbundel van de Surinaamse dichter Antoine de Kom.

Antoine de Kom was tevens de eerste gastspreker van de avond en werd geïnterviewd door Peter de Rijk. Op de meest gestelde vraag wie ben je nu, Surinamer of Nederlander, ‘kwart zwart’ zoals Antoine vaak zelf pleegt te antwoorden zei Antoine dat iedereen die wil weten wie hij is zijn gedichten maar moet lezen. Afsluitend las Antoine het gedicht `Palmen´ uit de bundel Tropen voor. Een gedicht van eenvoud en subtiele schoonheid over palmen in het straatbeeld van Paramaribo, palmen als bruine tantes. Na afloop vertelde een van de genodigden mij dat zij het gedicht zo mooi vond omdat ze kon ‘zien’ wat Antoine voordroeg.

De tweede gastspreker was de schrijfster Karin Amatmoekrim. De schrijfster ziet zichzelf vooral als schrijfster en niet per se als iemand die alleen over Suriname schrijft. Dit gegeven werd helaas te weinig geïllustreerd aan de hand van haar boeken. Met name haar debuutroman Knipperleven is een verrassend boek over de pijn van het leven; de afkomst van de hoofdpersoon wordt niet genoemd, het thema is immers universeel. Haar laatste roman Titus valt ook onder deze categorie maar ook dit boek werd nauwelijks besproken. Daarentegen werd Wanneer wij samen zijn uitgebreid voor het voetlicht gebracht: een boek over een Javaanse familie uitgestrekt over drie generaties. Dit is des te jammer omdat dit boek qua stijl achterblijft bij bijvoorbeeld Knipperleven. Het was interessant geweest wanneer de interviewer daar wat dieper op was ingegaan. In zijn interview verloor hij zich echter nogal eens in superlatieven over Wanneer wij samen zijn zoals: prachtig, geweldig, dit moet je gelezen hebben. Hiermee deed hij zowel het publiek als de schrijver tekort.

De laatste schrijver Edgar Cairo werd via voormalig Volkskrant-journaliste Ineke Jungschleger onder de aandacht gebracht. Edgar Cairo is in 2000 al overleden en schreef in 15 jaar meer dan 30 romans, verhalen- en gedichtenbundels. Hij was een gedurfd schrijver omdat hij de taal die Surinamers op straat spreken tot een soort van ‘officiële’ taal maakte. Hij ging daarin zelfs nog een stapje verder met de ontwikkeling van zijn eigen taal ‘het Cairojaans’. Gedurende twee jaar schreef Cairo columns voor de Volkskrant die in twee bundels zijn uitgegeven: Als je hoofd is geboord en Ik ga dood om jullie hoofd. Ineke vertelde dat de Volkskrant geen bezwaar had tegen de schrijfwijze van Cairo. Hij schreef immers in een tijd dat er veel geëxperimenteerd werd met taal. De lezers echter konden het op den duur wat minder waarderen. Zij wilden op zaterdag ontspannen de krant lezen en niet te veel moeite doen om een stukje te lezen. Een meisje van 15 jaar liet een tegenovergesteld geluid horen. Zij vond de stukjes erg leuk om te lezen en kon zich niet vinden in het bezwaar van de andere lezers. Ineke vond het altijd leuk om met Cairo samen te werken, zij had hem ontmoet tijdens een bezoek aan Suriname en zocht hem weer op in Amsterdam met de uitnodiging om columns te schrijven voor de Volkskrant.

Een van zijn columns “Is not toe ieeeeet!” opgenomen in de bundel Ik ga dood om jullie hoofd werd getoond in een filmpje. Hierin speelde Edgar Cairo zelf een rol. Het publiek was erg enthousiast. Het was daarom des te jammer dat Peter de Rijk het publiek niet verder meenam in de taal van Edgar Cairo. Over zijn experimenten en opvattingen met betrekking tot taal valt namelijk heel veel te vertellen.

1 comment to “Chocoladetranen: boeiende schrijvers weinig uitgediept”

  • Ik vraag me af waarom Karin Amatmoekrim zichzelf niet vaker profileert buiten Surinaamse kring. Op een avond die in het teken staat van de Surinaamse literatuur lijkt het me namelijk vrij logisch dat de gastheer/vrouw vooral werken bespreekt die gaan over Suriname. Anders zouden Lulu Wang en meneer Hafid Nog-wat er ook zitten, immers.
    Aan de andere kant: in de Nederlandse poel moet ze vechten om smoel te krijgen tussen duizenden concurrenten. Op de Ned-Suri markt is ze gemakkelijker te zien.
    Elk nadeel heb zijn voordeel.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter