blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Monahan D.C.

Avontuur rond Joodse schat op Curaçao

Echtpaar herschrijft roman zeven keer
door Jeroen HeuvelHoe schrijven twee mensen samen een boek en wat beweegt dit echtpaar uit New Hampshire een boek dat zich afspeelt op Curaçao te gaan schrijven? David en Cheryl Monahan, in het dagelijks leven werkend als reclameschrijvers en als fictieauteurs schrijvend onder de naam D. C. Monahan, vertellen er over. Hij (ram, 1949) kwam voor zaken voor het eerst naar Curaçao in 1996, het jaar dat Andrew Jones bij Atlanta Braves ging spelen, met het overweldigende succes dat bij iedere honkballiefhebber bekend is. Hij was meteen weg van het eiland. Toch duurde het nog tien jaar voordat hij zijn echtgenote, Cheryl (vissen, 1950) hiernaar op vakantie meenam. Ook zij was snel om. Ze reden in een huurauto wat rond in Bándabou, waar een huis te koop stond dat ze, hoewel ze het als broodschrijvers niet breed hadden, binnen vier dagen hadden gekocht, omdat ze er zich door de harde wind zo thuis voelden. Ze hadden in New Hampshire hun eigen huis gebouwd, hij als meubelmaker en zij als binnenhuisarchitect. De inboedel voor hun pied-à-terre heeft hij zoveel mogelijk zelf gemaakt, in Amerika, en meegenomen in pakketjes die in het vliegtuig als bagage mochten. Tot aan een futton inclusief ombouw toe.

De schrijver(s)
Ze hebben elkaar leren kennen tijdens de repetities van een toneelstuk in hun studententijd, Look back in anger van John Osborne. ‘De hoofdpersonages moesten elkaar ergens in het stuk zoenen. We vonden dat dat niet zo goed ging, dus hebben we dat vaak geoefend en dat beviel steeds beter. Het publiek vond die scene erg ingeleefd en overtuigend gespeeld, dus zijn we bij elkaar gebleven.’ Sindsdien doen ze alles samen, ze hebben hun eigen reclamebureau en ze zitten naast elkaar te schrijven aan dezelfde opdrachten. Ze voelen en vullen elkaar uitstekend aan. Ze hebben ook meer dan tien scenario’s geschreven, maar die zijn nog niet door producenten aangekocht. Daarnaast zijn ze fervente sporters, Cheryl organiseert veel jeugdoefenkampen en David heeft ooit meegedaan aan het Duitse Lacrosse team.
Uit het huwelijk zijn twee kinderen voortgekomen, Griffin en Dustin, aan wie deze roman is opgedragen. Het gaat hier om The navigator’s treasure, dat als ondertitel heeft meegekregen Curaçao & the quest for Columbus’ lost gold. (Zie de lovende recensie van Wim Rutgers in het Antilliaans Dagblad van 18 januari.)
Waarom gekozen voor Curaçao als locatie voor een verhaal? Ze waren zo verkikkerd op het eiland dat ze vaak vrienden uit Amerika meenamen. Die hadden allemaal wel eens van zustereiland Aruba gehoord, maar niet van Curaçao. Cheryl vond dat daar verandering in aangebracht moest worden en kwam op het idee om een spannend boek te schrijven dat zich op Curaçao zou afspelen, misschien in de trant van Pirates in the Caribbean. Een boek dat toeristen op het Curaçaose strand willen lezen of Noord-Amerikanen die tijdens weer een winter willen dromen over een exotisch eiland. Ze zouden de stranden en bijzondere plekjes zoals Knipbaai, Shete Boka, Watamula en de Handelskade uit de eerste hand kunnen beschrijven.
Oefenen voor de looptocht naar Santiago de Compostella
Een andere hobby van de Monahans is wandelen. Ze vatten het plan op om vanuit Zuid Frankrijk naar Santiago de Compostella te lopen, een lang kronkelig pad, geliefd bij veel pelgrims en meditatief ingestelde lui. Om die tocht voor te bereiden liepen ze in New Hampshire wekenlang elke dag twee a drie uur. Tijdens deze oefenmars vertelden ze elkaar ideeën en stukken van het verhaal. De volgende dag schreven ze dat afzonderlijk van elkaar op, lieten het elkaar lezen en kregen daardoor inspiratie voor een vervolg.
Bij een volgend verblijf op Curaçao gingen ze naar de likeurfabriek op Chobolobo, om meer te weten te komen over de beroemde Curaçao likeur. Daar kreeg Cheryl tot haar verrassing te horen dat een voorouder van haar dezelfde achternaam had gedragen als de Joodse bedenker van de likeur, Senior. Die opa van haar moeder sprak vloeiend Spaans en zat in de importhandel. Zou het kunnen, vroeg Cheryl zich af, dat sommige van haar voorouders op Curaçao hadden gewoond. Terwijl de auteurs zich dit probeerden voor te stellen, sponnen meer avontuurlijke lijnen zich samen tot een geheel, de geschiedenis van Curaçao, de piraterij en de eeuwenoude legende dat Columbus (de Navigator uit de titel) op Jamaica een heleboel goud had gevonden dat hij uit de handen van de Spaanse koningen wilde houden en daarom deze schat op een ‘nutteloos eiland’ zou hebben verborgen.
Kopie van grafzerk
De auteur weet niet of er Joods bloed door hun aderen stroomt. David zijn voorouders zijn Iers en ‘Native Americans’, die van Cheryl Engels, Duits en Italiaans. Omdat ze niemand voor het hoofd hebben willen stoten, hebben ze, toen het boek in een eerste versie klaar was om de reactie van proeflezers te weten te komen, het aan verschillende mensen op Curaçao laten lezen. Myrna Moreno van het Joods cultureel historisch museum en Rene Levy Maduro, voorzitter van de Mikve-Israel Emanuel Synagoge hadden geen enkel bezwaar, sterker nog, zij spoorden de auteur aan om, na het verwerken van enkele opmerkingen, het boek zeker uit te geven. Ook de mensen van het Mongui Maduro museum waren enthousiast, die hebben alle medewerking verleend bij het zoeken naar illustratiemateriaal voor de kaft van het boek. Dat is een historische kaart van het eiland Kurassau geworden. Een bevriende Joodse arts moedigde de auteur ook aan om met het project door te gaan. ‘En Mimi Frank van de Jewish Book Council in New York raadde ons aan om het boek mee te laten dingen naar zowel de prijs voor debuut als die voor beste titel in de categorie Sefardische boeken.
Nadat het echtpaar verschillende versies van het boek had afgekeurd, waren Cheryl en David uiteindelijk tevreden met de zevende versie. Ruim anderhalf jaar na de oefenwandeltochten voor Santiago de Compostella kon het boek in eigen beheer worden uitgegeven. De auteur hoopt dat er een nationale uitgever in geïnteresseerd raakt en daarna misschien wel een Nederlandse uitgever die het in vertaling wil uitbrengen. Hoe dan ook, er zijn nu al ruim vierhonderd exemplaren van het boek over de toonbank gegaan en het volgende boek, The Breda Madonna, dat dit jaar gaat uitkomen, belooft minstens ook zo’n spannend en goed geschreven avontuur te zullen worden.
Deze kaart van Curaçao uit het archief van het Mongui Maduro Museum
siert de kaft van The navigator’s treasure
Hier volgen twee fragmenten:
Grainne slipped on a pair of examination gloves and began turning each page. She read slowly – not because her Spanish was less than perfect, but because each word, each phrase took something out of her. This was no cursory record, but a confession of a life so wracked with guilt and pain, the writer’s escape in death was not only welcomed by him, but a relief to Grainne.
For days she didn’t leave the apartment. She ate little and slept less, reading the diary again and again. (…)
Now, as she showed her ticket to the gate attendant at Schiphol Airport, the centuries-old volume she’d entitles the Antwerp Codex rested inconspicuously in her briefcase. The queue of vacation-bound passengers were completely unaware of the secrets it held as they filed past to their seats in coach for the ten and a half hour flight to Curaçao.
Grainne was taking the dairy with her to the island that had been the Caribbean hub of Jewish activity for four centuries. Not only because Benjamin David Abravanel had destroyed the ‘myth’ of Columbus’ gold with his death-bed confession – that, as Benicio Suarez, he’d been part of a mutinous cadre of Columbus’ men that had buried a vast treasure on the island. But because his final words made the myth real, and came as close as she could have hoped to telling her exactly where to sink her spade.
This trip to Curaçao would change her life in ways she could not yet imagine… it would bring her everything she’d ever wanted or dreamed of achieving. Halfway down the runway, the enormity of it all hit her as she finally gave in to sleep. (pp 67,68)
He didn’t blame himself for letting his mind wander elsewhere when he should be focusing completely on repairing the antique lectern so precious to his friend and his flock. Despite living all his life on a Caribbean island that had once been a haven for pirates – and contrary to the beach-read mystery novels collecting sand beside loungers – unearthing hidden treasures was not typical. It would be redundant to call their discovery mysterious, for what was any hidden treasure, especially one buried in an anonymous cave whose sentinels had abandoned their flesh centuries before.
Absentmindedly, he worked the reclamation piece, a small length so precisely taper-cut and finely finished, he was confident it would fit exactly and the repair would never be noticed. Even so, he ran a sheet of quad-ought paper back and forth a thousand times.
Bending over to sight along the grain of the piece, he reached out with his free hand, which fell upon the yarmulke his friend had left behind. Jerome picked up the ceremonial skullcap and looked for somewhere else to put it, given that the bench and every surface nearby were showered in a mist of fine sawdust. He blew the dust from it, considered his pocket, looked around again, then simply chose his own head and went back to his work.
A few minutes later, lost in the mantra of repetitive labor, Jerome turned as, out of nowhere, a mass of black cloth was thrown over his head and shoulders. He fought against the arms that clenched his in a viselike grip – for an instant believing he’d be able to free himself – until a sharp pain and a bright flash turned everything white before it went dark. (pp 249,250)
[Eerder verschenen in het Antilliaans Dagblad, 6 februari 2014]

Het verborgen goud van Columbus

Treasure hunting op Curaçao

door Wim Rutgers
In het jeugdboek Spoken, schurken en goudzoekers (2006) vertelt de Arubaanse auteur Jacques Thönissen over het onuitroeibaar populaire geloof in door piraten op het eiland verborgen geweldige schatten. Ook Dooi Dañe wijdt de mooie nog ongepubliceerde vertelling ‘E otro stori di Rooi Taki’ aan het fenomeen. Het is een thema dat telkens weer opduikt in spannende jongensverhalen en in mondelinge overlevering, maar ook in misdaadverhalen voor volwassenen, waarvan D.C. Monahan: The Navigator’s Treasure; Curaçao and the Quest for Columbus’ Lost Gold (2013) een spannend voorbeeld is.
Inhoud
Schepelingen van Columbus die voor zich zelf beginnen en een Maya stam uitroeien om in het bezit van hun goud te komen en dat uiteindelijk op een geheime plaats op Curaçao verbergen; een scheepsjongen die een geschreven verslag daarvan bijhoudt en zo een cruciale rol in het verhaal vervult; een door hem amateuristisch getekende kaart van de verborgen schat die ingenieus verborgen wordt in de synagoge in Willemstad; een bekende archeologe die in het bezit van dat verslag is en na jarenlange studie besluit die Maya schat te achterhalen door een expeditie naar Curaçao te entameren; een uit New England afkomstige politieagent op vakantie op Curaçao die eveneens in de intrige verzeild raakt; een projectontwikkelaar met zijn onlesbare honger naar steeds meer geld dat hij uit zijn projecten wil slepen en die hij wil realiseren op een wel heel ongelegen plek waar de goudschat zich wel eens zou kunnen bevinden; een dame op leeftijd die denkt een puur Amerikaans getto te kunnen realiseren op het eiland waar geen Curaçaoënaar meer welkom is, een rabbi van de synagoge in Willemstad, een geheim genootschap, een … vormen even zovele verhaallijnen in het verhaal dat de tijd van de zestiende tot de 21ste eeuw omvat op vooral het westelijk deel van het eiland, Band’Abou, maar in feite het onder toeristen steeds meer populaire Westpunt.
Ingewikkelde intriges
Naarmate het verhaal vordert stapelen de intriges zich op en komen er na de cliff hangers aan het einde van de hoofdstukken steeds weer onverwachte wendingen in een mooi gestructureerd verhaal, dat stilistisch gezien jammer genoeg nogal wat van de lezer vergt door een van tijd tot tijd wel heel particulier omslachtig geformuleerd taalgebruik. De verteller maakt gebruik van de kennis van het eiland die auteur Monahan heeft opgedaan door zijn afwisselend verblijf in New Hampshire in de VS en het westelijk deel van Curaçao. Hij laat dan ook niet na deze bijzonderheden uitgebreid te vertellen.
Joodse traditie
In feite speelt de joodse traditie een grote rol, vanaf de reizen van de ontdekker en zijn Spaanse ‘conversos’ die de inquisitie van het door de christenen op de Moren heroverde Spanje ontvluchten, maar ook in latere tijden, tot op heden. Het is dan ook de synagoge en zijn rabbi die een belangrijke rol spelen in de uiteindelijke oplossing van het raadsel naar het verdwenen goud. Als dat goud tegen het einde van het verhaal gevonden lijkt te worden, blijken er nazisymbolen en swastika’s in de staven gegrift te zijn, een bewijs dat de eigenlijke schat nog steeds verborgen blijft.
Geschiedenis, fantasie en fantastische histories
Bij dergelijke verhalen gaat het er natuurlijk niet om te veel over de inhoud te zeggen. Het blijft aan de lezer de kronkelingen van de fantasie van de verteller tevolgen. Het moet gezegd dat D.C. Monahan in het genre een interessant verhaal heeft geschreven dat als een page turner gekwalificeerd kan worden. Zo’nverhaal wordt tot de goodreads gerekend, een genre dat niet bezwaard door grote morele thema’s of ingewikkelde psychologische karakterontledingen van de hoofdpersonen, maar vooral gericht is op het vermaak van gemiddelde lezers die in hun vrije lezen voor ontspanning. Als zodanig is het boek zeker geslaagd en vervelen de meer dan driehonderd pagina’s nergens, wegens de steeds weer wisselende perspectieven van de uiteenlopende treasure hunters die verwikkeld raken in hun streven de geweldige schat te achterhalen, ten bate van henzelf of als do gooders voor een eerbaar doel.
Een kleine op ingehouden manier vertelde intieme relatie tussen de Amerikaanse politie agent en de Ierse archeologe onderstreept het good read element van het verhaal. De feestdagen zijn weliswaar voorbij, maar waarom zou het verboden zijn juist in drukke werkdagen en weken wat ontspanning te zoeken in een verhaal als The Navigator’s Treasure als een uitstekend voorbeeld van een ontspannend leesavontuur.
D.C. Monahan:
The Navigator’s Treasure; a Novel; Curaçao & the Quest for Columbus’ Lost Gold
Twin Mountain, New Hampshire: NMP – Nubble Mt. Press
2013
322 pagina’s
[eerder verschenen in het Antilliaans Dagblad, 18 januari 2014]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter