Probeersels in het archief – Leren van geschiedenis 129
door Hilde Neus
We kennen allemaal de uitdrukking: wat een doktershandschrift, en we vragen ons vaak af waar de apothekersassistenten de vaardigheden vandaan halen om die krabbels te kunnen ontcijferen en lezen. Daarom controleren we altijd nauwkeurig of we de juiste medicijnen hebben ontvangen, en wel diegene die op het recept zijn aangegeven door de dokter. Hoe kriebelig dan ook.
Zo levert ook het lezen van oude handschriften in het archief soms grote problemen op. In de eerste plaats al omdat het manuscript uit de zeventiende eeuw stamt. Dat type letters verschilt hemelsbreed van het achttiende-eeuwse schrift en vereist speciale studie. Of het Gotisch Duits, dat ook een enorme uitdaging is vanwege de ringel-ss, of andere bijzondere letters. Deze kunnen behoorlijk verschillen van het ons bekende alfabet. Niet alleen die in handschriften, maar zelfs in druk.
Handgeschreven stukken
Als we het archief openslaan, kunnen we als lezers geconfronteerd worden met een aantal van de volgende problemen. In Suriname staat nu een prachtig archiefgebouw aan de Lachmonstraat, maar vroeger waren de gouvernementsstukken van eeuwen geleden opgeslagen aan de Doekhieweg, in het oude archief. Dat liep soms zelfs onder water, wordt verteld, en af en toe kwamen er koeien een kijkje nemen door de geopende deuren. En lieten wel eens een vlaai achter. Of dat waar is, weet ik niet.
Maar de slechte bewaaromstandigheden hebben wel geleid tot schade aan de archiefboeken, die soms zo erg was dat ze moesten worden vernietigd. Gelukkig is dat nu niet meer zo. Dus al het oude materiaal is weggestuurd. En alle archieven zijn in Nederland gerestaureerd, gedigitaliseerd en toegankelijk gemaakt, voordat ze zijn teruggegeven aan Suriname. Hier worden ze nu bewaard in het Nationaal Archief Suriname.
Slecht leesbaar
Maar er zijn andere hobbels te nemen. Sommige archieven zijn slecht leesbaar door beschadigingen, door waterschade of anderszins. Zoals inktvraat. Vroeger maakte men inkt van allerlei verschillende soorten materialen die in de natuur werden vonden. Hierbij kun je denken aan houtskool, het sap van vruchten, het bloed van bepaalde schaaldieren, de zwarte afscheiding van inktvissen, zeekatten en andere koppotigen (cephalopoda). Maar ook van de tannine uit boomschors en noten. Bepaalde inktsoorten, die vroeger bijvoorbeeld van walnoten werden gemaakt, vreten aan het papier, en kunnen zodoende gaten veroorzaken. Bijvoorbeeld bij een handtekening met een flinke uithaal, heeft het papier dan een scheur.
Ook het papier (vroeger van lompen gemaakt) kan erg verschillen van kwaliteit. De inkt kan dan in bepaalde gevallen door het vel heendringen, en dan is bijna niet te onderscheiden wat er aan de voor- of achterkant is geschreven. Daardoor wordt zo een stuk onleesbaar. Ook kan er foxing optreden. Dat zijn roestkleurige vlekken die door vocht of andere klimatologische omstandigheden ontstaan. U begrijpt wel dat het aaneenbinden van archiefstukken met paperclips uit den boze is, want die roesten ook weg na verloop van tijd en beschadigen dan het papier.
Vreselijke handschriften
Wat ook een enorme uitdaging kan zijn bij het bestuderen van manuscripten is het handschrift zelf. Sommige zijn keurig, helder en duidelijk. Andere kun je nauwelijks lezen. Meestal is het zo dat secretarissen en plantageschrijvers speciaal op hun schoonschriftkwaliteiten werden aangetrokken voor deze baan. Mensen die konden schrijven, en dat netjes en leesbaar deden, werden speciaal gevraagd om naar de kolonie af te reizen. Maar als een willekeurige soldaat bijvoorbeeld een verzoek schreef aan het Hof, kan dat nogal eens lastig te ontcijferen zijn.
In een archief heb ik iets speciaals gevonden wat is afgebeeld op de bovenste plaat. Een jongeman heeft rond 1780 ijverig zitten oefenen op zijn handschrift, en wat het extra leuk maakt is dat hij diverse lettertype heeft uitgeprobeerd op de naam van een meisje. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat hij gevoelens voor haar had. Waarom zou je dat anders doen?
Of het wat geworden is tussen de ijverige plantagedirecteur en het onbekende meisje, weten we niet.
Op een ander vel staan allerlei krabbels, deze kunnen ook ter oefening zijn gemaakt. Het was echter verstandig om een probeervel naast je te hebben, zodat je eerst een pennenstreekje erop kon zetten. Als er te veel inkt aan je ganzenveer zat, was je hele brief meteen bedorven. Kon je opnieuw beginnen.
We kennen dat wel van vroeger, ook wij hebben op school geoefend in het schoonschrijven.