blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong-Ayong – Coronie-Paramaribo Express

De bus komt aanrijden en pikt ons op. Half vijf. Wij zijn niet eens de eerste passagiers. Het is nog donker. De ochtend is fris en doet gezond aan na een warme nacht.
Bryan, de jonge chauffeur rijdt alle adressen af, soms moeizaam kerend in kleine onverlichte zandstraatjes om zijn dertig passagiers van huis af te halen. Hier en daar moet een jochie nog zijn schoenen veteren, een oudje nog haar vele plastic tassen ordenen. De dikke man op de volgende hoek zet geen stap dichterbij tot de bus ook vlak voor hem stopt. Het is een Chinese bus, zien we aan de opschriften op deuren en ruiten en bij elke stop klinkt er een onverstaanbare instructie door de luidspreker, als de deur opengaat. Een vinnig Chinees stemmetje, dat ons vast maant snel in en uit te stappen!

Je moet met openbaar vervoer reizen om de mensen te leren kennen. De mollige moeders met hun beweeglijke kinderschaar: “Dana, ik heb gezegd Ga Daar Zitten!” De opgetutte, mooi gekapte jonge meisjes in bijna feestjurkjes met blote bruine schouders. De jongemannen met kunstig gevlochten of kortgeknipte haren, een donkere zonnebril op de neus. “Goedemorgen mevrouw,” groeten ze vriendelijk. Coronianen zijn beleefde mensen.

Leon, met zijn handdoek om zijn onderbroek geslagen, zijn blote buik erover hangend, reorganiseert bij de beginhalte, de bagage en de laatste passagiers, “Anders passen we niet allemaal! Waar is die invalide man!”
“Is een vrouw!” klinkt het in koor en ik steek schools mijn hand op. Hij knikt goedkeurend, geeft instructies.
En Jantje, een Javaanse jongeman, hijst bij elke nieuwe passagier behulpzaam mijn rolstoel in en uit de bus, vanaf de plek bij de deur.
Ma E en Pa E stappen in vanaf de Cocoslaan, waar ook de moskee van de Javanen is. “Brian stop jij bij die AZ!”

Om half zeven rijden we weer eens voorbij ons hotel. We hebben heel Totness gezien.
De zon komt blozend achter rose/lila wolkjes op, glijdt goudkleurig over grassen, struikjes, pluimen en mangobladeren, om tenslotte de hoge, ranke kokospalmen, de trots van Coronie, in the spotlight te zetten. Het uitzicht is wijds. Door de open raampjes komt de zeelicht ons tegemoet. Het is hier niet zo ondoordringbaar groen, maar licht en overzichtelijk. Het lijkt daardoor veel groter.

Ik geniet van het district, waar ooit mijn grootouders opgroeiden, elkaar leerden kennen. We hebben warm geluncht bij tante Marlene Wijntuin, die vis, varken, kip of alleen rijst met groente serveerde in haar diepe achtertuin aan de lange smalle tafel, met uitzicht op de kwetterende volière en de groepjes hoge kokospalmen. Vorig jaar zaten we hier bij smeulende kokosbasten tegen de muskieten, maar nu is het droge tijd en zijn ze er alleen in de schemering.

Lucendo Boldewijn rijdt ons rond in zijn taxi. Naar de nieuwe zeedijk, naar de Javaanse wijk, naar de door Bouterse ooit begonnen maar niet afgebouwde huisjes bij het stadion, naar de kermis, waar hij de beste eetstand heeft en leguanenvlees en eieren in geurige saus verkoopt. “Heb jij het wel eens gegeten?” vraagt hij en ik beken enigszins schuldig: “Vroeger, als kind…”
“Lekker, no? Ik neem om 20.00 uur een pauze, dan breng ik een bakje voor je.”
Ik knik maar, dat zal zo’n vaart niet lopen.

Maar om precies acht uur ziet Wim zijn rode taxi bij de poort stoppen en krijgt hij een metalen etensbakje, nog gloeiend warm in zijn handen gedrukt. “Eet lekker!” In het bakje liggen stukken gebraden vlees in een dikke saus, omringd door tien eitjes. Het ruikt zo lekker dat ik meteen trek heb en Wim zit ook al te watertanden. We proberen de eitjes in hun taaie schil, die je uit moet zuigen. Hmmmm! Onze milieubewuste vrienden zullen nu griezelen en afkeurend kijken. Maar ik herinner mij de schildpadeieren die ik als kind op Lelydorp voor 5 cent bij de Chinees ging kopen bij het station. Samen met mijn nichtje Ninon. We waren er gek op. En later in Nicaragua at ik ze weer. We smullen samen zeven eieren en diverse boutjes vlees op. Moet ik nu boete doen? Of heb ik mijn straf al te pakken? Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen……

Lucendo rijdt ons naar het openluchtmuseum van Opa Tjon A Fa. Al aan de weg zijn de borden zichtbaar met opschriften als: Coronie’s Openluchtmuseum, God is Liefde, Black fights black, Aanwezig, Heropening, etcetera.
Er is een brede plank over de trens, maar niet breed genoeg voor de rolstoel, dus blijf ik in de auto zitten. Opa Tjon komt me begroeten, schudt met beide handen mijn goede rechterhand en kapt meteen een kokosnoot open. Ik drink van het heerlijk koele, zoete water. Ondertussen vertelt hij dat het museum gesloten was maar nu weer open is. Hij wijst op het bord. Ik vertel hem dat ik Jonathan ken en hij gaat onmiddellijk iets voor zijn kleinzoon halen in het huisje, waar twee honden grommend de wacht houden.

Hij komt terug met twee stukken leisteen, waarop het geraamte van een vis is vastgelijmd.
“Kijk,” zegt hij plechtig. “Deze vis is door Jezus gevangen, toen er geen eten was en daarom heet hij de kruisvis. Aties probes.”
Het geraamte vormt inderdaad een gekruisigde figuur met uitgespreide armen.
“Eén is voor jou en één is voor die kleine jongen,” zegt hij plechtig. Ik beloof het cadeautje mee te nemen naar Nederland.

We hobbelen langs de weg in de rijzende zon en de ontwakende omgeving. Een enkele hond, een incidentele haan, soms een groepje prehistorische koeien, wat veelkleurige geiten, een clubje toké’s.

Het is stil in de bus, Iedereen dommelt of leest de Times of Suriname. Bryan heeft de radio zachter gezet, na het nieuws. Bij Kwatta begint het circus opnieuw. Overal worden passagiers afgezet, in zijstraatjes, om de hoek, achteruit terugrijdend.
“Bryan, die straat!”
Trouw doet hij zijn ding.
Tenslotte zijn wij in de Waaldijkstraat en helpt hij ons uit de bus.
“Heb je een taxi?” vraagt hij bezorgd. Ik stel hem gerust. John haalt ons op.

De andere bussen staan er al voor de rit terug: PaCo. Zij die Geloven Haasten Niet staat er met sierlijke letters rond het hoofd van de eigenaar geschilderd op de bus die wij heen namen.
Maar of hij dat ook naleefde?

cat 28/9 2010

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter