Jit Narain – ab/nu
1
nánghke ghari aur kalendar
jiye hai
ná karamhin, ná kamáíbin
okar ráj dánpremi aur bharpur hai
u apne –ápke puje hai
oke besumár hai
abhín men jiwan ekar amar hai
lagal hai eman u
ab kuch ná heráí
gestapt over klok en kalender
leeft hij
niet daadloos, niet zonder verdiensten
zijn rijk is gul en gevuld
hij dient zichzelf
hij heeft in overvloed
in het nu is zijn leven voor altijd
hij geeft zich eraan over
niets gaat verloren
4
aj jiye hai,bephát ke jigá
apan jiyal jiwan ná dohráí
– i cuk ge,jhuk ge
dhakká khá gail
je mángis apan asar jamáis
bahute ráydátá rahen
bahut se bhágracchak
ekar dimág bharte gail
ghabrán baki paglán ná abbe
bejjati i sahte ge-
i jiye hai ab
bharpur jiyigá
vandaag leeft hij, onbepaald zal hij leven
zijn geleefde leven niet herhalen
– hij kwam tekort, boog
en moest klappen doorstaan
wie maar wilde, deed zijn invloed gelden
vele raadgevers waren er
veel lotsbeschermers
zijn verstand bleef het ontgelden
verward maar nog niet gek
had hij steeds de beledigingen verdragen –
hij leeft nú
volop zal hij leven
[Uit: Jit Narain, Rahan/Bestaan. 2017.
In Nederland is de bundel te bestellen bij Geert Koefoed, Valkstraat 36, 3514 TK Utrecht. Tel. 030-2720752.]