blog | werkgroep caraïbische letteren
1
 

De Surinaamse taalproblematiek (10)

door mr dr W.R.W. Donner

Curatele

Suriname stelde zich, door toetreding tot de Nederlandse taalunie onder curatele van Nederland. Wij gaven daardoor de Nederlanders het recht om ons voor te schrijven hoe wij het Nederlands moeten hanteren. Als een Amerikaan schrijft thru in plaats van through en your honor in plaats van your honour dan zegt de Engelsman be my guest. Als een Surinamer zegt pennestreek en het precies zo schrijft als hij het uitspreekt, krijgt hij een gele kaart van de Hollandse scheidsrechter. (Wellicht vormt dit de reden waarom Surinamers als de dood zijn om te schrijven. Ze zijn bang voor de gele kaarten). Als over een paar jaar de Nederlanders weer met een nieuwe spelling komen en de Surinamer inmiddels gewend is geraakt aan pennenstreek in plaats van pennestreek krijgt hij weer een gele kaart. En zo zullen wij gele kaarten blijven krijgen.
De consequentie is dat wij genoodzaakt zijn steeds een Nederlands woordenboek bij de hand te hebben (of een Hollandse corrector in de buurt). Elk woord, hoe onbelangrijk ook, moet steeds opgezocht en onderzocht worden. Vandaag is het cadeau, morgen is het kado, overmorgen is het weer kado of misschien cado en ga zo maar voort. En wat te denken van de vrouwelijke en mannelijke woorden? Kietelaar, zo’n typisch vrouwelijk ding is mannelijk. (Men leze hiervoor mijn essay getiteld ‘Het Boekenweekgeschenk’,verschenen op de website van de Schrijversgroep 77). Wij hebben geen mogelijkheid om aan te voelen of iets onzijdig, mannelijk of vrouwelijk is. Eigenlijk zouden wij steeds met een woordenboek op zak moeten rondlopen anders worden wij bedolven onder de gele kaarten. Als dit niet verlammend werkt, weet ik het ook niet meer. In het Engels is bijna alles onzijdig. In het Spaans kan men aan de uitgang van een woord zien of het woord mannelijk of vrouwelijk is.

Therapie

Ik heb in het vorenstaande voldoende aangetoond dat naar mijn oordeel, het Nederlands geen zegen is voor Suriname. Nu verwacht men natuurlijk van mij een therapie. Kritiek leveren is immers gemakkelijk. De taalkwestie zit me al meer dan vijftig jaar dwars.
Aanvankelijk zag ik het Neger-Engels als oplossing voor de Surinaamse taalsituatie. Deze taal wordt in Suriname door een ieder verstaan net zoals het Papiamentu op Curaçao. Het is dan ook niet te verwonderen dat ik in mijn studententijd behoorde tot de vaandeldragers van Wie Eegie Sanie. Ook na mijn studententijd toen ik op Curaçao aankwam bevond ik mij in de voorste gelederen van de organisatie. Het kwam echter in 1963 tot een breuk met mr. Eddy Buma toen ik voorstelde het Neger-Engels gevarieerder te maken en meer aanvaardbaar voor de overige etnische groepen door de incorporatie en integratie van Hindoestaanse en Javaanse termen en daartoe voorstelde een commissie in het leven te roepen samengesteld uit creolen, Hindoestanen en Javanen met tot taak zich hiermee te belasten en de leider van Wie Eegie Sanie zich met hand en tand hiertegen verzette. Toen was het voor mij exit Wie Eegie Sanie. (Men zou dit de Indonesische optie kunnen noemen. De Bahasa Indonesia werd ook gevormd door elementen uit de diverse in dat land gesproken talen te integreren binnen die taal).

De Zuid-Afrikaanse optie

Ik vermeldde hierboven dat de Boeren in Zuid-Afrika (nakomelingen van Hollanders) in 1925 de naam van hun taal eenvoudigweg veranderden van Nederlands in Afrikaans om een stop te brengen aan de stroom van gele kaarten die ze steeds van de Hollanders kregen. Als iemand ze daarna zei: “je spreekt slecht Nederlands,” antwoordden zij gewoon. “Ik spreek helemaal geen Nederlands. Ik spreek Afrikaans.”
De variant van het Nederlands die wij in Suriname spreken, zou dan Surinaams genoemd kunnen worden en net als in Zuid-Afrika zijn eigen weg kunnen opgaan. De vraag is natuurlijk of wij het in de huidige wereldconstellatie ver met deze taal zouden schoppen. Ook in Zuid-Afrika wordt het Nederlands als ze het nu Nederlands of Afrikaans noemen langzaam maar zeker weggedrukt. Trouwens, ook in Nederland gaan er steeds meer stemmen op om over te schakelen op het Engels. Op veel universiteiten worden de colleges nu zelfs al verzorgd in het Engels.

[vervolg klik hier]

1 comment to “De Surinaamse taalproblematiek (10)”

  • Een paar kanttekeningen:
    1. Het toetreden tot de Nederlandse Taal Unie (NTU) is inderdaad onbegrijpelijk, maar uiteindelijk geaccordeerd door een DNA die nauwelijks wist waarover het ging.
    2. Wij kennen het “Surinaams”, nu nog Surinaams-Nederlands genoemd, dat met het “Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands” (2008) van Renata de Bies, docent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, een begin van respectabiliteit heeft verkregen.
    3. Overigens heeft de NTU het boek van De Bies mede gefinancierd, daartoe moest op het laatste moment zelfs nog een ‘Franse titel’ worden toegevoegd.
    4. De Bies is ook één van de motoren geweest achter Suriname’s geassocieerd lidmaatschap (waarom niet volwaardig?) van de NTU.
    5. Het is te betreuren dat het Sranan gedoemd is te verdwijnen, want het wordt niet onderwezen. Als het niet snel als verplicht vak op de bassischool wordt ingevoerd, kunnen we het helemaal vergeten.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter