blog | werkgroep caraïbische letteren

Spaans benauwd (1)

door Fred de Haas

Tot mijn grote verbazing heeft op Curaçao de demissionaire minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport, de heer Monk, het nodig geacht om zich in het Spaans te richten tot de regeringen van de Spaanssprekende landen van Zuid- en Midden-Amerika en het Caribisch gebied. Hij verzoekt in zijn toespraak die landen om hulp en steun voor de huidige, demissionaire regering, omdat, volgens de heer Monk, een door Nederland gesteund spookparlement een stiekeme staatsgreep aan het plegen is die is gericht tegen de wettige regering (lees: de regering Schotte).

Omdat in de kranten de inhoud van zijn toespraak maar mondjesmaat wordt vermeld zou ik de mensen op Curaçao hier toch wat meer over willen vertellen.

De heer Monk beweert in zijn toespraak niet alleen dat Nederland steun verleent aan de zogenaamde ‘staatsgreep’, wat pure waanzin is, maar stelt ook nog dat de ‘coup’ wordt gepleegd door ‘extreem rechts’. Nu kan je zeggen van bepaalde politieke partijen wat je wil, maar niet dat er ook maar één Curaçaose partij extreem rechts is.

De heer Monk heeft natuurlijk recht op zijn opvattingen, ook als het leugens zijn. Het vervelende is alleen dat de regeringen in Colombia en Venezuela zijn toespraak beluisteren en misschien wel denken dat ie gelijk heeft.

De heer Monk gooit er nog een schepje bovenop door te zeggen dat de ‘staatsgreep’ wordt gesteund door het ‘Europese Imperium’. De heer Monk heeft natuurlijk recht op zijn eigen woordkeus, maar waar zit dat Europese Imperium eigenlijk? Ik heb er nog nooit van gehoord. Ik hoor alleen maar dat de woordkeus van de heer Monk verdacht veel doet denken aan die van Chávez.

‘Extreem rechts’ is, nog steeds volgens minister Monk, uit op de opbrengsten van de aardgasbronnen die aangetroffen zijn onder de Curaçaose kusten. Dat doet me denken aan een toespraak die Jonckheer indertijd hield over olievelden die waren ontdekt bij Curaçao. Dat bleek smeerolie te zijn geweest om de mensen op zijn partij te laten stemmen.

Minister Monk vaart uit tegen de neo-liberale voorgaande regeringen die de Curaçaose bevolking gevangen hielden in armoe, waaruit de huidige regering haar bezig is te bevrijden. En of de Zuid-Amerikaanse regeringen wel begrepen dat de huidige Curaçaose regering, die op dit ogenblik grondwettelijk werd verkracht, streefde naar verlossende onafhankelijkheid en ook het initiatief had genomen tot de invoering van gratis onderwijs!

Nogmaals, de heer Monk heeft recht op zijn mening en ook op het verkondigen van halve waarheden. In zijn vlot gesproken Spaanse boodschap vergeet hij te vermelden dat zijn regering niets voor elkaar heeft gekregen dan chaos, te beginnen met het zogenaamde gratis onderwijs. Ook vergeet hij te vermelden dat Curaçao onder curatele staat en dat de staatskas leeg is. Zijn minister van Financiën Jamaloodin heeft geen geld meer. En het ministerie van Justitie van de heer Wilsoe kan de rekeningen voor aan Nederland uitbestede opdrachten allang niet meer betalen. De Curaçaose politie voert geen onderzoeken meer uit en de Curaçaose regering is weigerachtig om Nederland te hulp te roepen. Dat Nederland toch helpt is alleen maar op het credit van Nederland te schrijven.

De toespraak van de heer Monk is al met al ondermijnend voor het aanzien van Curaçao en was nergens voor nodig. Niemand op Curaçao zit te wachten op een toespraak in het Spaans. De mensen spreken Papiaments en Nederlands en dat is genoeg om eilandelijke politiek mee te bedrijven.

De heer Monk dacht toch niet echt dat er een haar op het hoofd van de Zuid-Amerikaanse presidenten is dat er in de verste verte aan denkt om zich te bemoeien met een vermeende staatsgreep op het eiland Curaçao? Ze zouden immers van een koude kermis thuiskomen!

De minister van Cultuur gaf er in zijn toespraak ook blijk van dat ie maling heeft aan de waarde van historie. Hij beloofde namelijk dat na 19 oktober (na de verkiezingen, dus) alle Nederlandse straatnaamborden zouden worden verwijderd. De naam Wilhelminaplein, bijvoorbeeld, zou worden weggevaagd.

Maar, voor de derde maal, de heer Monk heeft recht op zijn mening. Maar de mensen op Curaçao hebben er evenzeer recht op die mening aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.

Ik hoop, en vele anderen met mij, dat na 19 oktober Curaçao veiliger zal worden en gered uit de klauwen van de chaos.

En dat niemand het ooit zal hoeven meemaken dat de heer Monk het straatnaambord ‘Plaza Chávez’ onthult.

Vervolg klik hier

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter