blog | werkgroep caraïbische letteren

Bingo!

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Dit wou ik wel eens meemaken. Een grote Bingo in Paramaribo. Een vriendin verkocht kaarten voor een benefiet in Groen Dyari ten bate van het interieur van de Petrus en Paulus Kathedraal.

De hele straat rondom stond vol auto’s en men keek verontwaardigd toen ik aan kwam rijden in een ordinaire taxi, tot zij mijn rolstoel zagen. Het partijgebouw plus aanleunende tent gonsde van de meer dan duizend vrouwen en een handjevol mannen, die verwachtingsvol aan lange tafels zaten samengeperst. De organisatie had echter een plekje vooraan voor mij gereserveerd, zoals op twee kartonnetjes stond te lezen, dus liet ik mij daarheen voeren.

Hier had ik meteen het volle gezicht op pater Esteban Kross van het RK Bisdom en spelleider Henk van Vliet, die wekelijks op TV is met zijn praatprogramma. De plankjes konden gekocht worden. Ik vond twee genoeg, maar er waren dames met acht tot tien. exemplaren. Duidelijk professionals die gingen voor de grote prijzen, die op het podium te kijk stonden. Een volautomatische wasmachine, een vierpitsgasfornuis, een dubbele koelkast, een reis naar Amsterdam en een snelle brommer, die een kennis Pater Kross had zien aanschaffen. Er was nog veel meer te winnen, het podium stond vol en er was ook nog een loterij. Dat beloofde wat.

Pater Kross ging voor in het gebed, het was immers een bingo voor de Kathedraal en het spel kon beginnen. Direct bij aanvang bleek al dat de geluidskwaliteit van de microfoons niet optimaal was, zodat je de spelleider slecht kon verstaan. Er werd gemord: “Vervang die man! Hij is niks waard!” Maar die klachten werden overschreeuwd door het enthousiasme van de spelers die ijverig de nummers herhaalden. De prijzen vlogen weg. Binnen vijf minuten werd er al “Bingo!” geroepen. Een van de weinige mannen kwam maar liefst drie maal naar het podium, streng begluurd door wat achterdochtige, minder fortuinlijke spelers.

Al snel zoemde het in mijn hoofd van de stemmen, het gekraak van de microfoon, gepraat en gelach, geroep en de cijfers buitelden over elkaar heen. Ik liet mij zwakjes meevoeren door de bingostroom en dacht: ”Dat was eens en nooit weer….” Maar mijn tafelgenoten zaten met glinsterende ogen en ijverige vingers hun plankjes te bespelen. Zij genoten zichtbaar. We moesten nu eens een H, dan weer een P of een O vormen, als variant op een vol plankje, ter ere van de heilige Petrus en Paulus Kathedraal, Onze Heer, zodat God ook aanwezig bleef op deze gezegende bingo.

Gebroken verliet ik na vier drukke uren Groen Dyari. De plotseling oprazende sibibusi was toen al weer voorbij getrokken. “Bingo!” riep ik enthousiast.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter