blog | werkgroep caraïbische letteren

De man van veel

door Karin Amatmoekrim  

Op dit moment ben ik aan het schrijven aan De man van veel, een roman gebaseerd op het veelbewogen leven van Anton de Kom. Als ik een beetje doorwerk, moet het boek binnen enkele maanden uitkomen. Wie meer wil weten of horen, komt eind augustus naar Manuscripta. Ik treed er naar alle waarschijnlijkheid liefst drie keer op met het aanstaande boek. Maar nu; stilte, graag. En een klein beetje lezen. Dit fragment bijvoorbeeld. Vers uit de pen.      

Fragment uit De man van veel (voorlopige publicatiedatum: oktober 2013)   ’s Avonds, als Nel en de kinderen slapen, zit hij bij de bemanning in de kombuis. Het zijn mannen met brede, hoekige gezichten en ogen vol weemoed. Ze drinken rum uit kleine glaasjes die heen en weer schuiven over het tafelblad als het schip door een golf wordt opgetild. Ze vertellen elkaar verhalen over de wereld als een plek waaruit je niet ongehavend terugkomt. De meesten hebben een gezin, een vrouw waarnaar ze smachten zolang ze op zee zijn. Ze vertellen elkaar over het zachte vlees van die vrouwen, en hoezeer ze ernaar verlangen dat tegen zich aan te drukken. Maar ze weten allemaal dat het een voorwaardelijk verlangen is. Een vrouw legt je vast aan een ketting van beloftes die je maakt als je gretig en onwetend bent. Je wil wel blijven, maar je kan niet. Je zegt dat je geld moet verdienen, voor haar en de kinderen. Dat je daarom weg moet. Maar de waarheid is dat de jaren op het water je benen voorgoed veranderd hebben. Je geest verlangt onafgebroken naar de zee, en het is een verlangen dat groter is dan welke andere begeerte ook. Je bent nergens thuis, zeggen ze tegen elkaar, je bent gedoemd om op drift te zijn. Daarna schenken ze elkaar bij en toosten op het verdriet dat hen verbindt. Anton vraagt welk verdriet dat dan precies is. Ze zwijgen en staren naar het tafelblad. Een matroos zegt, het verdriet van nergens thuis te zijn. Anton lacht, eerst zacht, dan steeds harder, en zegt dan klink ik met jullie mee, want ook ik hoor nergens. Overal en nergens, verbetert de scheepskok hem, we zijn overal en nergens thuis. Anton knikt, je hebt gelijk. Hij heft zijn glas en zegt, Hier is op overal, en op nergens.  

[van de blogspot van Karin Amatmoekrim]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter