Gracia Blanker, auteur van het Prisma Sranantongo Woordenboek, is op 18 september 2024 overleden aan... Lees verder →
Internationale Dag van de Moedertaal
Celebracion Dia Internacional di Lenga Materno cu presentacion di obra di Sonia Ruiz
Den cuadro di celebracion di Dia Internacional di Lenga Materno, Biblioteca Nacional Aruba hunto cu Instituto Pedagogico Arubano lo organisa un anochi dedica na Papiamento.
lees verder…Congres 45 Jaar Studie Nederlands in Indonesië
Ingekomen reacties
door Christine F. Samsom
Dat er op een uitgesproken mening in de Ware Tijd Literair reacties komen is niet ongewoon. Daar zijn we altijd blij mee. Het betekent dat de literaire pagina goed wordt gelezen. Discussies kunnen tot meer diepgang leiden. Dat er op de ‘Srefidensi/Zelfdenken’-special van zaterdag 25 januari 2014 drie reacties kwamen was toch een verrassing.
lees verder…Waarom taalverloedering niet bestaat!
Presentatie door Jan Stroop
Jan Stroop is gastonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van de boeken Hun hebben de taal verkwanseld en Poldernederlands. Waardoor het ABN verdwijnt. Hij heeft de evolutie van het recente Nederlands onderzocht en daarvan doet hij verslag en geeft aan hoe de taal zich verder zal ontwikkelen.
lees verder…Rituele taal uit Suriname is 200 jaar geleden bedacht
door Berthold van Maris
C1000 let op je doekoe via hun Surinaamse rijstverpakking
door Quinsy Gario
Journalist Patrick Dorder ging naar de C1000 om boodschappen te halen en kwam dit pak Surinaamse rijs tegen. Waarom het alleen op dit pak rijs staat en niet op de anderen is de vraag. Al jaren is het voor Nederlandse marketeers een raadsel hoe ze verschillende niet-witte groepen bereiken. Een leuk woordje hier of daar lijkt echter weer een halfslachtige en neerbuigende poging tot contact in plaats van een daadwerkelijke uiting van begrip voor de behoeftes van de groep. In plaats van op de doekoe van haar klanten te letten kan ze beter wat Sopropo verkopen.
[van Roet in het eten]
Trefossa en taal
door Els Moor
‘Levenslust is ’t heenstappen over kleine dingen. Trefossa en taal’ Deze titel van de zesde Trefossa-lezing door Lila Gobardhan-Rambocus is intrigerend. Het leven van een mens is verweven met taal en dat geldt op bijzondere wijze voor schrijvers en vooral dichters. Voor hen is de taal behalve een middel tot communicatie, vooral een middel tot verdieping van onze blik op het leven. Een aspect dat duidelijk tot uiting komt in de poëzie van Trefossa.
lees verder…Indiase briefschrijvers op straat zwaaien af
Bij de onafhankelijkheid in 1947 erfde India een door de Britten gecreëerd bureaucratisch systeem dat decennialang een sterk vertragende werking heeft gehad op de ontwikkeling van de Indiase samenleving. In deze zogenaamde ‘red-tapism’ situatie konden bureaucraten in India, ook wel ‘babu’s’ genoemd hun macht vrijelijk etaleren. In het onafhankelijke India zijn zij vaak ervan beschuldigd de Indiase economie achter te hebben gehouden doordat zij langer dan 40 jaar de ondernemende geest van de Indiase man en vrouw hebben ondermijnd.
In deze omstandigheid van een zeer logge, inefficiënte en ook obstructieve bureaucratie moet men de centrale rol zien die de briefschrijvers op straat hebben gespeeld in het contact tussen burgers en overheid in dit immens groot land.
Trottoir kapitalisten
Iedere Indiër die kon lezen en schrijven kon zich op iedere hoek van de straat of voor de deur bij ieder postkantoor in welke Indiase stad dan ook als ondernemer neerzetten en zijn schrijfdiensten aanbieden aan het publiek. Zijn schrijfkunst, pen en papier was alles wat hij nodig had om enkele rupees te verdienen voor zijn eten en drinken op die dag en misschien ook nog wat spaarcentjes opzij zetten.
Op dit niveau van straatkapitalisme ontstond al gauw een hiërarchie van de beter geoutilleerden, omdat sommige schrijvers erin slaagden in het bezit te komen van draagbare typemachines. Onverlet blijft ook dat individuele talenten maakten, dat enkele schrijvers boven het gemiddelde uitstegen. Met andere woorden, de ene briefschrijver kon misschien mooiere brieven schrijven dan de andere.
Want men moet zich niet vergissen, hoe ongeletterd een persoon ook mag zijn, hij of zij weet zeer goed het onderscheid te maken tussen een gepassioneerde, hartstochtelijke of een saaie nietszeggende brief. De betere briefschrijver zou het dus altijd winnen van de middelmatige.
Het is ook niet verwonderlijk dat zelfs academisch geschoolden zich soms wenden tot briefschrijvers die met naam en faam alom bekend stonden.
Soms was een briefschrijver gespecialiseerd in het schrijven van hartverscheurende liefdesbrieven; een enkele in het schijven van kritische en soms ook sarcastische brieven aan bijvoorbeeld dagbladen en hun redacties. Anderen hadden het schrijven van zakelijke brieven tot hun specialiteit gemaakt, omdat hiermee het meeste verdiend werd, dit in het licht van het eerder genoemde ‘red-tapism’ van de Indiase bureaucratie. Vaak moest dezelfde brief ettelijke malen worden herhaald!
De wind kent alle geheimen, maar verklapt ze nooit
Maar de belangrijkste eigenschap van alle briefschrijvers was hun vermogen tot geheimhouding. Respect voor de privacy van hun cliënten was een belangrijke sleutel tot succes. Voor prostituees bijvoorbeeld die geld stuurden naar hun familie in de veraf gelegen dorpen, was het van cruciaal belang dat hun beroep niet bekend mocht worden.
Het devies was te allen tijde Jo raaz hain, unhen raaz hi rehne do (wat geheim is, laat het een geheim blijven).
Als de cliënt de briefschrijver niet vertrouwde, konden er geen zaken worden gedaan. De briefschrijver moest dus zijn als de wind en daar ook bekend om staan!
Einde van een tijdperk
Maar zoals bij vele andere industrieën het geval is geweest hebben een verhoogde alfabetiseringsgraad en de opkomst van de moderne technologie, heel in het bijzonder de mobiele telefoon revolutie, ertoe geleid dat aan de bloeitijd van de straat briefschrijvers langzaamaan een einde komt.
Ooit waren de briefschrijvers van de straat de belangrijkste vorm van ‘long distance’ communicatie in het land; schattingen geven aan dat gedurende de traumatische scheiding van het subcontinent in 1947 ruim 20 miljoen berichten vanuit India werden verzonden. Maar hun rol als de primaire verbindingsbuis tussen stad en platteland loopt in het zich moderniserende India, ten einde.
Parliamentstreet, ook bekend als Sansad Marg, is één van de belangrijkste straten van Nieuw Delhi. In deze straat met postkantoren, politiestations en banken was er altijd een grote groep van briefschrijvers, maar hun aantal is sterk verminderd, op sommige plaatsen van ruim 20 naar circa 7.
Verdiende een briefschrijver op een goede dag gemiddeld nog tussen de 3-6 US dollars per dag, tegenwoordig krijgt hij minder dan 2 US dollars.
Het schrijven van brieven was ook een familiejob geworden, vaak hebben zonen de job van hun vaders overgenomen, dit in een aanééngesloten periode van bijna 60 jaar. Maar zoals één van de briefschrijvers het recentelijk heeft verwoord ‘now that business is not coming, why should I invite my son to do this?’
4 redenen waarom de taal niet door de sociale media wordt aangetast
door Marc van Oostendorp
Je kunt natuurlijk eindeloos over dit soort zaken twisten, liefst dan natuurlijk via Twitter, en dat geeft ongetwijfeld veel vreugde aan alle betrokkenen. Maar je kunt de zaken ook eens nuchter bekijken. Van de invloed op de maatschappij of de individuele mens heb ik geen verstand, maar wat de taal betreft lijkt er mij weinig reden voor overdreven optimistische verwachtingen; maar ook niet voor pessimistische.
Hier zijn vier redenen voor een wat nuchterder kijk op de sociale media dan de gangbare.
Akkoord, Van Kooten en De Bie hebben onze woordenschat verrijkt met regelneef en Jiskefet met lullo, maar dat kun je toch geen serieuze invloed noemen? Een paar woorden die sommige mensen af en toe gebruiken? Of gebruikt u die woorden wél regelmatig? (De journalist Ewoud Sanders maakte vijftien jaar geleden een heel boekje met woorden die het eerstgenoemde duo aan de taal hadden toegevoegd. Maar wie dat nu doorbladert, ziet hoeveel van die vondsten inmiddels alweer lijken te zijn weggezakt.)Wat echt van belang is bij taalverandering is de vorm die we al het langst gebruiken: het onderlinge contact tussen mensen die zich fysiek in dezelfde ruimte bevinden. Dat gaat niet snel – maar er zijn ook geen aanwijzingen dat de taal nu sneller verandert dan in het verleden, als zoiets al te meten zou zijn.
Hoe passen de media zich aan de menselijke taal aan? Om dat vast te stellen zou je moeten begrijpen waar die taal eigenlijk, van oudsher, voor dient. Waarvoor gebruikten de jagers en verzamelaars op de prehistorische steppe eigenlijk taal? Niet om fraaie volzinnen te construeren, of uitgebreide betogen waarin de ene alinea een logisch verband houdt met de vorige een de volgende; maar waarschijnlijk veel eerder om elkaar in korte zinnetjes verslag te doen van onze alledaagse werkzaamheden.Precies die functie is altijd de belangrijkste gebleven, in ieder geval kwantitatief: luistert u maar eens om u heen hoe de mensen de taal vooral gebruiken. Wat dat betreft is de tweet dus veel beter geschikt voor de taal in haar natuurlijke staat dan de handgeschreven brief of het weloverwogen pleidooi.
Hoewel er natuurlijk wel wat anekdotes zijn over mensen die ff schrijven in een officieel briefje, komen dat soort missers in de praktijk ook weinig voor. En waar ze wel plaatsvinden, wijzen ze niet per se op invloed van de sociale media op ‘de taal’. De taal is oud en rijk en veelvormig. Ze is nog altijd het allerkrachtigste communicatiemiddel dat we hebben, dat op geen enkele manier geëvenaard kan worden door wat dan ook. En dat zeker niet kan worden veranderd door zoiets onbenulligs als een touchscreen.
Psssssstttttttt… – Pick Up Lines in Papiamentu
Psssstttttttt… like a snake. Psssssttttt…. like you have to pee really badly. And then once he has her attention, he follows it up with: “… hey Duuuushi!”
Vroegste Sranan Tongo boekje. Pieter van Dyk (1765)
Nieuwe en nooit bevoorens geziene Onderwyzinge in het Bastert, of Neeger Engels, zoo als het zelve in de Hollandsze Colonien gebruikt word… Door Pieter van Dyk. Amsterdam: Gedrukt bij de Erven de Weduwe Jacobus van Egmont, ca. 1765.
door Carl Haarnack
In deze rubriek hebben we tot op heden nog weinig ruimte geboden aan een belangrijke categorie boeken uit de Surinaamse bibliotheek; boeken over de taal. Het zal duidelijk zijn dat de officiële taal in de kolonie Suriname ook in de 18e eeuw Nederlands was. Nederlanders, Duitsers, Sefarische Joden, konden op de één of andere wijze wel uit voeten met het Nederlands, Duits of Frans. Maar de overgrote meerderheid van de bevolking, zo’n 50.000 in getal, bestond uit slaven die uit uiteenlopende (taal-)gebieden in Afrika in Suriname waren samengebracht.