blog | werkgroep caraïbische letteren

Een nieuwe geschiedenis voor Angola

door Hilde Neus

Angola (aan de West-Afrikaanse kust) is lang een Portugese kolonie geweest, vanaf de 16de eeuw. Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid (na 15 jaar vrijheidsoorlog) in 1975, brak er een burgerstrijd los tussen drie partijen, NFLA, MPLA en UNITA. Deze zeer gewelddadige strijd duurde tot 2002. Ondanks het voorkomen van vele grondstoffen is het land arm en behoort de levensverwachting van de mensen tot de laagste ter wereld.
‘Vragen is denken, kind, en iemand die denkt gaat altijd dwarsliggen. Niemand wil denkers in dit land. Denken is iets wat zowel de Angolese leiders als alle ondernemingen en regeringen die hier belangen hebben niet aanstaat. Het gaat prima met Angola. Het groeit en groeit, zelfs zonder de olie. Een hoop mensen kunnen hier flink verdienen. Denkers worden doorgaans naar het vliegveld gestuurd, of anders naar het Tata Ambroise [psychiatrische inrichting, HN]. Sommigen sterven onderweg, de stakkers. Denken is slecht voor de gezondheid.’
Dit is een fragment (p. 129) uit Het labyrint van Luanda van José Eduardo Agualusa. Hij bevindt zich tussen Angola, Portugal en Brazilië en is daarmee een auteur die drie continenten aan elkaar linkt. Dit geeft het werk een universele uitstraling. Zijn romans zijn een ode aan de Argentijnse grootmeester Borges, en diens invloed is goed te duiden. Sinds ik bekend werd met het werk van Agualusa heb ik alles van hem gekocht, omdat het zo herkenbaar is voor Suriname. De grote gelaagdheid, het magisch realisme, de veelkleurigheid van de personages die zijn boeken bevolken, de geschiedenis van de slavernij en het omstreden verleden. En de barokke stijl.
Het labyrint van Luanda is het verhaal van Bartolomeu, die via zijn relaties met mooie vrouwen het verziekte land in beeld brengt. Iedereen gaat achter de olie en diamanten aan, en dat daar slachtoffers bij vallen, doet niet ter zake. Op indringende wijze beschrijft Agualusa dat de kolonisator niet noodzakelijk de partij is die de samenleving kapot maakt. Zoals Alejo Carpentier dezelfde dilemma’s al beschreef in Het koninkrijk van deze wereld (In de Knipscheer, 1997), maar dan voor het Haïti na de onafhankelijkheid van de Fransen in 1804.
Ondanks alle angst en verlies is Agualusa een optimist die gelooft in Angola. Dit blijkt duidelijk uit het  juweeltje van een kleine roman, De handelaar in verledens, waarin het verhaal vanuit het perspectief van een kamrawenke is beschreven. Het beestje woont in de bibliotheek van de albino Felix Ventura, in Luanda en beschouwt vanaf de wand (of het plafond) de gasten die Ventura ontvangt. De albino creëert nieuwe verledens voor mensen die gedurende de periode van strijd verkeerd zijn geweest, en is zo een manipulator van de werkelijkheid. ‘Literatuur is een manier waarop een waarachtige leugenaar zich maatschappelijk acceptabel kan maken.’ (p. 50)
Een van zijn klanten is minister Marimba, die zijn memoires aan het schrijven is. De minister was postbeambte en drumde in een bandje. Zijn belangstelling voor vrouwen was allesoverheersend. In 1975 zocht hij zijn heil in Portugal en werd Meester Marimba, behandelaar van boze ogen en ziekten van de ziel. Met het kapitaal dat hij na zoveel jaren troost aan ongelukkige gehuwde vrouwen had verdiend, vestigde hij zich weer in Angola. Door het betalen van smeergelden werkte hij zich op tot staatssecretaris van Openbaarheid en Corruptiebestrijding. Als lezer begrijpen we allemaal dat het zó niet in de memoires komt. De kamrawenke stelt vast: ‘Wanneer “Het ware leven van een strijder” uitkomt, krijgt de Angolese geschiedenis een andere inhoud, wordt die meer Geschiedenis met een hoofdletter. Het boek zal als referentiepunt dienen voor latere werken over de nationale bevrijdingsstrijd, de woelige jaren die op de onafhankelijkheid volgden en de brede democratiseringsbeweging van het land.’ (p. 89)

Ook José Buchmann krijgt een nieuwe identiteit aangemeten door Ventura. Compleet met objecten, brieven en foto’s, om de realiteit te versterken. Buchmann gaat zijn nieuwe verleden uitzoeken, en wonder boven wonder, ontdekt hij dat het echt is. Toch kan ondanks de herschrijving deze mensenmartelaar niet om zijn straf heen.

Sommigen komen weg met hun nieuwe identiteit, maar de echte slechten, zo observeert kamrawenke, worden uiteindelijk ontmaskerd en moeten boeten voor hun daden tegen de menselijkheid. Dit kleine onbeduidende dier is een teken aan de wand, en in Suriname hebben we ze ook allemaal in ons huis!

José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens, 2004 en Het labyrint van Luanda, 2009 (beide bezorgd door uitgeverij J.M. Meulenhoff te Amsterdam)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter