blog | werkgroep caraïbische letteren

Asiento (6)

De slavernij van de Oudheid tot nu
 
door Fred de Haas
  
Zanzibar
Vanuit Zanzibar vond er een verwoestende Arabische slavenhandel plaats van Noord-Oeganda tot Mozambique en van de Indische Oceaan tot de Congorivier. Europese reizigers, zoals de Engelsen Livingstone en Stanley, hebben hier beschrijvingen van nagelaten.
Sultan Seyid Saïd, bijvoorbeeld, had grote hoeveelheden slaven nodig voor zijn kruidnagelteelt in Zanzibar en op andere eilanden langs de kust van Oost-Afrika.
Arabische slavenhandelaren vestigden zich in het Congogebied waar hun nakomelingen (Afrikaans-Arabische mestiezen) grote handelsimperia stichtten. Het merendeel van de slaven ging richting Indische Oceaan. De gevangen slaven werden aan elkaar gebonden, vrouwen en kinderen met touwen. Mannen werden aan elkaar geketend in groepen van tien of twintig. Wie niet mee kon komen werd afgemaakt. De reis duurde twee tot drie maanden en de verliezen aan mensenlevens waren enorm.
De verhalen van Livingstone, die dit soort karavanen in 1876 wekenlang tegenkwam, wekten hevige verontwaardiging in Engeland. De slaven werden aan de kust in Arabische boten (dhows) geladen waar ze met 150 tot 200 man gehurkt in moesten plaatsnemen. Zieken en stervenden werden in het water gegooid omdat de kapitein geen belasting wenste te betalen voor mensen die niks opbrachten. Tussen 1830 en 1873 werden er ongeveer 20.000 slaven per jaar op de markt in Zanzibar verkocht.
De Arabische slavenhandel heeft miljoenen doden veroorzaakt. Paradoxaal genoeg moet het op het krediet van de koloniale (Franse, Engelse) bezetting worden geschreven dat er niet nog eens miljoenen en miljoenen slaven hun weg hebben gevonden naar de slavenmarkten in Zanzibar, Kairo of Alexandrië.
Renault en Daget (Les traites négrières en Afrique, Paris, 1985, p.59) hebben berekend dat er ongeveer 17 miljoen mensen het slachtoffer zijn geworden van de hele Arabische slavenhandel.
De eunuch
De welgestelde Arabieren en Turken maakten voor hun uitgebreide harems gebruik van oppassers, de zogenaamde eunuchs. Voor dat doel werden Afrikaanse jongemannen gevangen die tussen hun 10e en 15ejaar werden ontmand om dienst te doen als harembewakers. Die jongens kwamen voornamelijk uit Bornu (ten westen van Tsjaad), Niger en Sudan.
Ten gevolge van die castratie hebben vele jongemannen het leven gelaten. Wat gebeurde er namelijk?
‘[…] het hele geslachtsdeel werd bij de jongens weggehaald. Na de castratie werd er een loden pijpje of bamboe in de urinebuis gedaan die de jongemannen eruit moesten halen als ze moesten plassen. Dat moesten ze doen totdat de wond genezen was. […] het aantal jongens dat het leven liet was veel hoger dan het aantal dat bleef leven, vanwege het gebrek aan verzorging en hygiëne; er werden immers vitale delen geraakt (M. Chebel, le génocide voilé. Enquête historique, Paris, 2008).
Dat verklaart waarom de prijs van een eunuch zo hoog was: ‘[…] een notabele uit Kano kocht, bijvoorbeeld, twaalf eunuchs voor tien paarden. Als je weet dat je normaal gesproken voor één paard twaalf gewone slaven kon kopen, dan betekent dit dat je voor eunuchs twaalf keer zoveel moest betalen (Renault-Daget, 1985 p.59).
Eunuchs kwamen ook voor bij de Grieken en Romeinen en de Aziatische hoven.
Het woord ‘Eunuch’ komt van het Griekse ‘eune (= bed) en echein (= houden), dus ‘iemand die het bed bewaakt’, een harembewaker.
Me dunkt dat we nu genoeg hebben verteld over de vroegere Arabische slavenhalers. Het is tijd om de blik te wenden naar het Iberisch schiereiland waar Spanjaarden en Portugezen de grote aandrijvers zijn geweest van de handel in slaven die eeuwenlang Afrika en de Nieuwe Wereld zou gaan teisteren.
[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter