blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Dera Gai

Dera Gai in Tilburg

Niet alleen op Aruba werd afgelopen vrijdag het festival San Juan gevierd. De Arubanen in Nederland lieten dit feest ook niet aan zich voorbij gaan en zoals elk jaar organiseerde Fundacion Nos Baranca dit in Tilburg.

Michelle Thijssen werd de grote winnaar van het Dera Gai-festival. Maria Ridderstaat eindigde op de tweede plaats en Miro Ridderstaat op de derde plaats. Juan Loefstop en zijn dochter Annamisha Loefstop wonnen de danswedstrijd. Rebecca Ridderstaat werd winnares bij het geblinddoekt vlaggen zoeken en Mirtha Giel won bij het ‘doden’ van de haan.

Nadat Jonathan Hoevertsz het Arubaanse volkslied had gezongen, was het festival officieel geopend. Voorzitter van Fundacion Nos Baranca, Mena Maduro, verwelkomde alle gasten en woordvoerder van de gevolmachtigde minister, Sidney Kock, sprak de bezoekers toe namens de minister. Deze kon er zelf namelijk niet bij zijn. Via een brief liet Abath het volgende weten: “Aruba mag dan klein zijn, maar het zijn deze culturele aspecten die onze identiteit vormen. Banda di Dande, en zeker ons carnaval, en San Juan zijn enkele feesten die centraal staan in de Arubaanse cultuur. Die moeten we behouden, gezien Aruba zich bevindt tussen grote culturele invloeden vanuit de Cariben en Noord- en Zuid Amerika .” Desirée Croes, directeur van het Arubahuis, dat het festival in Nederland subsidieert, was er wel. Zij haalde Sonsito Croes naar voren om hem te bedanken voor zijn bijdrage aan de Arubaanse cultuur in Nederland. Hij gaat namelijk terug naar Aruba om hier les te geven.

[uit Amigoe, 28 juni 2011]

Dera Gai op Aruba

Oranjestad — Over het hele eiland werd gisteren in vooral wijkcentra en op sportvelden de traditionele spelletjes en dansen uitgevoerd die horen bij de viering van San Juan/Dera Gai.

Favoriet is geblinddoekt vlaggen zoeken, dansen en vooral de haan proberen te slaan dan wel ophangen. Deze deelneemster zocht tijdens de viering op het veld van Sport Boys in St. Cruz tevergeefs naar de gele vlag, maar ‘vond’ wel de fotograaf van Amigoe. Naast feesten is de traditie op 24 juni ook om wat in brand te steken. Hoewel er regen viel, was het gisteravond droog genoeg om het vuur gaande te houden. Voor de brandweer betekende dat wederom veel werk aan de winkel.

[uit Amigoe, 25 juni 2011]

Arubaanse literatuur: een waterval van namen

‘De Arubaanse literatuur is niet van gisteren’, zo luidde de titel van het openbaar college dat prof. dr. Wim Rutgers op 27 april jl. in het Arubahuis te Den Haag gaf. Onder de aanwezigen was een klein aantal studenten van prof. dr. Michiel van Kempen (UvA) en een vrij groot aantal belangstellenden, waaronder ook enkele Arubaanse auteurs. Bij dit college hield Rutgers zich, over het algemeen, aan wat hij noemde een ‘thematische benadering’ van de Arubaanse literatuur. Hij verwees, allereerst, naar de ‘oratuur’. Voorbeelden van die mondelinge literatuur zijn volksliederen als dori mako, dera gai en dande. Een hiervan kreeg het publiek ook via een bandje te horen. Het publiek werd geconfronteerd met een lawine van namen. Namen van mensen die hetzij proza of poëzie geschreven hebben. De eerste reeks: Frederik Beaujon, H.E.Lampe, J.K.Z. Lampe, W.F.M. Lampe, Laura Wernet-Paskel, E. Lopez Henriquez, J.R. Vicioso, E. Curet en N. Piña-Lampe. Van deze schrijvers (of dichters) zijn er die in het Papiamentu schreven, weer anderen deden dat in het Nederlands en/of het Spaans. Daarna volgden de namen van Hubert Booi, E. Rosenstand en Philomena Wong. Deze zijn de auteurs (dichters) die – volgens Rutgers – tot het zgn. Indianismo gerekend worden. Vervolgens een lijst van de dichters uit de jaren zestig/zeventig. Bovenaan prijkte de naam van Federico Oduber. Rutgers toonde ook een lange lijst van auteurs die in het tijdschrift Watapana schreven. De Arubaanse literatuur werd uitgebreid met: Henry Habibe, Philomena Wong, Nena Bennett, C.L. Every, Robert Henriquez, Luis Leañez, Henri Tai, Ramon Todd Dandaré, Pedro Velásquez en Brunilda Vicioso. Daarna volgden de dichters Frank Booi, Mario Dijkhoff en Robertico Croes, die weliswaar niet in Watapana gepubliceerd hadden, maar waarbij wel die indruk gewekt werd. De overzichtelijkheid (via powerpoint) liet soms wel te wensen over. De naam van Denis Henriquez ontbrak, uiteraard, niet. Aan het eind werden ook de namen genoemd van dichters en schrijvers die vandaag de dag nog actief zijn: Belén Kock-Marchena, Quito Nicolaas, Olga Orman, Richard de Veer, Munye Oduber-Winklaar, Jacques Thönissen en Giselle Ecury.

Deze lange lijst zou gemakkelijk ingekrompen kunnen worden indien er scherpere criteria werden toegepast. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen of iemand al tot de Arubaanse literatuur behoort indien hij/zij slechts één of twee gedichten heeft geschreven. Heel wat namen zouden weggestreept kunnen worden als men afgaat op de paar gedichten die enkele van hen gedurende hun hele leven geschreven hebben. Welke criteria werden overigens gebezigd als het gaat om de literaire waarde van de teksten. Zo zou de naam van H.E. Lampe en van W.F.M. Lampe weldra van het scherm verdwijnen aangezien hun werken (waarvan fragmenten in Cosecha Arubiano, 1984, opgenomen werden) geen literaire waarde hebben. Die werken hebben met de geschiedenis te maken en zijn niet in een literaire taal geschreven. Evenzo zou de naam van J.K.Z. Lampe afgevoerd kunnen worden omdat zijn gedichten in de verste verte niet over Aruba handelen. De naam van E. Lopez Henriquez dient onherroepelijk doorgeschrapt te worden, omdat geen enkele tekst van deze Curaçaose dichter iets met Aruba te maken heeft. Hij werd in 1884 op Curaçao geboren en verhuisde in 1947 naar Aruba, waar hij tot aan zijn dood in 1967 woonachtig was. Zijn gedichten werden in een heel klein bundeltje opgenomen, maar die zijn praktisch allemaal op Curaçao geschreven. Het weinige dat hij op Aruba schreef heeft niets met Aruba te maken. Een groot verschil met dichters als J.R. Vicioso, E. Curet en Nicolas Piña-Lampe van wie een groot gedeelte van hun poëzie Aruba tot thema heeft! Men krijgt heel sterk de indruk dat de spreker zich niet met de teksten bezighoudt. Dat blijkt weer uit het feit dat dichteres Philomena Wong door hem gerekend wordt tot het zgn. Indianismo. Dat is de richting die Hubert Booi en Ernesto Rosenstand op Aruba ingeslagen zijn, waarbij het leven van de Indianen het centrale thema vormt. Het werk van Wong (Na caminda pa independencia, 1986) waarop de spreker zich baseert, handelt niet over het leven van de Indianen, maar wel over integratie van allerlei etnische groeperingen. De naam van Wong kan natuurlijk op de lijst blijven staan, want zij heeft meerdere werken gepubliceerd. Maar dan

zou ze – strikt chronologisch – ná Federico Oduber besproken moeten worden. Hoe zit het echter met de naam van Henri Tai? Waarover gaat zijn tekst (in Watapana, oktober 1971) eigenlijk? Wat is de literaire waarde ervan? Dat kreeg het publiek niet van de spreker te horen! Verder werd er voornamelijk met biografische argumenten omgegaan, terwijl de teksten van de verschillende auteurs zelf niet van belang schenen te zijn. Bij de inventarisatie van een mogelijke ‘Arubaanse’ literatuur mag men wel verwachten dat op de eerste plaats naar de teksten gekeken wordt. Gaat het bij al die schrijvers inderdaad om een tekst over Aruba? En die kan weer zowel culturele, sociale, sociaal-economische, politieke als psychologische aspecten betreffen. Aan de andere kant, wat voor zin heeft het om te vragen: waar woont (of woonde vroeger) de schrijver? Van belang is ook, bij een beoordeling van de kwaliteit, de vraag: is de tekst wel literair? We hebben het toch over de Arubaanse literatuur? Daar lijkt prof. Rutgers nauwelijks rekening mee te hebben gehouden.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter