blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong Ayong – Wintergasten

Buiten is het wit, wit, wit. De sneeuw ligt dik op de takken van de kale bomen en bedekt mijn terrastegels, de hopen dorre bladeren die wij niet hebben opgeruimd en de daken van de achterburen. Het is een mooi gezicht, maar ik ril bij het idee dat ik naar buiten zou moeten.
Ondertussen arriveren de kerstkaarten en mailtjes uit warm Suriname. Zat ik daar nu maar. Wij kwamen in november terug voor de kinderen. Zij zijn groot genoeg om zonder ons te kunnen, maar steeds als wij zeiden, dat we hier bleven, zeurden zij weer dat het zo ongezellig was met de feestdagen…. Dus vertrokken wij maar weer uit het paradijs naar de kou. Winter in Holland. Wie vindt daar nou wat aan.

Wim heeft op mijn verzoek een netje ongebrande pinda’s opgehangen, omdat de merels zo zielig door de tuin hippen op zoek naar een verlaten worm, die vast nog stijfbevroren is ook. Nu bengelt er steeds een meesje aan, smullend van de nootjes. Eksters en Vlaamse gaaien vliegen hier ook al rond. Een brutale met blauwzwarte vleugels tegen de grijsbruine buik verjaagt het smullende meesje en gaa driftig zitten pikken. Ik bestudeer ze nieuwsgierig, maar mis toch mijn vrolijke grikibi, die mij iedere morgen wakker zong.
En de sabaku met hun dagelijkse vlucht. Een groep van 7, 9, of 11, nooit een even getal, achter mekaar met een leider voorop en altijd een stuntelige laatkomer er achteraan. ‘s Ochtends gingen ze heen en ‘s avonds vlogen ze terug weer in formatie
en dan naar een hoge boom ergens verderop waar zij sliepen.
Er zijn talloze vogeltjes in de tuinen van Paramaribo. Zij zingen om het hardst.
Kleurige roodborstjes, grijsblauwe bakkies, de bonkidif en nog veel meer. Ze zitten op de takken van de reusachtige oude nepbom en houden hun zangwedstrijden tegenover mijn deur, die ik wijd openzet.

De mooiste vogels zag ik in Bigi Pan, waar ik na veel gepleit eindelijk heen mocht, omdat het niet eenvoudig was over de gladde aarden wal te komen met een rolstoel in een korjaal. Drie mannen waren er voor nodig, die tot hun middel in de modder stonden. Maar zij deden het kranig, zodat ik ze wel moest zoenen na afloop.

Maar hier in mijn winterse tuin, komt de zwarte merel al ajren op bezoek en soms zie ik zijn bruine vrouwtje ook. Elk voorjaar hebben ze een nest ergens in de slingerplanten of in de groene bladeren van de klimop langs mijn balkon en jaag ik de dikke zwarte kater weg die hen reeds heeft ontdekt. Ze zingen om het hardst met de meesjes en lijsters en andere gevederde vriendjes. Ik heb vier vogelhuisjes laten ophangen in de hoop dat zij daar een comfortabel onderkomen vinden. Nu afwachten tot het voorjaar komt.
Winter in Holland duurt lang, lang, lang…..

cat 24 december 2010

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter