blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Amatmoekrim Karin

Writers Unlimited 2012: Surinamers dromen altijd!

door Stuart Rahan

Den Haag – De één is angstig, de ander wil een perceeltje aan de Saramaccarivier met een hangmatje en voor de derde ligt de toekomst van Suriname in de lucht. Drie verschillende dromen voor drie van origine Surinaamse schrijvers tijdens het literatuurfestival Writers Unlimited 2012. Karin Amatmoekrim, Sheila Sitalsing en Anil Ramdas hebben, onder leiding van presentatrice Noraly Beyer, hun dromen met het publiek gedeeld. Het uitgangspunt was de beroemde speech van dr. Martin Luther King “I have a dream”.

Deze zeventiende editie van het Winternachtenfestival had als thema “Keep on dreaming”, naar aanleiding van de verschillende crisissen, die de wereld momenteel doormaakt. Een economische crisis, een financiële crisis en de Arabische Lente. Een variatie op wat zich in Noord-Afrika afspeelt, was de discussie of er een ‘Hollandse Lente’ moest komen en hoe die zich zou moeten voltrekken. De schrijvers Kader Abdolah (Iran) en Tommy Wieringa (Nederland) stonden tegen over elkaar. Kader Abdolah vond de Nederlandse samenleving een eenheid, terwijl Tommy Wieringa de peroxide Geert Wilders als een splijtzwam bestempelde.

Satellieten en vliegtuigen
Schrijfster Karin Amatmoekrim heeft, met betrekking tot Suriname, angstdromen dat de huidige president Desi Bouterse nooit meer afstand zal nemen van het presidentschap. In haar gelezen column “De hoop en niet de verwachting”, ziet zij een herhaling van de jaren 1980 en 1982. Waar die angst nou precies op gebaseerd is, werd niet duidelijk. “Je kunt niet over Suriname praten zonder het niet over Bouterse te hebben. Ik hoop op een leider die Suriname verdient. Geen boef of drugsbaron.”
Toch blijkt in haar overpeinzing, de persoon van Desi Bouterse niet alle credits te hebben verloren. Amatmoekrim begrijpt heel goed dat Bouterse gekozen heeft voor verbeterde en intensievere samenwerking met het Caraibisch Gebied en zich niet meer richt op de traditionele samenwerkingsverbanden met Nederland en Europa.
Anil Ramdas noemde Cuba en Venezuela cynisch de partners van Bouterse in het Caraibisch Gebied. Volgens Amatmoekrim roept Ramdas maar wat aan de kantlijn, in plaats van zelf te participeren in de ontwikkeling van het land. “Ik begrijp Surinamers heel goed als zij dan roepen: Waar bemoei jij je mee.”
Volgens Ramdas ligt de toekomst van Suriname niet in de landbouw, mijnbouw noch in de bosbouw of de olie. “De toekomst van Suriname hangt in de lucht. In satellieten en vliegtuigen vol Surinamers die naar hun geboorteland terugkeren.” In zijn relaas, dat veel weg had van een anti-Suriname-pleidooi, kon Ramdas weinig zaken bespeuren die goed waren. Toch kan hij geen afstand nemen van zijn geboorteland, het land waar hij zijn eerste kus en vriendin heeft gehad. “Ik eigen mij dat land toe, maar Suriname is niet mijn droom.” In zijn bijdrage droomt hij dat Suriname de 21ste eeuw gaat halen. Leiders als ex-president Ronald Venetiaan ziet hij als mensen die bewust moderne ontwikkelingen hebben tegengehouden. Het land is niet meegegaan met IT en internetgebied.

Wet op zestigplussers
In een gesprek met een vriend, onderdirecteur van de posterijen in Paramaribo, kon Ramdas zich niet voorstellen dat de onderdirecteur de hele stad van WIFI kon voorzien maar het naliet. De reden lag volgens hem in het feit dat de man niet over technische en financiële middelen beschikte, niet de juiste functie bekleedde en zijn superieuren van het ministerie van TCT er geen oor naar hadden. “Suriname heeft geen dromers meer. Albert Helman en Frank Essed waren grote dromers. Essed heeft het achterland opengelegd”, beperkt Ramdas zich. Zelfs zijn Surinaamse privé taxichauffeur moest het ontgelden. De man droomt van een rijk leven met de kweek van pitbulls. Maar elke keer als er een worp is, zijn de puppies binnen enkele dagen dood. Voor elke pup zou de taxichauffeur 900 Surinaamse dollars kunnen verdienen. “Hou op met je pitbullshit. Blijf de gewone taxichauffeur”, sneerde hij de man. Volgens Ramdas zou de overheid Surinaamse studenten in de gelegenheid moeten stellen een studie in het buitenland te voltooien. Bij terugkomst krijgt dan elke afgestudeerde een perceel met een huisje erop.
In de droom vergeet Ramdas echter, dat nergens ter wereld deze luxe vergeven wordt. In het rijke westerse Nederland bijvoorbeeld begint het gros van de afgestudeerden hun maatschappelijke carrière namelijk met het aflossen van hun studieschuld. Toch heeft de vermaarde Surinaamse schrijver één grote droom: Het aannemen van een wet die zestigplussers in Suriname verbiedt, zich verkiesbaar te stellen voor een politieke functie. “Wij willen geen bejaarde leiders die in het verleden leven.”

[uit de Ware Tijd, 24/01/2012]

Literaire middag in Eik en Linde

Op zondag 29 januari 2012 organiseert de Vereniging Vrienden van de Plantage een literaire middag rond Surinaamse literatuur. Surinaamse voetballers zijn wereldberoemd. Surinaams eten mag er ook zijn. En zingen kunnen ze ook. Maar schrijven?

read on…

Komend weekend: Winternachten!

Van 19 tot en met 22 januari vindt Writers Unlimited – Winternachten Festival Den Haag plaats. Dit jaar is het thema van het festival ‘Keep on Dreaming’ een knipoog naar de dromers, de gelovers in utopieën, de najagers van idealen, dat is het thema van het Writers Unlimited – Winternachten Festival. Schrijvers uit Nederland en ver daarbuiten spreken zich uit over hun dromen, ze dromen met ons over vrijheid en hoe die verwezenlijkt kan worden. Writers Unlimited – Winternachten Festival biedt een mengeling van actualiteit en literatuur, muziek en film in een gevarieerd programma in Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag en dit jaar kunt u voor het eerst op vrijdag en zaterdag eten in het theater. Bijna 100 schrijvers, journalisten, presentatoren en musici uit de hele wereld treden op.

 

Winternacht 1 biedt een grote variatie van literaire programma’s, muziek, film en dans in de zalen en foyer van Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag. Met een kaartje kunt u bij alle programma’s vrij in – en uitlopen.

Vanavond vertellen Tommy Wieringa, Nazmiye Oral en Kader Abdolah in De Hollandse lente hoe ons land er uit zou kunnen zien, buigen Bas Heijne en de Britse filosoof John Gray zich over de vraag of wij van elkaar moeten houden en schreeuwen schrijvers hun woede van zich af in Mad as Hell.

Meer hoogtepunten: How to be a Dictator in Africa, Wet Dreams on a Winter’s Night, de debutanten van Extaze, Nigeria and Oil: The Novel and the Movie. U kunt naar de indringende film over de Groene Revolutie in Iran (The Green Wave) en naar het ontroerende The Glass House over een uniek rehabilitatiecentrum in Teheran. Er is muziek van Ghalia Benali, de Batiband en Trio Koenijn en in de foyer kunt u Cubaans leren dansen.

Winternacht 2 biedt een grote variatie van literaire programma’s, muziek, film en dans in de zalen en foyer van Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag.

De avond begint met de opzwepende klanken van het Ghana Community Choir. In Schatgravers horen we Arthur Japin, Annejet van der Zijl en Said el Haji over de inspiratie die zij vinden in de geschiedenis. Adriaan van Dis praat met een Indonesische en een Zuid-Afrikaanse schrijfster over Vergeven of Vergeten. Robert Vuijsje is te gast in Lust and Colour en in Burger King of Burgerschap gaat het over het ‘burgervertrouwen’.

De Surinaamse auteurs Karin Amatmoekrim, Anil Ramdas, Sheila Sitalsing en Noraly Beyer spreken over hun dromen voor Suriname, we spelen het Groot Dubbelspel Vertaalspel met Frank Martinus Arion, er treden hele jonge dichters op in Who’s Afraid of Youth en dit jaar zijn er stripschrijvers/tekenaars als Peter Milligan en Inge Heremans te gast in het programma Comics and Taboos.

U kunt naar de film, o.a. naar de aangrijpende documentaire die Cindy Kerseborn maakte over Edgar Caïro, een boek of wat uitzoeken bij de stand van Paagman in de foyer of naar VPRO de Avonden live, waar Willem Jan Otten en de andere genomineerden van de VSB Poëzieprijs te gast zijn.

Het festival eindigt op zondagmiddag 22 januari in de Koninklijke Schouwburg met de Hommage aan Hella, een feestelijke bijeenkomst waarin leven en werk van Hella Haasse worden gevierd, met o.a. optredens van Loes Luca en Willem Nijholt. Aansluitend worden de Jan Campert-prijzen van de Gemeente Den Haag uitgereikt, waaronder de Constantijn Huygens-prijs.

Meld je aan voor ‘Dichter Bij De Dichter’

door Shay

Dichter Bij De Dichter is een interactief poetry-concert waarin artiesten zichzelf blootgeven en het publiek de baas is. Op 29 januari is er een editie in Bitterzoet in Amsterdam en daar kun jij bij zijn. Niet in de zaal, maar on stage naast grote Nederlandse hiphopnamen als Postman en Kempi, comedy-duizendpoot Ruben van der Meer en schrijfster Karin Amatmoekrim.

SPOKEN is een platform voor out-of-the-box woordkunstenaars.

Meld je aan!
Ben jij ook Dichter bij de Dichter en wil jij een plekje in de line-up veroveren? Dat kan! Upload een video van maximaal 1 minuut en stuur de link naar studio@funx.nl onder vermelding van SPOKEN. Je wordt beoordeeld door een deskundige jury waaronder Blaxtar. Bij Fresh ’n Up hoor je wekelijks een van de genomineerden.

Aanmelden kan t/m maandag 23 januari 2012

[van Funx.nl, maandag 9 januari 2012]

Interview: Karin Amatmoekrim-Smit

Je hoort haar eigenlijk met ‘Drs.’ Karin (34) aan te spreken, want dat is de titel die ze na haar afgeronde studie Moderne Letterkunde behaalde. Niet slecht, voor een ‘ooit afgeschreven’ migrantendochter uit een achterstandswijk in Nederland. Maar Karin heeft ruimschoots bewezen veel meer in haar mars te hebben. Na drie eerdere succesvolle boekpublicaties, is er nu haar nieuwste boekuitgave Het Gym. Dit boek vertelt het verhaal over een jong Surinaams meisje dat als enige uit haar achterstandswijk het gymnasium bezoekt. Gedeeltelijk gebaseerd op haar eigen verhaal. Sinds september ligt het in de winkel en opnieuw haalt deze schrijfster lovende kritieken binnen.

Karin: ‘The only way is up’

SCHRIJVEN

Karin: “Schrijven is altijd iets geweest waarvan ik wist dat ik het kan. Daar stond ik nooit bij stil. Ik herschreef in mijn gedachten altijd al gesprekken en situaties. Daar bleef ik dan ook gerust een uur in hangen, helemaal weg van de wereld. Volgens mijn moeder praatte ik ook altijd in mezelf. Ik kies ervoor om haar niet te geloven, haha. In Nederland zijn er niet veel schrijvers die kunnen leven van hun werk. Maar ze zijn er wel. Ik heb vanaf het begin de ambitie gehad om een van die schrijvers te worden.”

Karin: ‘Karin, Schmarin’, Amerikanen voegen ‘schm-‘ aan een woord toe om de betekenis ervan te kleineren. Ik doe dat constant, al was het maar om de ernst van het leven een beetje weg te relativeren.”

INSPIRATIE

Haar inspiratie haalt Karin overal vandaan. “Ik heb Titus geschreven omdat ik wilde onderzoeken hoe een fictief verhaal uit een metafysische wet kon voortkomen (in dit geval de chaos theorie). Mijn nieuwe boek, Het Gym, bedacht ik na een prettig gesprek met vrienden in een restaurant. En het boek Wanneer wij samen zijn schreef ik voor mijn dochter, om aan haar onze familiegeschiedenis die ook in Suriname speelt door te geven. De inspiratie voor een boek kan voor mij uit verschillende hoeken komen.” Haar afkomst uit Suriname speelt niet altijd een grote rol in haar boeken. “Mijn werk is op een bepaalde manier wel doordrongen van mijn cultuur en mijn huidskleur, zoals ik dat als persoon ook ben. Maar Suriname zelf is te klein om mij echt te kunnen inspireren. Ik voel me al snel opgesloten en ben altijd op zoek naar grote steden, mensenmassa’s, anonimiteit. Dat zijn niet bepaald dingen die Paramaribo te bieden heeft.”

SURINAME
Wel is Karin met enige regelmaat in haar geliefde Suriname te vinden. Tweemaal per jaar bezoekt ze het land waar haar ouders vandaan komen en ze zelf ook geboren is. Zodra ze geland is op de luchthaven van Zanderij en het vliegtuig uit stapt, snuift ze eerst die alom herkenbare doordringende geur van het land op. Vervolgens slikt ze een enorme brok in haar keel weg, om haar reis te vervolgen naar het huis van haar lievelingsoom en –tante. Daar komt Karin in een hangmat bij van de lange vlucht, met in de ene hand een cup koude ‘soft’ (fris) en de in de andere hand de ‘lekkerste bara ter wereld’ (te krijgen in de buurtwinkel naast Jetty’s Kip, op een zanderig zijstraatje van Highway).


KARIN’S INSIDE TIPS IN SURINAME:

1.JAGEN: “Jagen met mijn vader. Hij kent het binnenland, en het binnenland kent hem. Met hem word je overal ontvangen met een fles sterk en een grote glimlach. ’s Avonds slacht je de vogels die je zelf hebt geschoten en help je het klaar te maken in kerrie en kokosolie. Daarna slaap je je roes (van de fles sterk) uit in een hangmat die tussen twee bomen is opgespannen.”

2.BERG & DAL RESORT: “Het is best lekker dat Suriname een steeds comfortabeler (lees; luxer) vakantieland aan het worden is. Boek een huisje aan het water en kijk uit over de rivier en het oerwoud aan de overkant.”

3.BBQ: “Regel een hook-up met Surinamers (is niet moeilijk) en laat je uitnodigen voor een willekeurig feestje / bbq. Zo leer je de echte Surinamers kennen en geniet je tussendoor van een overvloed aan eten, drinken, dansen en muziek.”

[van Caribemag.com]

Bijlmer Boekt!

Op 7 februari is is de eerste editie van Bijlmer Boekt! Literair variété in het Bijlmerparktheater. Met Kees van Kooten, Gerda Havertong, Karin Amatmoekrim, Blaxtar en live muziek van Pablo Nahar. Voor wie in de stad woont en niet alleen wil reizen: om 19.15 vertrekt een speciale Connexionbus vanaf De Balie op het Leidseplein naar het Bijlmerparktheater (22.30 terug). Mét variété in de bus.

Het Gym brengt multiculturele nuance terug

Ze is hard op weg om een bekend schrijfster te worden in Nederland: de in Suriname geboren Karin Amatmoekrim. Haar vierde roman Het Gym is goed ontvangen door de Nederlandse media. Het boek gaat over het Surinaamse pubermeisje Sandra uit een achterstandswijk dat naar het gymnasium gaat, het hoogste niveau van het middelbaar onderwijs.

Karin Amatmoekrim noemt het gymnasium, waar ook Latijn en Grieks worden gegeven, een school voor de intellectuele elite. “Je moet meer dan vwo-advies hebben. Er zitten bijna alleen maar witte kinderen op.” In het boek loopt Sandra aan tegen de verschillen tussen haar en haar klasgenoten. Zo blijkt ze de enige te zijn die geen muziekinstrument speelt.

Het leven van Sandra lijkt verdacht veel op dat van de schrijfster. “Ik wilde laten zien hoe de samenleving eruit ziet in de extremen. Ik heb dat zelf zo meegemaakt.” In de eerste klas werd ze daar ‘keihard’ mee geconfronteerd, zegt ze. Pas nu ze zelf moeder is beseft ze hoe zwaar het was. “Kinderen zijn best sterk en flexibel. Pas als we ouder worden vinden we het zielig.”

Multiculturele samenleving
Dat er veel aandacht is voor haar boek, komt volgens Amatmoekrim doordat Nederland de afgelopen jaren zich van de multiculturele samenleving heeft afgekeerd. “Het was sexy om te zeggen dat de multiculturele samenleving is mislukt. Dit boek is een tegengeluid.” Dat dit positief wordt gewaardeerd doet haar goed, omdat ze de laatste tien jaar erg teleurgesteld was geraakt in Nederland.

De discussie over straatjongeren moet volgens haar los gezien worden van hun etnische achtergrond, want het gaat om de sociale klasse. Als Het Gym kan bijdragen aan het terugbrengen van de nuance in de discussie dan is het boek een succes, vindt ze. De schrijfster kan zich ook wel vinden in de redenering dat haar boek een antwoord is op Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje, dat geschreven is vanuit het perspectief van de blanke elite op de lage zwarte klasse.

Gymnasium
Amatmoekrim vindt niet dat haar boek een negatief beeld schept van het gymnasium. Integendeel: “Als je goede cijfers haalt ben je een goede leerling. Afkomst en etniciteit hebben er niks mee te maken.” Ze gaat haar best doen om haar kinderen ook op een gymnasium te krijgen, zegt ze lachend.

[RNW, 23 november 2011]

Hat mamma vandag

door Karin Amatmoekrim

Buitenvrouwen die hun gebruikte slipje in de doodskist van een verongelukte minnaar proppen. Een verkrachting waarbij een kind wordt verwekt. Moeders die zichzelf ophangen voor de ogen van hun kroost – in haar debuutbundel De laatste parade schuwt schrijfster Ruth San A Jong (1970) de schaduwkant van de samenleving bepaald niet.

Volgens de flaptekst beschrijft San A Jong ‘het Surinaamse leven in al zijn facetten’. Je kunt je afvragen of dit alles is wat Suriname te bieden heeft (zelfmoord, incest, overspel) maar zeker is dat San A Jong sociaal gevoelige onderwerpen aanroert.

Dat doet ze soms op een verrassende manier, bijvoorbeeld door een jong meisje in dagboekfragmenten aan het woord te laten; ’27 aapril / Ik hat mamma vandag. Ze heeft niets gezegt toen ik haar zei dat oom Patrick ook met Elly haar billen speelde.’ De spelfouten onderstrepen de breekbaarheid van het personage. In zulke vondsten is San A Jong sterk. Ze heeft oog voor detail, en kan onverwacht grappig uit de hoek komen.

Het is daarom jammer dat de schrijfster zich op even zo veel ándere momenten door haar eigen thema’s laat overschreeuwen. Ze stapelt effect op effect in een poging de lezer bij de les te houden. Zo wordt in een scène waarin een dode man ligt opgebaard de rouwende dochter geconfronteerd met haar vaders buitenechtelijke zoon.

Alsof dat niet pijnlijk genoeg is, laat de schrijfster het tot een handgemeen komen waarbij de dochter haar haarstukje verliest, de kist met de dode vader omvalt en als klap op de vuurpijl het kunstgebit uit de mond van het opgebaarde lijk schiet.

Dergelijk spektakel doet de verhalen geen goed. In plaats van alles te willen vertellen zou San A Jong vaker mogen inzoomen op de details. Dan is ze op haar best.

Ruth San A Jong, De laatste parade
Uitgever: Uitgeverij In de Knipscheer
ISBN-nr: 9789062656721
Formaat: Gebonden, 2011, Prijs: € 16,50

[in de Volkskrant, 31-10-2011]

De pers juicht over Amatmoekrims Het gym

LINDA van oktober 2011:

LINDA: ‘Wranggeestig inkijkje in het multiculturele drama. Maar ook een mooi coming of age-verhaal, van een meisje dat langzaam haar kracht en schoonheid ontdekt.’ (Marja Pruis)

Ook vier sterren in Vrij Nederland

‘Niet zielig, eenzaam’ kopt Vrij Nederland. Volgt een samenvatting van het boek, met als belangrijkste waardeoordeel; ‘Er valt heel wat te lachen bij dit in helder en strak proza geschreven boek.’ O ja, en die vier toegekende sterren natuurlijk.

Het gym in De Volkskrant: 4 sterren ****

Amatmoekrim is niet alleen genadeloos, maar ook bijzonder grappig.

Een fragment uit de recensie van Greta Riemersma in de Volkskrant van 8 oktober;

‘Genadeloos schetst Karin Amatmoekrim in haar nieuwe roman Het gym het leven van een Surinaams meisje tussen twee culturen. Ze spaart niets en niemand, ook niet de eigen Surinaamse gewoontes. (…) Amatmoekrim debuteerde in 2004 en sindsdien is zij geprezen om haar vaardige pen. Diezelfde vlotheid zit in haar nieuwe boek, alleen heeft zij er nu iets aan toegevoegd: ironie, humor. Het gym is niet alleen genadeloos, maar ook bijzonder grappig. (…) Het gym houdt allerlei groeperingen in de multiculturele samenleving een spiegel voor en laat zien hoe verwarrend het leven voor een kind in zo’n wereld kan zijn. Maar het verhaal wordt nergens zwaar. Dartel huppelt het voort en wat overblijft is vooral bewondering, voor de kleine Sandra met het pluizige haar, de platte borst en dikke kont, die absoluut niet zielig is.’ ****

NRC: `Tering, ik ben God’

De eerste recensie van Het gym verscheen op vrijdag 23 september in het NRC/Handelsblad, door Janet Luis. Hier een fragment:

‘Het gym is een lichtvoetige en ook nogal geestige roman. Het aangenaam luchtige zit vooral in de heldere, spreektalige zinnen en in de trefzekere dialogen. Als Sandra, op aandringen van haar vriendinnen, auditie doet voor het schooltoneel, omdat dat ‘ab-so-luut onmisbaar’ zou zijn voor haar ontwikkeling, krijgt ze een rol toegewezen in een eigentijdse versie van Faust. Dan roept ze verschrikt uit; ‘Tering, ik ben god.’
Haar grote voorbeeld op school is de leraar Nederlands. Hij maakt geen onderscheid tussen rang of stand en trekt niemand voor. Als hij tegen haar zegt dat ze schrijftalent heeft, voelt ze zich voor het eerst in haar leven machtig. Zij kan iets dat alleen van haar is, en dat niets te maken heeft met onbetaalde rekeningen of met de lapzwans die zich haar vader noemt. Ze leest dan met nog meer aandacht de sombere boeken waar de leraar zo van houdt; ‘Boeken over jongemannen die opgroeiden. En dat het dan allemaal tegenviel.’ Het gym gaat over een jong meisje dat opgroeit. En ook haar valt het vaak tegen. Het aardige van dit boek is vooral dat Sandra geen typetje is geworden. Ze is geen woordvoerster van een belangengroepering, maar een kwetsbare, onzekere puber, die het allemaal niet zo goed weet. Amatmoekrim portretteert hier een ontheemde die steeds opnieuw tussen wal en schip valt. Ze is nooit helemaal Nederlands geworden, maar ze is ook niet echt meer Surinaams. Geen slet, maar ook geen nerd. Geen anita of sjonnie, maar ook geen zelfverzekerde gymnasiast. (…) Amatmoekrim kiest hier, zou je kunnen zeggen, voor een dubbel paspoort, een dubbele identiteit. Ze staat niet toe dat Sandra ‘een bruine kakker’ wordt – iemand die achterstandswijk en gymnasium soepeltjes met elkaar weet te combineren. Om haar heldin scherp te houden, zal ze moeten lijden.’

Een week later plaatste nrc.Next de recensie door en kende er meteen ook maar vier sterren aan toe.

“Hij is niet meer, hij is nog hier”

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Zo werd Clark Accord steeds herdacht door familie, vrienden en bewonderaars die de presentatie van zijn postume roman Plantage d’Amour bijwoonden.

read on…

De verdwijning van Marion Bloem en het gebrek aan nationalisme van Dobru…

Geanimeerde Vierde Caraïbische Letterendag

door Yaela van Dijk-Refos

Op zaterdag 1 oktober 2011 vond de Vierde Caraïbische Letterendag plaats in Theater van ’t Woord op de hoogste etage van de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

Het thema van de avond was ‘Over de kunst van het lezen’. Presentator Miriam Illes kondigde de verschillende programma-onderdelen aan. Zij leidde de avond in en stelde de columnisten voor. Achtereenvolgens lazen Eva Gelach, Juliën Ignacio, Myra Römer en F.Starik speciaal voor deze avond geschreven columns voor over hun leeservaringen. Michael Tedja kon door gezondheidsproblemen niet fysiek bij de avond aanwezig zijn, maar had zijn column opgenomen op een audio-opname die afgedraaid werd. De columnisten hebben allen zeer waardevolle bijdragen geleverd die een kritische reflectie geven op het lezen van Caraïbische literatuur.
De columns werden afgewisseld met twee filmfragmenten met straatinterviews, opgenomen door filmer Kris Kristinsson in Amsterdam Zuidoost. Hierin ondervroeg presentator Quinsy Gario (die ook dicht onder de naam T. Martinus) passanten over hun kennis en leesgedrag ten aanzien van Surinaamse en Antilliaanse literatuur.

In de pauze (20 min.) die volgde had het publiek gelegenheid om een drankje te bestellen en verkochten Literaire reisboekhandel De Evenaar en Uitgeverij In de Knipscheer boeken van de aanwezige schrijvers.

Na de pauze vond er een debat plaats onder leiding van John Jansen van Galen. Deelnemers waren Karin Amatmoekrim, schrijfster van vier romans – haar laatste Het gym in de week voor de Letterendag verschenen, de avond voor de Letterendag zat zijn nnog bij Pauw & Witteman; Jos de Roo, oud-journalist van de Wereldomroep, criticus van de Amigoe en Trouw, tegenwoordig woonachtig op Aruba en werkend aan een proefschrift over de invloed van de Wereldomroep op jonge schrijvers in de jaren ’50 en ’60; en Ismene Krishnadath, schrijfster van jeugdboeken, romans en columns en voorzitter van de Surinaamse Schrijversgroep ‘77. De laatste schrijfster was speciaal voor deze gelegenheid overgevlogen uit Suriname. Schrijfster Marion Bloem, die eigenlijk ook aan het debat zou deelnemen, was aan het begin van de avond aanwezig, maar was opeens met de noorderzon vertrokken.

Naar aanleiding van de hoofdvraag van het debat, “Hoe wordt Caraïbische literatuur in Nederland ontvangen door lezers en recensenten?”, volgde een levendige discussie. Is Surinaamse en Antilliaanse literatuur een onderscheiden ‘richting’ in de wereldliteratuur of moet het niet zo bestempeld worden? Begrijpen mensen uit Nederland deze literatuur wel en is dat laatste eigenlijk noodzakelijk om de literatuur op waarde te kunnen schatten? Vooral Jos de Roo’s stelling dat Dobru in zijn nationalistische tijd zo weinig echt nationale metaforen gebruikte, lokte veel reactie uit. Het publiek haakte bevlogen op de discussie in en kreeg zelfs zoveel ruimte van de debatleider dat het panel achter de tafel nog nauwelijks aan verdieping van de discussie toekwam.

Spoken word-artiest T. Martinus sloot de Letterendag af met een performance waarvoor hij gedurende de avond aantekeningen had gemaakt op een flip-over temidden van het publiek.

Na bloemen aan alle deelnemers te hebben overhandigd sloot Miriam Illes om 22.00 het zaalprogramma af. Hierna volgde in de foyer muziek van het latin/jazzcombo Sanne Landvreugd (altsax), Pablo Nahar (contrabas) en Sandip Bhattacharya (tabla).

Nog tot 23.00 had het publiek veel te beluisteren en te bepraten. Op naar het eerste lustrum van de Letterendag! Miriam Illes kondigde al aan dat die zal gaan over het thema Muziek & Literatuur.

Vierde Caraïbische Letterendag: De rotsen van Dobru

door Stuart Rahan

Amsterdam – Het thema was ‘De kunst van het lezen’, maar er werd getornd aan de dichterlijke vrijheid van een van Surinames grootste dichters aller tijden, Robin Dobru Raveles. De vierde Caraïbische Letterendag heeft zaterdag net als de eerdere edities literaire en dichterlijke tongen losgemaakt.

Het was de journalist/Neerlandicus Jos de Roo die dacht in een bijzin met de metafoor rotsen in het gedicht ‘Ik wil geen strand zijn’ Dobru weg te zetten als niet geslaagde nationalist. “Suriname heeft geen stranden en dus ook geen rotsen”, was zijn stellige overtuiging.

Ondanks de zaal en zijn collega panellid Ismene Krishnadath met voorbeelden van dichterlijke vrijheid en prachtige rotspartijen in de binnenlandse sula van Suriname illustreerden, bleef De Roo volharden in zijn misplaatste bewering. Deze discussie zou de rest van de avond beheersen, ook na afloop toen de leiding van de organisatie nog opmerkte, dat het zeker niet de bedoeling was om Dobru en zijn rotsen tot het thema van de avond te maken.

500 voor duizenden
Speciaal voor deze Vierde Caraïbische Letterendag is naar Nederland overgekomen Ismene Krishnadath, de Surinaamse kinderboekenschrijfster en voorzitter van de Surinaamse Schrijversgroep ’77. Zij hield een betoog voor waarin zij het meer richten op het Caraibisch gebied door Surinaamse schrijvers promootte, omdat er meer herkenbaarheid zou zijn. De Nederlandse boekenmarkt is in haar ogen niet rendabel genoeg vanwege de obstakels die uitgevers opwerpen. “Ik ben blij als ik vijfhonderd boeken verkoop in Suriname. Ik hoef niet zo nodig duizenden exemplaren te verkopen in meerdere oplagen”, wierp Krishnadath tegen. Een opmerking die niet even goed gewaardeerd werd door de andere panelleden Jos van Roo en schrijfster Karin Amatmoekrim. “Waarom een miljoenenpubliek schuwen voor een kleine beperkte Caraïbische markt waar Suriname met nog geen half miljoen inwoners, het enige land is waar Nederlands gesproken wordt?”, vroeg menigeen zich af. Niet alleen Surinaamse schrijvers kampen met obstakels om hun boeken in Nederland gepubliceerd te krijgen.
Volgens Karin Amatmoekrim melden zich dagelijks tientallen nieuwe schrijvers bij Nederlandse uitgevers. Het is nou net de kunst om met het juiste goed geschreven verhaal te komen. “Als schrijver wil je in eerste instantie een goed boek schrijven”, is het uitgangspunt van Amatmoekrim. Zij werd daarin ondersteund door Jos de Roo, die aangaf dat ook lezers van Patagonië een goed geschreven boek best wel kunnen waarderen. De herkenbare omgeving en/of figuren hoeven niet bepalend te zijn voor de lezer om een boek wel of niet aan te schaffen.

Trefossa
Voorafgaand aan de paneldiscussie spraken een aantal schrijvers middels een column hun liefde uit voor het lezen. Eva Gerlach bewonderde de dichter Trefosa van wie zij les kreeg op de AMS. “Ik zweer het je, ik heb les gekregen van Henny de Ziel en Trefossa. Hij daagde haar uit kritisch naar de ingezonden gedichten in de schoolkrant te kijken. Er ontstond een band die ook na schooltijd werd aangehaald. Dat vond Gerlachs moeder niet fijn. “Je gaat niet kunnen dichten in dat ‘taaltje’. Je gaat Nederlands studeren en lesgeven’, sprak moeder Gerlach haar dochter gebiedend toe.
Eva Gerlach maakte de opmerking niet tevreden te zijn met de vertaling van Trefosa’s ‘Wan tru puwema na wan skriki sani’ naar het Nederlands. Zij daagt daarom lezers uit met de juiste intense vertaling te komen. Voor Julien Ignacio is lezen in den vreemde ook een vorm van thuiskomen. En voor Myra Römer is lezen meer dan alleen gedrukte woorden tot je nemen. Artist T. Martinus ging de straat op om passanten hun interpretatie te laten geven op het lied ‘Blaka Rosu’ van Lieve Hugo en het boek Mijn zuster de negerin van Cola Debrot. Beide leverden soms hilarische opmerkingen op, maar het oorspronkelijke gevoel wat de vertolkers beoogden werd zeker aangesneden. Aan het einde vatte T. Martinus op geëigende wijze de avond samen.

[uit de Ware Tijd, 3 oktober 2011]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter