blog | werkgroep caraïbische letteren

Dichter van de verzoening is niet meer

Shrinivasi (12-12-1926 tot 26-1-2019)

door Carlo Jadnanansing

Martinus Haridat Lutchman werd op 12 december 1926 geboren op de grond Vaderszorg in het toenmalige district Beneden-Suriname. Zijn poëziedebuut maakte hij in 1952 onder het pseudoniem Fernando, maar later gebruikte hij uitsluitend de naam van Shrinivasi. Reeds uit deze naam blijkt zijn nationalistische gezindheid. De naam betekent: Surinamer. Deze is afgeleid van de hindi woorden Shrinám (Suriname) en nivãsi (bewoner).

Kort geleden bereikte mij het bericht dat Shrinivasi op 26 januari 2019 te Willemstad, Curaçao het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld. Ik heb het genoegen gehad hem persoonlijk te hebben leren kennen in de jaren tachtig. Hij woonde toen in zijn ouderlijk huis aan de Mahonylaan te Paramaribo. Vanaf dien hebben wij een persoonlijke vriendschap met elkaar opgebouwd die duurde tot 2007. In dat jaar besloot Shrini, zoals ik hem als vriend noemde, om persoonlijke redenen naar Curaçao te vertrekken. Dit was niet de eerste keer dat hij zich op dit eiland vestigde. Ik heb hem nog twee keer op Curaçao persoonlijk mogen ontmoeten en had niet de indruk dat hij zich daar erg gelukkig voelde.

Shrinivási (1926-2019)

De informatie voor dit artikel is voor een deel gehaald uit Michiel van Kempen: Geschiedenis van de Surinaamse literatuur, maar is voornamelijk gebaseerd op de persoonlijke relatie die ik met Shrini had. In zijn jongere jaren, te weten in 1951, verhuisde hij vanuit Suriname naar Curaçao waar hij tot 1963 woonde en werkte als onderwijzer. Shrini heeft ook deel uitgemaakt van de redactie van de Surinaamse tijdschriften Soela en Moetete.

Van 1963 tot 1966 woonde hij in Nederland. In 1963 verscheen zijn eerste dichtbundel genaamd Anjali (spreekt uit Aandjelie). Met dit woord wordt bedoeld de holte die ontstaat wanneer de beide handen van een persoon (bij een offergave) tegen elkaar worden gebracht. De auteur wil hiermee te kennen geven dat hij de gedichten bij wijze van offergave aanbiedt aan de lezer.

Na een jaar opnieuw op Curaçao gewerkt te hebben, keerde hij in 1967 naar zijn geboorteland terug. Hij wijdde zich toen aan het geven van lessen en presentaties, niet alleen voor scholieren, maar ook voor organisaties. Zijn bloemlezing uit de Surinaamse poëzie Wortoe d’e tan abra geniet grote bekendheid. Hiermede heeft hij vele Surinaamse dichters bekendheid verleend.

Van 1977 tot 1980 woonde hij opnieuw in Nederland. In 1980 keerde hij terug naar Suriname. Samen met Thea Doelwijt publiceerde hij de bloemlezing Rebirth in words in 1981. Shrini was ook bevriend met de Nederlandse literatuurwetenschapper Geert Koefoed, die de bloemlezing Een weinig van het Andere samenstelde (1984).

Tijdens zijn verblijf in het buitenland had hij veel reizen ondernomen onder meer door het Caribisch Gebied, Zuid-Amerika en Europa, maar ook naar India en Indonesië. Zijn ervaringen tijdens deze reizen heeft hij ook verwerkt in zijn proza en poëzie. Vermeldenswaard is dat Shrini in vele talen gepubliceerd heeft. Deze zijn Nederlands, Engels, Spaans, Papiamento, Sranan, Hindi en in Sarnámi. Het belangrijkste deel van zijn werk is echter in het Nederlands.

Shrini mocht verscheidene malen prijzen ontvangen voor zijn werk. In 1974 ontving hij de Gouverneur Currie-prijs voor zijn gehele oeuvre samen met Michael Slory. Verder werd hem de Literatuurprijs van Suriname over de jaren 1989 tot 1991 toegekend voor zijn bundel Sangam. In 2002 verleende het Jnan Adhin Fonds hem de Vedantaprijs voor zijn gehele oeuvre dat in het teken staat van de Vedantische eenheidsfilosofie. Sinds 1994 was hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Uit het voorgaande blijkt dat Shrini grote erkenning gekregen heeft voor zijn werk en dat heeft hem ook tijdens zijn leven tot tevredenheid gestemd. Maar in zijn persoonlijk leven heeft hij vele tegenslagen moeten incasseren. Ook maakte hij de indruk dat hij zich nergens op de wereld echt thuis voelde. Deze emotie van vervreemding komt ook tot uitdrukking in zijn poëzie, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Braamspunt’. Desondanks bleef hij zijn opgeruimd karakter behouden evenals zijn bijzondere gevoel voor humor.

Gedichten
Behalve poëzie heeft Shrini ook proza geschreven. Het laatste is echter niet het belangrijkste deel van zijn werk en wordt hierbij niet besproken. Shrini heeft vooral bekendheid gekregen met zijn gedicht dat begint met de regel: ‘dit land heb ik gekozen’. Het is evenals ‘wan bon’ van Dobru één van de gedichten die binnen de Surinaamse poëzie algemene bekendheid hebben verkregen en als klassieker kunnen worden beschouwd. Het werd jarenlang elke avond op de Surinaamse televisie gepresenteerd. Het nationalistische karakter van zijn werk komt ook in vele andere gedichten naar voren. De eenwording van de Surinaamse etnische groeperingen was één van de belangrijke thema’s van zijn werk. Hugo Pos noemde Shrinivasi de dichter van de verzoening. Een andere naam die hem gegeven werd was die van dichter van de ontmoeting. Persoonlijk vind ik dat dichter van de verzoening het werk van Shrini beter typeert.

De vader van Shrini was catechist bij de RK-gemeente in Suriname. Hierdoor kreeg Shrini een strenge katholieke opvoeding. Maar desondanks heeft hij altijd een universele visie op de godsdienst gehad. Het leek er zelf op alsof het hindoeïsme hem even nabij was als het christendom. Dit komt onder andere tot uiting in de eerste strofe van het gedicht ‘Kathedraal’ uit de bundel Anjali:

ik wist dat deze handen
als eertijds
samengevouwen
tegen mijn voorhoofd
U zouden groeten
in een plechtige buiging
Wees gegroet.

 

Michiel van Kempen merkt op dat de hindoeïstische namaste-groet ineenvloeit met de christelijke groet uit het katholieke Ave Maria. Ook reïncarnatie die de basis vormt van het hindoeïsme is één van de thema’s uit zijn werk.

Zijn nationalistische eenheidsgedachte wordt uitgedrukt in het navolgende gedicht:

ik zou jullie willen binden
tot één volk
zonder dat dit een sprookje blijft
want in woord zijn wij Surinamer
maar in daad nog steeds neger
hindustani, javaan of chinees.

Het universalisme van Shrinivasi komt ook sterk tot uiting in het gedicht ‘Aum, Het Woord’, waarvan de eerste strofe als volgt luidt:

Verdedig het woord
wanneer het onrecht
als een bliksemslag
uw mond in vlam zet
de verdachtmakingen
zich nestelen als kanker
in uw gebeente.

Ik eindig met één van de mooiste gedichten van Shrinivasi. Vermeldenswaard is dat dit gedicht zoveel indruk gemaakt heeft op de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van Nederland, Hans van Mierlo, dat hij het heeft voorgedragen bij de opening van het nieuwe ambassadegebouw te Paramaribo (1996):

Toen realiseerde hij zich
dat de rivier
toch maar één oever had
waarop hij stond
en naar de verte keek
waarin een beeld
uit vroegere dagen
langzaam maar zeker
was opgelost
zodat er toekomst
noch verleden was
verlangen niet
en eindelijk geen verdriet.

Met dit gedicht zeg ik Shrini ook vaarwel op het aardse vlak.
Waarde vriend, moge jouw Atman de opperste vrede ten deel vallen.

Paramaribo, 27 januari 2019

[uit Starnieuws, 28 januari 2019]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter