blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong-Ayong – Godsakkers

-Begraafplaatsen hebben op mij een magische aantrekkingskracht. Ik zoek ze op waar ik ook ben, in binnen- of buitenland, om de serene sfeer, de rust die zij uitstralen. En de geschiedenissen die zij vertellen.

Al is het maar een zinnetje: “zij was mijn liefste”
Voor opa, “die de zon kon laten schijnen en ondergaan”
Of alleen maar de leeftijd, “net twee jaar”
Of “in de bloei van zijn leven weggerukt, 21 jaar”
Of een echtpaar, dat samen de dood vond. Wat een tragisch, romantisch lot.

Ik slenter langs de grintpaden die de goed onderhouden grafstenen, opgefleurd met bloeiende plantjes, verbinden. Boven mijn hoofd wuivende treurwilgen of statige frisgroene kastanjebomen. Je kunt bijna de geest van de overledenen horen fluisteren. Zouden zij elkaar kennen, vraag ik mij af. Een ontmoetingsplaats voor verwante zielen.

Het mooist vond ik het oude rustieke begraafplaatsje in de Ardennen, waar wij vlakbij kampeerden. De rechtopstaande stenen met oude kruizen waaronder de namen in prachtig gebeitelde letters. Ik maakte foto’s die ik op de omslag van mijn poëziebundel wilde plaatsen.

Onderweg op reis stoppen wij vaak langs de weg om even de vredige rustplaatsjes te betreden. Alsof je Gods adem over je heen voelt als een zachte mantel.

Mijn eigen Hernhutter godsakker, zo prachtig genaamd, in Zeist met de liggende stenen, bracht mij in vervoering. Ik ontdekte het graf van mijn favoriete leraar Charles Gullith, die mij zoveel discipline bijbracht, maar ook zoveel aandacht voor de boeken van de bijbel, de gezangen uit het liedboek, die ik nog steeds hoor.

En die kleine verscholen begraafplaatsjes tegen de berghellingen van de Andes.Met hun simpele kruisen. De opeengestapelde graven in La Paz, met achter de glazen ruitjes een oude foto, een verdord boeket ontroeren mij even zeer.

Ik ontdekte op de begraafplaats van Jodensavannah, aan de Surinamerivier, de grafstenen van mijn voorouders Henriquez de Granada. De laatste telg, mijn grootvader Samuel, stierf in het concentratiekamp Theresienstadt in 1944. Van hem rest ons geen graf om te bezoeken, mijn handen te laten rusten op de grijze steen, warm in de middagzon.

Cat 28/7 2010

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter