blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong-Ayong – Aan de rivier

Soms is het bos stil. Stiller dan anders, alsof de dieren unaniem hebben besloten naar een andere plek te vertrekken en er om de hutten waar wij wonen een kring van zwijgzaamheid is getrokken.
‘s Morgens hangt er een zilveren sluier over de rivier. Grijs met kleine fonkelende stipjes als diamantjes in de opkomende zon. Het is bijna koud, hoewel het de warmste en droogste maand van het jaar is. Maar het temperatuurverschil tussen dag en nacht is nu het grootst. Wij liggen rillend in de hangmat en wachten tot de zon ons komt verwarmen.

En daar is zij. Snel neemt zij haar positie in, achter de bomen en gluurt er boven uit, met roze blos. Meteen is het een drukte van belang aan de oever van de rivier, waar de vrouwen rammelend hun vaatwerk komen schuren met fijn zand en blokken zeep.
Zij wisselen druk de nieuwtjes uit, lachen en roepen naar elkaar. Een enkel bootje glijdt voorbij, gepeddeld door een vrouw uit een naburig dorpje.

Ik heb een doek omgeslagen en begeef mij op het kleine terrasje aan mijn hut. De zon is nu helemaal op en het wordt warmer. De nevel verdwijnt snel. Kakaw heeft een keteltje water opgezet op het houtvuurtje in de kookhut tegenover ons. Wij maken nescafé. Met de verse broodjes, die zij heeft gebakken, is het een heerlijk ontbijtje.

Daarna was ik mij met het warme water in de emmer. Met kalebassen giet ik het over mij heen. Het liefst zou ik mij in de rivier wassen, maar de oever is vrij hoog en er liggen grote rotsblokken in het water. Niet handig met een rolstoel.

“Wat zal ik koken?” vraagt Kakaw. Wij hebben een tas vol groenten uit de stad meegenomen. Bossen kousenband, tomaten en uien, aubergines. Stukken zoutvlees, blikjes Cornedbeef.
“Zijn er ook bananen?” vraag ik. “En vis?”
“Djogu,” zegt zij. Dat zijn kleine visjes, die droog gebakken worden en met zout bestrooid. Ik vind ze heerlijk. Kakaw neemt de zak rijst mee en gaat koken.

Wij blijven op het terras genieten van de zon en de rivier. De stilte is voorbij. Het is druk geworden met al die kwebbelende vrouwen. De kinderen zijn gewassen en gaan naar school. En zelfs de rivier golft en kabbelt, alsof zij mee wil doen met al dit leven. Masiakriki is ontwaakt.

cat
9 mei 2010

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter