blog | werkgroep caraïbische letteren

Asiento! (3)

De slavernij van de Oudheid tot nu
 
door Fred de Haas
 
 
 
Middeleeuwen en Middeleeuwse wetgeving
 
In de Middeleeuwen werden vrije pachters, de zogenaamde ‘Coloni’, hoe langer hoe meer in de landbouw ingezet en op keizerlijk bevel gebonden aan de grond. Ze mochten dus hun grond niet zomaar verlaten. Zo ontstond langzamerhand de Middeleeuwse ‘horigheid’. Ook de ambachtslieden werden erfelijk aan hun beroep gebonden. Zo werd het instituut ‘slavernij’ langzaam overbodig zonder dat het feitelijk werd afgeschaft.
Er bestaat overigens overeenstemming over het feit dat in tijden van oorlog, roof- en plundertochten van de Germanen het aantal ‘servi’ (= slaven) toenam. Deze gevangenen (‘captivi’, vergelijk het Papiamentse ‘Katibu’) kwamen voornamelijk uit het Noordoosten (vanuit de Germanen gezien), werden door handelaren naar het Zuiden gevoerd en in het Middellands Zeegebied verkocht.
Vermeldenswaard is dat op het Iberisch schiereiland vanaf de 7e eeuw de slavenhoudende Arabieren heer en meester waren en dat de ‘Sharia’ wetgeving daar gold. In de loop der eeuwen werd de Herovering van Spanje in gang gezet, de zogenaamde Reconquista, die beëindigd werd met met de val van Granada in 1492. De Arabieren werden toen voorgoed verdreven uit het Iberisch schiereiland.
Spanje: de ‘Siete Partidas’ van Alfonso ‘el Sabio’
 
In Spanje was er in de 13e eeuw nieuwe wetgeving tot stand gekomen onder Koning Alfonso X, de ‘Wijze’. Dit betrof de zogenaamde ‘Siete Partidas’ (Zeven Wetboeken) uit 1265. Deze zeven wetboeken waren ook weer gebaseerd op het oude Romeinse recht, de vroegere wetgeving en het Spaanse gewoonterecht. In het vierde boek van de Siete Partidas vind je regels voor slavernij en lijfeigenschap. Hieronder volgt een fragment uit de Partida IV, Ley VI, Titulo XXI:
“[…] Otrosi dezimos que si algun ome fuesse tan cruel a sus siervos, que los matasse de fambre: o les diesse tan grand lazerio, que non lo podiessen sofrir, que entonce se puedan quexar los siervos, al juez. E al de su officio, deve pesquerir en verdad si es assi: e si lo fallare verdad, develos vender, e dar el preço a su señor. E esto deve facer, de manera que nunca puedan ser tomados en poder, ni en señorio de aquel, a cuya culpa fueron vendidos.”
(Vertaling: […] ook zeggen wij dat als een eigenaar zich zo wreed gedraagt ten opzichte van zijn slaven dat hij ze van honger dood laat gaan of ze zo’n afstraffing geeft dat ze dit niet konden verdragen, dat de slaven zich dan kunnen beklagen bij de rechter. De dienstdoende rechter moet dan onderzoeken of de klacht gegrond is. Als de slaaf de waarheid heeft verteld moet hij/zij worden verkocht voor een prijs die de rechter oplegt aan de eigenaar. En zo dient het te geschieden, zodat ze nooit meer in handen komen of onder het gezag vallen van degene aan wie ze ooit werden verkocht’.)
[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter