blog | werkgroep caraïbische letteren

Een gelukkig mens

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Zij dacht dat haar ouders altijd zouden voortleven. En in feite deden zij dat ook. Na hun dood bleven zij voor altijd aanwezig in haar gedachten, in de dingen die zij in haar huis had. Zij glimlachten vanaf de portretten aan de wand. Zij hoorde hun stemmen en hun zachte lachen als zij iets aparts deed. “A pikin disi….”

Zij was nooit een dertien in een dozijn-kind geweest. Zij had zich altijd anders gedragen en liep uit het gareel. Maar op school haalde zij goede cijfers en zij las veel en graag. Soms kwam zij thuis met een stapel boeken die de leraar Nederlands haar leende. Zij kreeg op het eindexamen een prijs van de Alliance Française voor haar opstel. Alleen rekenvakken en wiskunde kreeg zij maar niet onder de knie.

Zij reisde naar ontwikkelingslanden waar revoluties heersten en begaf zich onder de armsten der armsten. Jaren later kreeg zij nog liefdevolle brieven van deze mensen en zij stuurde haar kinderen er heen om kennis te maken. Zij had begrepen dat de wereld deze mensen toebehoort. Daarom glimlachte zij altijd naar zwervers en daklozen, die terug lachten.

Zelfs in haar rolstoel reisde zij nog naar onbegaanbare plaatsen, waar de mensen haar optilden en vanuit hun boten de soms metershoge wal opdroegen. Zij logeerde in hun primitieve behuizingen en genoot van de natuur. Zij was gelukkig.

Uit: 50 jaar eenzaamheid

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter