blog | werkgroep caraïbische letteren
1
 

Spaans benauwd (3 en slot)

door Fred de Haas

Curaçao mag zich gelukkig prijzen dat er voor de organisatie van de komende verkiezingen op 19 oktober geen advies hoeft te worden gevraagd aan de Venezolaanse overbuurman. Die heeft zo zijn eigen methodes om de verkiezingen naar wens te laten verlopen.

Op de eerste plaats valt het op dat het Venezolaanse leger, de Fuerzas Armadas Nacionales, die, geheel in Zuid-Amerikaanse stijl, door de heer Chávez te pas en te onpas ‘Gloriosas’ (= roemrijk) worden genoemd, de taak heeft de verkiezingen in Venezuela op 7 oktober a.s. te ‘begeleiden’ en ervoor te zorgen dat alles ordelijk verloopt. Voor het laatste mogen de mensen dankbaar zijn want orde handhaven valt niet altijd mee in de Bolivariaanse Republiek.

Maar het blijft niet bij deze taak, want het leger haalt ook alle stembiljetten op (!) en brengt ze naar de verschillende centra van de Nationale Kiesraad, de CNE (Consejo Nacional de Elecciones), die, zoals we al eerder aangaven, ditmaal geen buitenlandse waarnemers toelaat, maar alleen ‘acompañantes electorales’ die allen aanhangers van Chávez zijn. Ongetwijfeld zal de organisatie van buitenlandse waarnemers proberen toch haar invloed aan te wenden, maar ik geef ze niet veel kans.

Dat in een democratie het leger zo’n grote rol speelt is op zijn zachts gezegd vreemd. Maar het wordt nog vreemder.

 
 

Zoals u weet is de heer Chávez de ‘Comandante Supremo’ (= de Hoogste Commandant) van de Gloriosas Fuerzas Armadas Nacionales. Nu treft het dat de Commandant van het leger die direct onder Chávez staat al meerdere malen op de televisie heeft verklaard dat hij zich geen andere ‘Comandante Supremo’ kan voor stellen dan…juist!…de heer Chávez… In een beetje normale democratie zou dit onmiddellijk tot gevolg hebben gehad dat deze 4-sterren generaal de laan uit werd gestuurd. Zo niet in Venezuela, waar de Curaçaose ex-premier zonodig steun moest zoeken.

Zelf heeft Chávez, nota bene op de geboortedag van Simón Bolívar, tot driemaal toe op de TV gezegd dat de Gloriosas Fuerzas Armadas Nacionales, de Roemruchte Strijdkrachten dus, allemaal ‘chavistas’ (= aanhangers van Chávez) waren. Het is alsof je je in een magisch-realistische roman van Gabriel García Márquez waant! Maar het is allemaal niet magisch. Het is allemaal heel werkelijk.

Nu denkt u natuurlijk dat tegen al die officiële druk ongelofelijk veel protest opklinkt. Niets is minder waar. Men weet maar al te goed dat de Rechtspraak, het Leger, de Politie, de Kiesraad, kortom, alles door de ‘Comandante Supremo’ wordt gedomineerd.

Enkele maanden geleden sprak ik tijdens een bijeenkomst een professor uit Venezuela. Toen ik hem vroeg wat hij dacht van de situatie in zijn land deinsde hij achteruit en maakte afwerende gebaren alsof hij wilde zeggen: laat me in hemelsnaam niets zeggen over Chávez, anders ben ik er bij. Hij liep langzaam van me weg maar draaide zich halverwege om en zei, voordat hij snel doorliep naar het koffieapparaat, zachtjes over zijn schouder: ‘Lo controla todo’ (= hij heeft alles onder controle).

Ik heb hem verder met rust gelaten. Maar de professor had gelijk. Chávez heeft alles onder controle. Ook de televisiestations, de ‘Cadenas’, die hij al dertien jaar, ook in verkiezingstijd, dwingt om urenlang zijn eindeloze verhalen uit te zenden, bijvoorbeeld over ‘eerste stenen’ die voor geweldige projecten worden gelegd. Nooit wordt er een tweede steen gelegd, natuurlijk. En de Kiesraad? Die zwijgt. Immers…

Een taxichauffeur  (het aantal taxichauffeurs in Venezuela is de afgelopen jaren exponentieel toegenomen vanwege gebrek aan ander werk) vertelde dat zelfs zijn familie verdeeld is in twee kampen. Het kamp zonder hersens en het kamp mét hersens (de aanhangers van tegenkandidaat Capriles Radonski). Omdat hij in een achterbuurt woont hebben zijn vrouw en hij besloten om niet te gaan stemmen omdat de familie weet dat ze dan op Capriles Radonski zouden gaan stemmen. En dat kon wel eens gevaarlijk worden… Waar een sfeer van angst en intimidatie al niet toe kan leiden…

Het is zaak voor de bevolking van Curaçao lering te trekken uit de gebeurtenissen ‘aan de overkant’ en zich in geen enkel opzicht te laten intimideren of overbluffen bij de eigen verkiezingen op 19 oktober. Aan bluffers, bullies, lasteraars en pathologische leugenaars is op Curaçao geen gebrek. Hoewel ik niet gelovig ben juich ik de tien (!) gedragsgeboden voor de verkiezingen van de Raad van de Kerken van harte toe. Wie een inbreuk op die gedragscode constateert wordt aangeraden een klacht in te dienen via de volgende email: konsehodiiglesianan@yahoo.com.

Helaas zijn er op het eiland, zoals overal, veel ruggengraatloze meelopers die van toeten noch blazen weten en die, gedreven door opportunisme of rancuneuze racistische motieven, op partijen gaan stemmen die slechts uitblinken door incompetentie.

Enkele dagen geleden vroeg de – in dit geval naïeve – presentator Paul Witteman (u kunt het nog horen op ‘uitzending gemist’) aan een Tweede Kamerlid die op de Nederlandse TV werd geïnterviewd of hij  op Curaçao wel eens debatteerde met de leider van de Onafhankelijkheidspartij, de heer Wiels. Het Kamerlid antwoordde: ‘O ja, hoor. In zo’n geval gaat de heer Wiels staan, blijft een half uur schelden en gaat dan weer zitten’. Dat is het debat.

Een van de ergste dingen die een staat kan overkomen is dat de Onkunde aan de macht komt. Albert Camus heeft eens gezegd: ‘le plus grand péché de l’humanité c’est l’ignorance’ (= de grootste zonde van de mensheid is de onwetendheid). Onwetendheid zorgt er vanzelf voor dat een land slecht wordt bestuurd.

Wie denkt dat Nederland aan slecht bestuur op Curaçao iets zou kunnen doen moet worden teleurgesteld. En je kan dat Nederland ook niet kwalijk nemen, omdat Nederland eenvoudig niet over de staatkundige middelen beschikt om dat soort politieke ontij op Curaçao te keren. Dat zullen de Curaçaoënaars zelf moeten doen.

Daar kan je het Spaans benauwd van krijgen.

1 comment to “Spaans benauwd (3 en slot)”

  • Ook bij de oude Grieken leefde al het besef bij dat het volk ernaast kon zitten. Ze bouwden in hun democratische systeem maatregelen in om zichzelf te behoeden voor onberaden besluiten. De eerste democratie ter wereld wist al dat het volk ongelijk kon hebben, ook al behield het altijd het laatste woord. In ieder geval verdient het volk van Curaçao beter dan wat er nu komen gaat.

    Karel de Vey Mestdagh

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter