blog | werkgroep caraïbische letteren

Hubert Booi in memoriam

door Wim Rutgers

Hubert Booi is niet meer. Hij overleed 20 december op 95-jarige leeftijd. Geboren op Bonaire maar al sinds jaar en dag wonende op Aruba, had hij een dubbele binding met zowel het eiland van afkomst als het eiland van aankomst.

Hubert Booiultima

Hubert ‘Lio’ Booi. Portret van Nicolaas Porter

Hubert Booi was op kunstzinnig gebied, zowel creatief als organisatorisch, een zeer veelzijdig persoon, maar ik beperk me tot zijn woordkunst, zijn liefde en kennis voor zijn moedertaal en andere talen die hij beheerste en waardeerde, en daarnaast en vooral de literatuur in woord en geschrift. De man die zijn woordkunst beoefende in een Papiamento dat niemand minder dan zijn eilandgenoot, de ex-gouverneur, jurist, arts en dichter-auteur Cola Debrot, karakteriseerde als het “vloeiende adagio-ritme dat wij reeds kennen van Juan de Castellanos uit de zestiende eeuw.”
Grote taalvaardigheid, om niet te spreken van virtuositeit, precisie van klankrijkdom en ritmische bedrevenheid gaven vorm aan inhoudelijke rijkdom. Op zowel zijn persoon als zijn dichterschap is het woord ‘bescheiden’ van toepassing, met zijn betekenis van onder meer zowel ‘eenvoudig zonder aanmatiging’ als ‘verstandig, van oordeel en inzicht’. Hubert Booi liet zich nooit voorstaan op zijn talenten maar wist die met raffinement te gebruiken.
Toen Hubert Booi de ’Premio Literario Cadushi di Cristal’ ontving schreef de jury onder meer: “Toen Hubert Booi op 29 maart 1955 zijn musical E perla di Caribe voltooid had, schreef hij onder zijn werk: mihó mi n’ por. Een dergelijk motto demonstreert tegelijkertijd de gedreven inzet van deze schrijver ten opzichte van zijn literaire werk én een relativerende bescheidenheid. Beide zijn karakteristiek voor Hubert Boois houding ten opzichte van zijn artistiek talent.”

Booi
Hubert Booi bewoog zich op diverse gebieden van de literatuur, zoals het theater waaraan hij meewerkte als acteur en als auteur met teksten voor historisch-romantiserende musicals als E perla di Caribe (1955) en Amor di Kibaima (1969), waarin het idyllische Indiaanse verleden van Aruba centraal stond, dat door de Spaanse kolonisatie zo wreed verstoord werd. Het religieuze theaterstuk Golgotha, dat het bijbelse lijdensverhaal actualiseerde en in een lokale Arubaanse setting plaatste, werd al in de jaren vijftig opgevoerd en verscheen in 1967 in de Antilliaanse Cahiers; in 1969 publiceerde hij de bescheiden verzamelbundel van proza en poëzie Muchila. In 2006 verscheen een ruime keuze uit zijn literaire werk onder de titel E flamingo di Aruba bij Editorial Charuba. De bundel van ruim tweehonderd pagina’s omvat poëzie, enkele fragmenten van toneelteksten en een aantal prozawerken. Ze geeft een mooi beeld van de veelzijdigheid van de auteur, die in mijn ogen toch vooral dichter was en in de poëzie zijn talenten ten volle wist te ontplooien.

 

Booi Busto-Hubert-'Lio'-Booi_000_600_logo_unoca_watermark02

Buste van Hubert ‘Lio’ Booi. Foto © Unoca

Gedichten als ‘E ultimo Caribe’ en zijn kerstliederen horen al jaren tot de klassieken, maar misschien wel het mooiste is dat gedicht, waarin zijn métier als dichter tot volledige rijkdom komt en dat dan ook steeds weer geciteerd wordt: ‘Si mi por …’ Het gedicht verscheen in 1969 in Muchila en opnieuw in de verzamelbundel van 2006.

Si mi por …

Si mi por a alcansa
Penetrá
Ku palabranan fecundo
Den Bo alma
Perturbá
Y sin sosiego …
Lo mi a rosa
Un caminda
Mas ainda
Den Bo curason
Pa por planta
E simia
Cu un dia
Lo por crece
Y bin trece
Fe pa bida
Cu tur hende
Aki na mundo
Tin mester
Pa biba bon
Pa nos bida
Tin rason.

Het met zulke eenvoudige woorden geschreven gedicht bestaat uit één lange samengestelde zin, die uitwaaiert van één aangesproken individu ‘Bo’ naar de algemeenheid van ‘tur hende’ om tenslotte uit te komen op een gezamenlijk ‘nos’ als levensbestemming. Let eens op de rijkdom van de klinkers, het gemak van de rijmen en de ritmiek van de korte versregels – een zo lichte techniek van schrijven die de literaire kunstgrepen onopvallend en als vanzelfsprekend maakt. Hier is een begaafd dichter aan het woord die we node zullen missen.

[uit Antilliaans Dagblad, 23 december 2014]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter